De passie voor c Ingrid van der Vlis Joop Daalmeijer wordt per 1 januari aanstaande directeur van de Nederlandse Programma Stichting (NPS), een nieuwe stap in zijn lange journalistieke carrière. Begonnen als schrijvend journalist, raakte hij vooral bekend als verslaggever voor radio en televisie bij de VARA. Vanaf 1990 bekleedde Daalmeijer directiefuncties bij verschillende grote mediabedrijven als Veronica, HMG, Filmnet en Canal+ om uiteindelijk terug te keren bij de publieke omroep als netcoördinator en sinds 2005 als hoofdredacteur van de Wereldomroep. Tussen de bedrijven door werd hij ook voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Journalisten (NVJ), een vereniging waar hij als hartstochtelijk journalist al ruim 40 jaar lid van was. Dat lidmaatschap vroeg hij ooit aan toen hij nèt als freelancer begon: in het Schiedam van de jaren '60. Musis 388 Op de dag dat Joop Daalmeijer (1946) zijn overstap van de Wereldomroep naar de NPS bekendmaakte, haalde hij ook herinneringen op aan zijn begintijd als journalist. Daalmeijer: "De passie voor dit vak heb ik in Schiedam gekregen. Het zelf naar de mensen toegaan, het achterhalen van het juiste verhaal en er dan een stuk over schrijven. Mijn jaren daar hebben dat vlammetje echt aangewakkerd." Joop Daalmeijer groeide op in Schiedam. Na de Kweekschool ging hij er begin jaren '60 ook aan het werk, aan de Schiedamse Technische School. Het was geen succes. "Ik had niets met het onderwijs", aldus Daalmeijer. "Er werkten daar heel veel leuke mensen, maar heb het vak in de praktijk geleerd. In het begin door stukjes te schrijven voor 5 cent per regel en later met een bedrag per alinea, maar altijd met losse contracten. Dat heb ik tot 1972 gedaan, toen ik de overstap naar Hilversum maakte en ik bij de VARA kwam te werken." In de jaren dat Joop Daalmeijer in Schiedam aan het schrijven sloeg, was er volop werk voorhanden. Er verschenen kranten voor iedere denkbare doelgroep: Het Vrije Volk voor de sociaal-democraten, De Schiedammer als pendant van het linkse Rotterdams Parool, de Rotterdammer voor de protestanten, de Maasbode/Schiedamse Courant voor de katholieken, het Rotterdams Nieuwsblad meer algemeen met het regionieuws en tot slot de huis-aan-huisbladen Het Nieuwe Stadsblad en de Havenloods. Al die kranten hadden minstens een redacteur in dienst en een aantal journalisten, al dan niet op freelance basis. Joop Daalmeijer: "Die hoeveelheid kranten is bijna niet meer voorstelbaar. Binnen de NVJ merk ik dat ook - daar spelen momenteel hele andere discussies. In de regio heerst nu angst voor 'one paper provinces', terwijl er toen wel zeven kranten in één stad konden bestaan. Het was als freelancer geen enkel probleem om aan de slag te raken. Ik werkte voor diverse kranten. Voor Gerard Lutke Meijer van het Rotterdams Nieuwsblad, voor De Maasbode, maar vooral voor het Het Nieuwe Stadsblad - een advertentieblad inderdaad." "Er waren vast journalisten die Het Nieuwe Stadsblad niet voor vol aanzagen, maar van haat en nijd heb ik nooit iets gemerkt. Iedere middenstander adverteerde er in en bijna iedere journalist schreef er wel eens voor. Het was een goed renderend blad, dat tweemaal in de week verscheen en dan steeds twee of drie katernen telde. Het was een advertentieblad, maar moest wel actueel zijn. Voor de verslaggeving hadden we de voorpagina, de pagina's 3 en 5, de voorkant van het tweede katern en elders nog een losse pagina. Dat was best veel in een relatief kleine stad als Schiedam. Ik verzorgde daar het algemene nieuws, het verenigingsnieuws, maar schreef ook over kunst. Het Stadsblad werd gevuld met stedelijk nieuws, met aankondigingen van allerhande verenigingen en met - altijd - een hele vriendelijke column van Mieke Woedenbagch-Sens. Politiek hoorde niet echt in deze krant thuis, hoewel het bloed soms kroop waar het niet gaan kon. Op een keer brak er een staking uit bij Wilton. Dat ging er meteen heftig aan toe. De stakers hadden een auto omgegooid, alles lag plat en dat was dus in mijn ogen groot nieuws. Ik zette het met vette chocoladeletters op de voorpagina: 'Wilton staakt'. Dat vond uitgever Van der Klink maar merkwaardig, want zo'n politiek verhaal hoorde eigenlijk niet in een huis-aan-huisblad te staan."

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2007 | | pagina 388