3rdings sprokespreker in de middeleeuwen
pI ,-^r V!l A- - -1 SA s
393 Musis
Acrobaat en tafel met de
zeven Hoofdzonden,
uitgebeeld als adellijk
feest, Engels handschrift
14de eeuw, Kings Library
Jan van Blois was afkomstig uit Frankrijk en al even
merkwaardig is het dat hertog Albrecht van Beieren, sinds
1358 plaatsvervanger van zijn krankzinnig geworden broer
graaf Willem V van Holland zijn neef Jan van Blois toestond
zich een hofhouding te vormen naar het model van het
landsheerlijk bestuur in Holland.
Interessant is daarbij te weten wanneer een bepaalde spreker
optrad, alleen op hoogtijdagen of ook daar tussendoor, of
allebei? Uit de rekeningen waarin meester Jan van Vlaardingen
wordt genoemd valt op te maken dat de tijdstippen van
optreden verspreid over het hele jaar lagen. Daarbij komen
drie keer meerdere optredens op dezelfde dag voor en
eveneens bijzonder is dat in de burgemeestersrekeningen van
Middelburg behalve meester Jan van Vlaardingen, die
12 groten Vlaams kreeg uitbetaald, ook bij dezelfde gelegen
heid, Sacramentsdag en -processie (=ingesteld na 1264 en
vallend op de donderdag na de eerste zondag na Pinksteren)
ook zijn vrouw en dochter worden vermeld. "Meester Jans
dochter van Vlaerdinghen krijgt samen met Margrieten van
Berghen 16 groten. Meester Jans wijf van Vlaerdinghe krijg met
Pauwels trompers wijf, Sanne, ende Gheyle nuwelstrien
oliekoekbakster) elk 8 groten". De hoogte van geldsommen
die aan hem werden uitbetaald onderstrepen dat Jan van
Vlaardingen als sprokespreker zeker niet behoorde tot het
lagere garnituur. Des te meer is het jammer dat van de teksten
die hij voordroeg niets bewaard is gebleven.
Jan van Vlaardingen leefde ruim een generatie vroeger dan
Willem van Hildegaersberch en zijn naam komt voor in een
rekening van 1351 waarvoor hij mogelijk een Kabeljauws leger
verpozing bezorgde. Ook wordt melding gemaakt van meester
Jan in een Duits, West-Europees georiënteerd werk over de
zogenaamde 'stadsliteratuur' uit de dertiende en veertiende
eeuw, waarin een post uit een Middelburgse stadsrekening uit
1364/65 werd aangehaald waarin behalve Jan ook diens
vrouw en dochter apart vermeld worden.
Ook Theo Meder was in zijn onderzoek Jan van Vlaardingen
enkele keren in het rekeningenbestand van de graven van
Holland tegen gekomen, vastgelegd in de rubriek 'van pipers
ende herauden' waarin de klerken allerhande uitgaven
bijhielden voor artistieke verpozing in de vorm van kunsten en
kunstjes, en bovendien trof hij meester Jan wel tienmaal aan in
de zogenaamde Bloise rekeningen. Dankbaar kon daarbij
gebruik gemaakt worden van de (reeds halverwege
negentiende eeuw) door W.J.A. Jonckbloet gepubliceerde
regesten van rekeningen van de graven van Holland en die