us een geromantiseerde schooiprent en vastgelegd door tijdgenoten
395 Musis
Optreden van acrobaten en jongleurs, anonieme illustratie, Blbliotheque Nationale Parijs
eerste vermeldingen van het bestaan van de sprokespreker
bekendheid had als centrum van visserij en vishandel; De
handel in lasten haring vanaf 1344/5, gerookte haring vanaf
1378, paling vanaf 1379, rog vanaf 1393, zalm vanaf 1393 en
gedroogde schol vanaf 1401De beschreven acht kwellingen
van de heilige Haring geven blijk van een uitstekend op de
hoogte zijn van vooral de conserveringstechniek van vis, in het
bijzonder hier de haring. Beknopt vertelt de sproke het
volgende: "Haring wordt in zee veel gevangen...Aangezien niet
iedereen deze diepe Latijnse woorden doorgronden kan, zal
'ik' ze in het Vlaams uitleggen. Sint Haryngus woonde in de
zee, was daar koning, maar liet zich niet op de uitgestrektheid
van zijn gebied voorstaan. Hij droeg geen kleren en was zo
heilig dat hij niet kon verdrinken. Niettemin werd hij vervolgd
en onverhoeds gevangen genomen; dit was de eerste van zijn
acht kwellingen. Men trok zijn kaken van elkaar, gooide hem
vol zout en wierp hem in een ton, hetgeen hij geduldig
verdroeg. Daarna gooide men hem weer in het koude water en
werd hij gebraden. Hij werd aan een stok gespietst en te
drogen gehangen. Hij werd opengesneden, opnieuw gebraden
en vol boter en mosterd gestopt. Toen werd hij naar een vrouw
gebracht die hem zijn vel afschraapte en zijn hoofd afsneed.
Vervolgens werd hij in een schotel met bloem gewenteld en in
kokende olie geworpen. Het volk verzwolg Haryngus, zonder
dat deze ergens schuld aan had. Och vrienden, wil toch zijn
passie overdenken en bidden wij dat hij ons zijn onderdanen
tot voedsel zal geven. Ik vraag een ieder neer te knielen om
zijn zegen te ontvangen, opdat ze altijd nijdig zullen zijn en
rond zullen lopen met kapotte schoenen en een gescheurde
broek, zweren op hun hoofd zullen hebben, nergens geloofd
zullen worden en altijd zonder geld zullen zijn".
Het onderzoek naar Jan van Vlaardingen is overigens
allerminst afgerond. Waar en wanneer mogelijk wordt in de
Nederlandse archieven de speurtocht naar mogelijke
rekeningen waarin Jan van Vlaardingen genoemd kan zijn,
voortgezet. Hopelijk zal dit nog aanvullende gegevens
opleveren, al is het bijeenschrapen van de spaarzame
gegevens net zozeer monnikenwerk als de vlijtige arbeid van
de kloosterbroeders die in de middeleeuwen waren belast met
het noteren en in veelvoud afschrijven van de teksten die door
meesters als Willem van Hildegaersberch en Jan van
Vlaardingen in publiek werden gedeclameerd.
De uitgebreide studie die aan dit verhaal van meester Jan van
Vlaardingen ten grondslag ligt is compleet met annotaties
gepubliceerd in het Tijdschrift van de Historische Vereniging
Vlaardingen (september 2006) waarvan Paul Westerdijk, (65)
medeoprichter is. Bovendien was hij docent geschiedenis aan
het Marnix-college in Rotterdam.