Podiumcafé en nog elke dag enthousiast Drieëndertig jaar geleden was zij één van de vier Rotterdamse jongeren die in café 't Vierkantje onder hun vaste raam aan de Broervest plannen maakte voor een eigen jongerencafé. Hillie werkte op dat moment in het bedrijfsrestaurant van Unilever. Ze had dus wel enig inzicht in het horecavak, zij het in de vorm van broodjes, glazen melk en koffie-verkeerd. Haar vriend en voor lange tijd partner Peter Pijpers studeerde aan de Sociale Academie en had vanuit die optiek wel wat ideeën van wat een jongerencafé moest zijn. Haar zus Jenny stond achter de bar in het Rotterdamse eetcafé Sidonia, waar haar vriend en dichter Bram Uil regelmatig platen draaide. Dat moest toch voldoende zijn om een start te kunnen maken, gesteld dat ze het geld bij elkaar konden krijgen om een pand te huren en de inventaris te kunnen betalen. Hun verder verwijderd ideaal was het tot bloei brengen van zoiets als een Schiedamse kunststichting waar Bram Uil alles en de praktisch ingestelde Hillie nagenoeg niets voor voelde. 397 Musis Die Schiedamse Kunststichting kwam inderdaad niet van de grond. Het café wel - tot veler verbazing. Voor weinig geld lukte het de vier om de voormalige distilleerderij De Graauwe Hengst aan de Lange Haven te huren. Ook Brand Bier, welk merk zich nog in de Nederlandse horeca moest binnendringen, had wel fiducie in de plannen. Ook al moest het café met eigen handen en met veel eigen spaargeld worden gerealiseerd en werd het meubilair door Cees Bouw bijeengegraaid uit Amerikaanse sloopauto's, waaruit de met schoenenverf zwartgemaakte stoelen en banken op een onderstel van spaanplaat werden gezet. Het was een idee dat uit armoe werd geboren, maar dat een gouden greep bleek. Het comfort dat het meer dan honderd, misschien tweehonderd kilometer had uitgehouden maakte dat in Schiedam nog op het hoogtepunt van de flowerpower het loungen anno-nu werd geïntroduceerd. Op 5 september 1974 ging de Quibus open. Met een veel te lange toespraak door de voormalige boekhouder van De Graauwe Hengst, gecompenseerd door een openingsfeest dat maar niet wilde eindigen. Elke Schiedammer die ook maar iets met cultuur van doen had verdrong zich in de meute aan de lange bar. De toon was gezet. Nu, 33 jaar later, kijkt Hillie de Jonge er nog precies zo tegenaan als toen. Inmiddels draagt de Quibus, door toedoen van oud-distillateur Rein Melchers als Podiumcafé weer trots de naam 'De Graauwe Hengst', bezegeld door de sculptuur van een steigerend paard van Carla van den Heuvel-Ruseler, die een stukje verderop haar galerie heeft. Alleen kenners zien dat de hengst van Carla op details afwijkt van de loden Friese draver die vlak voor de sluiting van de oude distilleerderij werd ontvreemd en nooit is teruggevonden. De groep om haar heen is allang uiteen gevallen, geheel volgens de regel van de toen geldende cultuur. Bram Uil vertrok al na ruim een jaar. Gedesillusioneerd omdat de Quibus café wenste te blijven en geen cultureel- maatschappelijk hulp- en ontwikkelingscentrum, annex theater en ateliervoorziening met allerhande faciliteiten voor de kabouter- en kraakbeweging. Zus Jenny verloor zich geheel in een nieuwe vriend en betrok met hem een eigen zaak elders in de stad terwijl Peter Pijpers zich via een tussenstop bij Bhagwan Sri Rhaneesj terug trok in de vredige wereld van de transcendente commune. Hillie stond er verder alleen voor en is dat blijven doen tot de dag van vandaag, zij het de laatste jaren in gezelschap van zoon Arthur die praktisch in de Quibus is opgegroeid. "Er is niet veel veranderd", zegt ze. En daarmee doelt ze niet op het interieur dat nagenoeg hetzelfde is gebleven, afgezien dan van wat andere, merendeels door muzikanten achtergelaten, snuisterijen aan het plafond en een nieuwe,

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2007 | | pagina 397