De jeugd die wij binnen krijgen is gezeglijker dan het uiterlijk doet vermoeden Musis 398 lichtere kleur op de muur. Hillie: "Er komen zelfs nog geregeld klanten van het eerste uur. Die passen er nog steeds tussen. Wat vrijwel hetzelfde is gebleven is de sfeer. De Quibus toen en het Podiumcafé nu trekt vooral jongeren die anders in de wereld staan. Ze zijn meer geïnteresseerd, meer bezig met school en studie en meestal meer betrokken bij de wereld om hen heen. Je merkt dat ook aan de muzikale smaak. Zo'n beetje alle muziekstijlen zijn in de loop van die drieëndertig jaar voorbij gekomen, maar zelden in de vorm van de aftreksels waar de amusementszenders het van moeten hebben. Hardrock, punk, jazz, folk- en jazzrock, metal, we hebben het allemaal gehad en er altijd voor open gestaan. En altijd met een geïnteresseerd publiek in alle mogelijke samenstellingen. Op een heel natuurlijke manier zijn we altijd met de stroming meegegaan en omdat we altijd de ruimte hebben geboden aan jonge muzikanten is het ook altijd fris en oorspronkelijk gebleven". Ouder worden temidden van jongeren, hun belevingswereld, hun gewoonten en hun muziek moet toch anders zijn. Hillie: "Dat zal wel, maar ik heb noch de tijd, noch de gelegenheid om daarbij stil te staan. Je merkt het wel aan de manier waarop ze met je omgaan. Hoewel ik daar zelf niets aan doe, merk je toch een zekere vorm van respect, wat afstand. Ik ben niet meer in dezelfde mate als vroeger deelgenoot in hun leven. Aan de andere kant wordt je veel toevertrouwd als je op basis van gelijkheid met ze omgaat. Waarin ik bij mezelf wel een verandering bespeur is hoe ik reageer op de manier waarop ze me aanspreken. In een café als dit wordt je vanzelfsprekend als 'jij' aangesproken. Maar de manier waarop het gezegd wordt kan hemelsbreed verschillen. En als het mij onaangenaam in de oren klinkt, dan wijs ik ze toch feller terecht dan ik vroeger zou hebben gedaan. De jeugd zelf is in mijn beleving niet zo heel sterk verandert. Althans niet de jeugd die wij binnen krijgen. Hoe het publiek zich gedraagt hangt heel sterk van jezelf af. Natuurlijk gebeurt er weieens wat, maar eigenlijk altijd binnen de gewone marges. Als jongens zich opdringerig tegen meisjes gedragen - of omgekeerd - dan zeggen we er wat van. Ikzelf heb ook wel een redelijk beeld van wat er gedronken en geblowd wordt en dat hou ik ook in de gaten, zonder al te opvallend op te treden. Praten helpt meestal wel. De jeugd die wij binnen krijgen is gezeglijker dan het uiterlijk doet vermoeden". Muziek en theater zijn de steeds terugkerende thema's. "Wat ik jammer vind is dat het theateraanbod nagenoeg is opgedroogd. In de eerste jaren hadden we veel beginnende groepen. Soms kwamen ze op de bonnefooi langs, bleven slapen traden op en verwierven zich al dan niet een publiek. Dat gebeurt tegenwoordig niet meer. De muziek is gebleven en meer dan dat. Wat jonge bands betreft, kunnen we het aanbod haast niet kwijt en maken we mee dat de keuze soms knap lastig is. Met de huidige stand van techniek kan het gebeuren dat je een demo krijgt aangeboden die - door toedoen van een goeie studio - klinkt als een klok, maar een "Eigenlijk heb ik niet de tijd gehad om ouder te worden", zegt ze even later. "Lichamelijk wel natuurlijk, hoewel ik nooit het idee heb gehad dat ik harder heb moeten werken dan anderen. Ook niet toen we het besluit namen om zonder personeel verder te gaan. Dat had jammer genoeg wel consequenties voor de openingstijden. In het verleden waren we ook 's middags open en op zondagen hadden we zelfs zoiets als een kinderquibus. Dat hebben we, jammer genoeg, moeten opgeven. Maar Podium bestaat bij de gratie van het directe contact met het publiek. Met personeel achter de bar dat je nodig hebt om die lange openingstijden te kunnen volhouden, schep je toch een zekere afstand. Dus hebben mijn zoon Arthur die hier praktisch is opgegroeid en ik ervoor gekozen alleen verder te gaan. Waarbij komt dat ik nog volop geniet van de sfeer, van de mensen en de muziek. Met de Quibus streefden we indertijd onze idealen na. We wilden een café met een sterke culturele basis, veel muziek, veel theater en veel ruimte voor expressie. Daarin is eigenlijk nooit verandering gekomen. Ook niet wat het publiek betreft". band verbergt die er live geen hout van terecht brengt. Het omgekeerde kan ook het geval zijn, dat je een stel timide jongens en meiden treft waar het enthousiasme vanaf spettert als ze voor publiek staan. Podium vervult in dat opzicht een belangrijke rol in de scene. Twee keer per week hebben we jamsessions van muzikanten van allerlei komaf en leeftijden, daarnaast hebben we dan nog een keer per week de bigband en meestal twee keer per week een optreden. Da's vijf keer per week muziek in elke originele stijl die de pop en de jazz in de afgelopen dertig jaar hebben voortgebracht. Best veel eigenlijk als je uitrekent hoeveel optredens er in die drieëndertig jaar in de Quibus en Podium moeten zijn geweest en hoeveel (later bekende) namen hier hebben gestaan. Terwijl het nog elke dag voelt alsof we nog maar pas begonnen zijn".

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2007 | | pagina 398