Bas van Bochove Rotterdams Nieuwsblad. Achteraf viel het hem zwaar tegen. Van Bochove: 'Op een bepaald moment begon het Rotterdams Nieuwsblad in Schiedam met een zogenaamd 'bijwijf', de Schiedamsche Courant, een losse bijlage. Daar hadden ze een echte sportjournalist voor nodig, in vaste dienst. Inmiddels had ik een zekere bekendheid opgebouwd op de perstribunes, dus men kwam bij mij terecht. Dat gaf nog een hoop stampij. Toen ik mijn overstap net bekend had gemaakt, belden ze van Het Vrije Volk mij 's avonds regelmatig op of ik toch alsjeblieft wilde blijven - desnoods deden ze er financieel een schepje bovenop. Maar ja, ik wilde zo graag die journalistiek in, en met een vaste aanstelling was dat ook haalbaar.' 'Ik heb dat werk bij het Rotterdams Nieuwsblad twee jaar gedaan, maar het ging niet goed. Ik moest iedere dag een hele pagina vullen met Schiedams sportnieuws. Dat lukte in de winter wel, want dan draaiden de competities volop, maar in de zomer was het een ramp. Ik kon niet elke dag aan komen zetten met een verhaal over een zwemster of een waterpoloteam. Een deel van het probleem was ook inherent aan de sport. Dan maakte je op vrijdag een heel programma voor wie welke wedstrijd bezocht en welke fotograaf waar naartoe ging, en dan begon het 's nachts ouwe wijven te regenen... Dan werd er van alles afgelast en kon je weer opnieuw beginnen. Die pagina moest wel vol. Zat ik weer tot midden in de nacht in het keldertje aan de Broersvest. Dat was geen doen. Overal waar ik even kon zitten, viel ik in slaap. Was ik tussen de middag even thuis om te eten, zat ik op het balkon te pitten. Die bovenkamer was de hele dag aan het werk.' Na twee jaar ploeteren werd het Bas van Bochove te veel. Werken in de journalistiek wilde hij nog steeds, maar niet meer op deze manier. 'Toen ik dat af en toe bij mensen liet vallen, kwam er al snel een andere mooie aanbieding voorbij: ik kon sportredacteur worden van Het Vrije Volk in Rotterdam. De krant had een goede sportredactie met negen redacteuren, waarvan er twee vertrokken. Of ik in vaste dienst wilde komen om die plek op te vullen? Uiteraard, dus ik werd sportredacteur voor Vlaardingen en Schiedam. Ik was weer terug op mijn oude stek, maar dan als redacteur. Dat was een belangrijk onderscheid, ook bijvoorbeeld voor de perskaarten. Als losse medewerker had je een blauwe perskaart, maar als redacteur kreeg je een rode met een pasfoto er op. Het verschil lijkt minimaal, maar het maakte op sommige plekken echt verschil welke kaart je kon laten zien.' 'Als sportredacteur bij Het Vrije Volk had ik een aardige portefeuille, alleen al aan de voetballerij. In die jaren had je in Vlaardingen nog Fortuna, en in Schiedam Hermes en SVV die alledrie op hoog niveau speelden. Ik heb toen ook een medewerker gezocht in Vlaardingen, omdat ik natuurlijk niet bij alle wedstrijden aanwezig kon zijn. Tussen de bedrijven door schreef ik ook voor Voetbal International en het blad De scheidsrechter, en ook Studio Sport wist mij te vinden als er iets 'Schiedams' nodig was. Dat waren geweldige jaren, want je kon overal heen en kwam nog weieens in het buitenland. Zo heb ik een jaar lang het Nederlands amateur voetbalelftal gevolgd. Dat begon met kwalificatiewedstrijden in België en eindigde met een tiendaags verblijf in Joegoslavië. Dat was echt een jongensdroom die uitkwam. Dat gold trouwens voor mijn hele journalistieke carrière. Het was vaak een ongeregeld leven, maar ik had het niet willen missen.' 'Eind jaren '70 werd het minder leuk. De neergang van Het Vrije Volk bleek niet te stuiten, ondanks succesvolle acties met extra bijlagen. De Schiedam Extra waar ik verantwoordelijk voor was, zorgde nog voor de broodnodige nieuwe abonnees. Het was echter niet genoeg. De krantenmarkt liep te hard terug. Op een bepaald moment zouden de 'ouderen' er bij Het Vrije Volk met een regeling uitgaan. Daar behoorde ik ook toe, maar met mijn 50 jaar voelde ik mij nog niet te oud om te werken. Toen ik benaderd werd door de gemeente om als tweede voorlichter te komen werken, heb ik dan ook niet geaarzeld: ik zei de praktische journalistiek vaarwel en ik werd ambtenaar. De eerste voorlichter daar was trouwens Dolf Buschkens, de vroegere verslaggever van Het Parool, een krant die op dat moment ook al uit Schiedam was vertrokken. Tien jaar lang ben ik gemeentevoorlichter gebleven. Toen was ik 60 jaar en kon ik met vervroegd pensioen. Dat betekende meteen wel weer nieuw journalistiek werk, want bijna gelijk daarna werd ik gevraagd om mee te werken aan een boek over de oorlogsjaren in Schiedam. Dat werd Schaduwen over Schiedam, een mooi project waar ik jarenlang samen met Ser Louis met veel plezier aan gewerkt heb. Tja, het journalistieke bloed kruipt toch waar het niet gaan kan.' 27 Musis Bas van Bochove, foto Robert Lantos

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2008 | | pagina 27