buurt, een prachtwijk die moest verdwijnen er was weliswaar een brandweerkazerne gebouwd, en er stonden her en der een paar rijtjes nieuwbouwhuizen, die onderling geen enkel stedenbouwkundig verband hadden, maar verder lag de Brandersbuurt er nog vrijwel net zo kaal bij als de slopers hem twintig jaar eerder hadden achtergelaten, en dat is op sommige plekken nog steeds zo. De geschiedenis zet je echter niet ongestraft bij het groot vuil. De lokale politiek doet nu wel onhandige maar goed bedoelde pogingen om Schiedam cultuurtoeristisch interessant te maken, en gebruikt daarvoor uitgerekend de geschiedenis van de brandersnijverheid, maar dat zal niet meer gaan, want wat de stad nog heeft van die geschiedenis, is wel mooi maar zeer eenzijdig. Met de Brandersbuurt had Schiedam nu geweldig kunnen scoren. De Unescolijst van Werelderfgoed was zeker haalbaar geweest. De 18de en 19de eeuwse branderijen en distilleerderijen én de grote huizen van de elite van de branders en distillateurs aan de Lange Haven zijn prachtig maar niet representatief voor de jeneverindustrie, want het traditionele hart daarvan klopte in de armoedige en rommelige Brandersbuurt. Zo'n proces van sloop en stadsvernieling dat Schiedam heeft doorgemaakt is onomkeerbaar. Laat ik één plek noemen waaraan vooral oudere Schiedammers nog met weemoed denken: Hotel Beijersbergen. Dit hotel was tevens stalhouderij en tot de vroege jaren zestig dé sociale verzamelplaats van Schiedam, waar de sportverenigingen na de wedstrijd met hun gasten naartoe gingen, waar de rotary vergaderde, waar de sociëteit De Vrijheid zijn wekelijkse bijeenkomst had, en waar ieder jaar Sinterklaas zijn intrek nam. In 1963 besloot de gemeente de hele hoek af te breken. Een echte reden was er niet, behalve dan dat het gemeentebestuur de sloop van zogenaamd verkrotte buurten als argument gebruikte om in Den Haag toestemming te verkrijgen voor wéér een contingent nieuwbouwwoningen. Daar, bij voorheen Beijersbergen, zijn we letterlijk maar één stap verwijderd van de Brandersbuurt die omstreeks 1970 zonder enig respect voor de geschiedenis van de aardbodem is weggevaagd, te beginnen met de afbraak de Zijlstraat, die dateert uit de vroege 17de eeuw, en heet naar een uitwateringssluis die daar van de 16de eeuw tot de demping heeft gelegen, en op het laatst vooral als open riool functioneerde. In de Brandersbuurt van nu valt weinig meer te herkennen van de bebouwing van weleer die door vele tekenaars en grafici is vastgelegd. Achter de Teerstoof zijn net als aan de Zijlstraat en de Sint-Pieterssteeg een paar oude huisjes - per ongeluk? - aan het laatste oordeel ontsnapt. Die laatste ogen nu haast nostalgisch en vallen weg tegen de achtergrond van de Oud-Katholieke kerk aan de Dam en de afschuwelijke nieuwbouw ertegenover. Wie er langs loopt, heeft geen enkele associatie met de Brandersbuurt, maar wie vervolgens recht voor zich uitkijkt, heeft dat wel, want die ziet de massieve branderijen die de sloop van de Verbrande Erven hebben overleefd en door de zich voor Schiedam verantwoordelijk voelende distillateur zelfs conscentieus zijn gerestaureerd. Maar geheel verdwenen daarentegen is het 9 Musis Hal Zakkendragershuisje circa 1965, foto Gemeentearchief Schiedam

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2008 | | pagina 9