Vlaardingse vissen
«-■J?
^"Tca. 'i.-t rf
^LA85 T
Peter de Lange
In de niet geringe stapel literatuur die er over de Vlaardingse
visserij in de loop der tijd is verschenen, bleef de periode
tussen de twee wereldoorlogen tot nu toe een min of meer
onbeschreven blad. "De publicaties over dat specifieke tijdperk
zijn summier," zegt Frans Assenberg, eindredacteur en co
auteur van het zojuist verschenen boek 'Eene beperking van
de visscherij', dat als eerste de Vlaardingse haringvangst ten
tijde van de economische wereldcrisis tussen 1929 en 1940
uitgebreid onder de loep neemt.
Een verklaring voor het bescheiden aantal publicaties tot nu toe
over die cruciale periode is eigenlijk niet goed te geven.
"Er is gewoon niet zoveel over geschreven," aldus Assenberg.
"De Vereniging Vrienden van het Visserijmuseum publiceert in
samenwerking met het museum twee keer per jaar de nieuws
brief De Spil en een keer per jaar het Jaarboek NETwerk, dat
meestal een wetenschappelijk karakter heeft. Daartussenin is
eigenlijk geen vehikel om een werk als dit boek te publiceren."
Het was dezelfde vriendenvereniging die besloot dat deze
lacune in de geschiedschrijving maar eens moest worden
opgevuld en een vijftal auteurs - Rob Beekhuizen, Peter
Zuydgeest, Jeroen ter Brugge, Henk Brobbel en Frans
Assenberg - de opdracht gaf de lotgevallen van de Vlaardingse
visserij in de jaren dertig van de vorige eeuw aan een nader
onderzoek te onderwerpen. Het project werd onder andere
gefinancierd uit het Hoogendijkfonds. Dit fonds werd door de
vereniging gesticht met kapitaal dat werd verkregen uit de
verkoop van een stapel exemplaren van een historisch werk
getiteld 'De grootvisscherij op de Noordzee', geschreven door
de overgrootvader van Jaap Hoogendijk. Jaap was de directeur
van de laatste Vlaardingse haringhandel De
Doggermaatschappij die in 1992 zijn panden aan de Koningin
Wilhelminahaven sloot. Hij vond enkele tientallen exemplaren
van het boek van zijn voorvader terug in een paar oude kisten
op zolder. Ze brachten genoeg geld op om het fundament te
leggen voor een fonds dat later, aangevuld met donaties, kon
worden aangewend voor nieuwe publicaties.
'Eene beperking van de visscherij' valt dus in zekere zin te
beschouwen als een nazaat van Hoogendijks historische
handboek. Ondanks deze verwantschap hebben de twee
werken weinig met elkaar gemeen. Toen Hoogendijk in de
negentiende eeuw de pen ter hand nam, was de visserij nog
een bloeiende bedrijfstak. Bij de verschijning van het boek van
het Assenberg-kwintet is dat allemaal verleden tijd. Van de
ooit zo indrukwekkende Vlaardingse vissersvloot is geen schip
meer in bedrijf. Het boek onderzoekt de oorzaken van dit
verval, dat al vóór de beschreven periode inzette en
vervolgens nog eens zware klappen kreeg te verwerken.
Musis 52
Een groot deel van de haringvloot van Uzermans Co. en de kolenschuit van H. Brobbel voor de kant, circa 1935.
(Collectie J. Borsboom/Stadsarchief VlaardingenI