Hlf
Souvenirs uit Schiedam
bÉi
beetje in. Mensen
kwamen vragen, wat ik
aan het doen was.
Dat gaf mij de gelegen
heid te vragen wat ze
vonden van Schiedam
als toeristenstad en van
mijn souvenirwinkel."
's Zomers ging ze ijsjes
verkopen, om mensen
over de drempel te
krijgen. En ze ging
praten met de VVV.
Daar bleek, dat
bezoekers die een
aandenken aan de stad
wilden meenemen,
maar uit een zeer
bescheiden assortiment
konden kiezen. "Qua Schiedam was er drie keer niks. Een paar
kaarten, een theelepeltje en een replica van het
zakkendragersbeeldje. Daar hield het wel mee op. Ik ben ook
nog gaan kijken bij een zaak die je toen op de Hoogstraat had
en die Schiedamse tegeltableaus verkocht. Alles bij elkaar was
het aanbod buitengewoon mager. Op beurzen werd ik
ongelovig aangekeken. Schiedam een souvenirwinkel? Hoezo
dat dan?"
Dat er tegenwoordig vingerhoedjes, peper en zoutstellen,
balpennen, glazen, tegeltjes, asbakjes en andere gadgets met
Schiedamse afbeeldingen erop bestaan, is haar eigen
verdienste. Al die artikelen heeft zij zelf ontworpen en
vervolgens laten maken bij een gespecialiseerd bedrijf.
Op de beurs wordt ze nu kortweg 'Schiedam' genoemd.
In het begin toonde het publiek weinig belangstelling voor
haar assortiment. Ze moest het hebben van schaarse
liefhebbers. En van trouwe fans, zoals een man die jaarlijks
zo'n vier, vijf keer binnenliep voor een porseleinen Schiedam-
asbak. "Hij kocht ze om me te helpen, al liet hij dat niet
merken. Op een keer vroeg ik waar hij toch al die asbakken
voor nodig had. Hij zei: ik laat ze telkens uit m'n handen
vallen."
Maar na verloop van tijd begon de vraag te stijgen en bleken
Schiedam-souvenirs een gat in de markt te vullen. Bedrijven
die buitenlandse relaties een typisch Hollands cadeautje wilden
sturen, klopten bij Miranda van Jaarsveld niet tevergeefs aan
voor een bosje houten tulpen of een porseleinen
grachtenpandje. Ze werkt ook in opdracht. Omdat ze de kunst
van het platteelschilderen beheerst, is een geboortetegeltje
vervaardigen voor haar geen probleem. Voor de Chinese
klanten van Huisman Contractors maakt ze delftsblauwe
wandborden met hijskranen erop. Leuk decoratiewerk slaat ze
ook niet af. Voor een horeca-ondernemer die naar Bali vertrok,
beschilderde ze een twintigtal klompen met daarop de namen
van al zijn vaste klanten. Verder fungeert ze als spil van de
plaatselijke souvenirhandel. "Museum De Palmboom koopt bij
mij souvenirs in, idem de VVV en het jenevermuseum, al heeft
dat laatste nu plannen voor een eigen souvenirshop."
De allochtone bevolking blijkt ook een niet onderschatten
marktsegment te vertegenwoordigen. "Turken, Marokkanen en
Antillianen behoren tot mijn beste klanten. Ze zijn vaak trotser
op Nederland dan de Nederlander zelf. De typisch Hollandse
spullletjes die ze bij mij kopen, sturen ze naar huis om de
familie een indruk te geven van het land waar ze wonen.
De laatste jaren krijg ik ook steeds meer Polen. Rond
afgelopen Kerst had ik een ware Poolse invasie. Die kwamen
een partij shoppen, dat wil je niet weten. Wat die mensen
kopen? De gewone prullaria. Klompen, molens, en met het oog
op Kerst heel veel delftsblauwe kerstballen."
Ook over belangstelling van buiten de stad heeft ze niet te
klagen. Een paar jaar geleden had zij het geluk dat het
damesblad Libelle meedeed met de campagne schiedam.nu.
Met het speciale Libelle-gidsje in de hand, overspoelden
drommen vrouwen uit heel Nederland de jeneverstad om een
dagje te sightseeën, te lunchen en gezellig te winkelen.
De na-effecten van die publicatie merkt ze nog steeds.
Want nooit slaan dames bij een bezoek aan Schiedam dat
schattige souvenirwinkeltje bij dat pittoreske bruggetje over.
Miranda heeft haar plek met groot strategisch inzicht gekozen.
"Dit is de gouden spot," zegt ze. Ze zit in de loop van het
jenevermuseum en het Stedelijk Museum en maakt ook nog
eens deel uit van de mooiste gracht van de stad. "Ik ga hier
nooit meer weg, ook al beweren de pessimisten dat ik uit de
loop zit. Dat Passagedenken is op mij niet van toepassing."
Wat vindt zij van het toeristisch beleid van de stad? Is het
wervend genoeg? Laten VVV en stadsbestuur kansen onbenut?
Ze begint met te zeggen dat nieuwe klanten uiteraard altijd
welkom zijn. Toch vraagt zij zich af of Schiedam wel koste wat
kost moet proberen drommen toeristen binnen te halen.
"Natuurlijk is het leuk als buitenlanders je stad bezoeken.
En er is wat dat betreft zeker meer te halen, met name via het
water. Zet een gids of een bord bij de uitgang van de
cruiseterminal in Rotterdam. Met de watertaxi ben je hier in
een wip. De vraag is alleen, hoe ver wil je gaan? De charme
van Schiedam is juist het ongerepte. Alles hier is nog echt.
Maak er een toeristenkermis van en je krijgt een kitsch-imago.
De grote denkfout is, dat je de toerist moet entertainen.
Je moet ze geen voorgekookt programma aanbieden. Je moet
ze de stad zelf laten ontdekken. Daar beleven ze veel meer
plezier aan. Daarom vind ik het veel belangrijker dat er in de
binnenstad meer bankjes en zitgelegenheden komen, dan dat
er koetsjes met toeristen over de Lange Haven gaan rijden."
Oppassen voor kitscherige toestanden? Klinkt dat niet een
beetje dubbel uit de mond van iemand die haar brood verdient
met de handel in kitsch?
Ze moet er hartelijk om lachen. "Ik ben zelf gek op kitsch,"
bekent ze. "Als ik naar Venetië ga, koop ik toch echt die
gondel met lichtjes. Acties die het imago van Nederland willen
veranderen omdat tulpen en molens uit de tijd zijn, hoeven
niet te rekenen op mijn steun. Natuurlijk heb ik prullaria in de
winkel. Ik handel in clichés. Maar evengoed behoren tulpen en
molens tot ons culturele erfgoed. Ik ben een boerendochter,
ik heb zelf nog op klompen gelopen. Met het Melkmeisje van
Vermeer ben ik zeer vertrouwd. En zeg niks verkeerds over
klompen. De klompen die ik verkoop, komen niet uit een
souvenirfabriek, ze zijn gemaakt door een ambachtelijk
klompenmaker. Ik heb klanten die ze speciaal bij mij kopen,
omdat ze zo lekker lopen. Het spijt me dat ik er altijd bij moet
zeggen dat dat genoegen over een jaar of vijftien voorgoed
verleden tijd zal zijn. Want klompenmaker is een uitstervend
beroep: er zijn er nog maar negentien in heel Nederland.
Nog één generatie, dan weet niemand meer hoe het voelt om
op klompen te lopen. Dan moet ik kitschklompen gaan
verkopen. Ik zie er nu al tegenop."
67 Musis