Het Vlaardings n
De Werdegang van de Vlaardingse
museumplannen begon in 2000.
Musis was er snel bij om van de -
toen nog - beoogde directeur Jeroen
ter Brugge en diens politieke baas te
horen wat geschiedenis- en
museumminnend Nederland in
Vlaardingen voor heerlijks te wachten
stond. Daarna zijn redacteuren van
Musis met een grote regelmaat naar
Vlaardingen getogen om uit de
monden van verschillende
participanten in het museumplan te
horen welke nieuwe hobbel de
uitvoering nu weer bedreigde.
In Musis van april 2007 constateerde
Jeroen ter Brugge bij zijn vertrek naar
Rotterdam schuldbewust dat het hem
niet was gelukt zijn visie tussen de
oren van de plaatselijke politiek te
krijgen. Hij vertrok somber in de vrees
dat Vlaardingen een belangrijk
museum zou kwijtraken. In november
2007 kwamen weer hoopvolle
berichten uit Vlaardingen. Voor Musis
reden om er meteen twee redacteuren
op te zetten.
Laurens Priester
Henk Slechte
Het stond zo mooi in de Stadsvisie van februari 2000: het
museum hoort thuis aan de Westhavenkade. Daar moesten alle
museale voorzieningen worden geconcentreerd en de
museumkade moest krachtiger gestalte krijgen. Met de komst
van de Stichting Het Vlaardings Museum in 2002 kregen de
plannen een nieuwe ambitieuze en - op papier - krachtige
impuls. Het Visserijmuseum, het tot ver buiten de landsgrenzen
gerespecteerde Streekmuseum Jan Anderson, de voormalige
Oudheidkamer Vlaardingen, het archeologisch Museum
Hoogstad, het Stadsarchief en de ook al landelijk befaamde
Vlaardingse archeologie moesten samen meer Vlaardingse
geschiedenis en minder Nederlandse visserij gaan laten zien.
Het college van burgemeester en wethouders speelde met zijn
plannen voor een verzamelgebouw voor alle historische
instellingen toen al in op een trend die sindsdien in hoog tempo
terrein wint: het bij elkaar brengen van verwante erfgoed
instellingen in een multidisciplinair instituut, dat zich niet
beperkt tot exposeren, maar ook faciliteiten biedt aan onder
zoekers en weetgierige bezoekers die niet genoeg hebben aan
het tentoongestelde. Alle geschiedenis onder één dak. Daarin
wilde Vlaardingen voorop lopen. En terecht, want Vlaardingen
heeft de cultuurtoerist veel te bieden. Het is de enige stad met
een volledige verzameling rederijkersblazoenen en heeft een
documentatiecentrum voor de Noordzeevisserij dat in Europa
uniek is in zijn soort, om maar twee voorbeelden te noemen.
In 2003 liet de gemeente een plan ontwerpen voor een nieuw
'stadsgebouw' in het project Buizengat, de lokatie waar het Hof
van de ambachtsheren van Vlaardingen stond en Wilhem van
Ruytenburg woonde, die zijn beroemdheid dankt aan zijn
prominente aanwezigheid op de Nachtwacht van Rembrandt.
De Guide Bleu van Michelin was binnen handbereik
Natuurlijk moest nog veel werk verzet worden. Niet iedere
instelling was even ver met de registratie van de eigen collectie,
het beheer liet hier en daar nog te wensen over, er was geen
adequaat depot, en ook over wat wel en wat niet in het nieuwe
museum annex kenniscentrum thuishoorde, konden de
meningen stevig en soms fundamenteel verschillen. Musis heeft
het allemaal voor het nageslacht geboekstaafd. Het hoogtepunt
van de euforie was tevens het begin van de bestuurlijke
terugtocht die in 2005 zichtbaar werd, en in 2006 voor Jeroen
ter Brugge concreet werd, toen bleek dat de gemeente van de
nieuwbouw aan het Buizengat af wilde. Toen wethouder Ben
van der Velde in januari 2007 ook de archeologie en het archief
uit het plan haalde, was duidelijk dat er niet veel meer in zat
dan een uitbreiding van het museum aan de Westhavenkade,
die het nog net mogelijk zou maken om aan de visserij de
geschiedenis van Vlaardingen toe te voegen. Jeroen ter Brugge
trok zich terug, en vatte zijn besluit en zijn beweegredenen in
het Algemeen Dagblad van 6 februari 2007 treffend samen: 'een
paar weken terug kregen we van de gemeente te horen dat
nieuwbouw er niet in zat en een paar dagen later kreeg ik een
aanbod van het Maritiem Museum'. Exit Jeroen ter Brugge.
Op 1 mei 2007 trad E.J. Boelen aan als nieuwe directeur, als
tijdelijk directeur voor een jaar wel te verstaan, met de
opdracht het - ingekrompen en vastgelopen - museumplan vlot
te trekken en de uitvoering ervan uit te breiden. Dat betekende
het omvormen van het Visserijmuseum tot het Vlaardings
Museum met meer aandacht voor de geschiedenis van
Vlaardingen, maar zonder de visserijgeschiedenis los te laten,
met als extra attractie de stedelijke archeologie. Boelen kwam
uit het bedrijfsleven en had geen andere museale bagage dan
Musis 40