lef, maakt het verleden tastbaar lege oudheidkunde toe blanco gebied, ledereen dacht: daar zit niks. De vondsten toonden aan dat de streek al heel lang zeer intensief werd bewoond." De ogenschijnlijk onbeduidende weilanden van Midden-Delfland werden voortaan met andere ogen bekeken. De opgravingen trokken de belangstelling van professionele oudheidkundigen en mede onder hun leiding werden in 1959, op een paar honderd meter ten noordoosten van station Vlaardingen-West, bijlen en gebruiksvoorwerpen van aardewerk uit de steentijd opgedolven. Vanaf dat moment stond Vlaardingen definitief op de kaart als een belangrijke vindplaats. In die periode werd ook de basis gelegd voor een hechte en tot op de dag van vandaag voortdurende samenwerking tussen de amateurs van Helinium en de officiële wetenschap. Autoriteiten als professor Glasbergen en professor Modderman waren eind jaren vijftig, begin jaren zestig kind aan huis in Vlaardingen en Schiedam. Voor de lokale amateurs was het een bijzonder leerzame periode, want zij mochten niet alleen meehelpen in het veld, ze kregen ook nog eens gratis college in de oudheidkunde. Na de voltooiing van de buitenwijken concentreerden de archeologen zich in de jaren zeventig op stads vernieuwingsprojecten in de binnensteden. Daar werden vooral middeleeuwse resten aangetroffen, zoals bijvoorbeeld rond het kasteel Huis te Riviere in Schiedam of bij de Grote Kerk in Vlaardingen. Veel van deze opgravingen stonden onder leiding van het Bureau Oudheidkundig Onderzoek van Gemeentewerken Rotterdam, dat ook nu nog de archeologie in Schiedam coördineert. In Vlaardingen vond het stadsbestuur begin jaren negentig dat de rijke vondsten een eigen professionele aanpak rechtvaardigden. Tot dan toe was gewerkt met onbezoldigde archeologische adviseurs, een taak die jarenlang was waargenomen door Cees Wind en Jurrien Moree (in Schiedam vervulden Chris de Roo en Leen Kaal een vergelijkbare rol). In 1993 trad Jeroen ter Brugge aan als eerste gemeentelijke archeoloog van Vlaardingen. Tim de Ridder volgde hem in 1997 op als hoofd van het Vlaardings Archeologisch Kantoor (VLAK). 79 Musis In de natte winter van 1960/61 werden er in Schiedam, ten noorden van de huidige A20 sporen uit de ijzertijd aangetroffen. Heliniumleden slepen een waterpomp naar de opgravinglocatie om de werkputten droog te pompen. Foto: Helinium

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2008 | | pagina 79