De dagbladen waren zo Ingrid van der Vlis Ruud van Houwelingen was in Schiedam en Vlaardingen een spraakmakend journalist. Begonnen in het Schiedam van de jaren vijftig deed hij vooral van zich spreken in het Vlaardingen van de jaren zeventig. Als chef-redacteur van de huis-aan-huisbladen in het noordelijke Waterweggebied veranderde hij grondig het aanzien van de advertentiebladen. De Tante Betje van weleer bleek een grimmig vrouwspersoon, die de harde werkelijkheid niet uit de weg ging en maling had aan gevestigde reputaties. Met zijn journalistieke intuïtie, grote kennis van de politieke verhoudingen en het lef op te schrijven hetgeen hem ter ore kwam, was hij met de handicap van slechts twee uitgaven per week zijn dagbladcollega's vaak ver voor. Ruud genoot ervan. De journalistieke carrière van Ruud van Houwelingen (1935) begon - als voor zovelen - in Schiedam. Hij zat nog op school, maar de verdiensten van 5 cent per regel waren aanlokkelijk genoeg om daarnaast af en toe iets voor het Rotterdamsch Nieuwsblad te schrijven. "Ik ben in 1954 begonnen, bij de vermaarde journalist Lutke Meijer. Een bijzondere man, niet zozeer een heel aardige of getalenteerde man - maar wel bijzonder. Dan mocht ik in het weekend naar een toneelvoorstelling en maakte ik daar een verslag over. Ik heb op die manier voor het Rotterdamsch Nieuwsblad geschreven, af en toe iets gedaan voor de Geassocieerde Persdiensten (GPD) en daarna voor het Stadsblad. Dat laatste was een huis-aan-huisblad, door velen zeer denigrerend een 'advertentieblad' genoemd. We schreven er wel voor, ik ook, maar eigenlijk hoorde dat niet." In de jaren vijftig en zestig lag het nieuws in Schiedam op straat. Van Houwelingen: "Als journalist kwam je in die roerige jaren tijd te kort. Zelf woonde ik aan de Julianalaan, en van daaruit ging ik alle mogelijke evenementen af. De protestacties, de commotie rond de sloop van de Brandersbuurt, de rellen rond Jan Schaper - daar was je allemaal bij. Je hield alles bij, want alles moest gevolgd en verslagen worden. Nou ja, bij wijze van spreken dan - je mocht ook weieens iets missen. Niet voor niets is een zeer bekend journalistiek spreekwoord: 'Wat vandaag nieuws is, daar wordt morgen de vis in verpakt.' We gingen er vaak zelf achterheen, maar het nieuws kwam ook wel naar ons toe. Ik zat weieens bij het Vierkantje, en daar kwam het nieuws gewoon voorbij lopen. Daar hoefde je niet zoveel moeite voor te doen. Ook de Schiedamse Gemeenschap zorgde er wel voor dat hun nieuwsberichten bij de kranten terechtkwamen. Was er geen nieuws, dan maakte men dat er wel van. Soms waren het de meest rare zaken die journalistiek tot ophef konden leiden. Zo werd er in 1962 een nieuw toilet geplaatst in het Stedelijk Museum. Dat werd enorm luxe gedaan, en waarom? Omdat de majesteit kwam. Dat vond ik zo'n onzin, en daar heb ik dan ook uitgebreid over geschreven. Toen mocht ik voorlopig niet meer in het museum komen. Niet dat ik mij daar iets van aangetrokken heb, maar zo ging dat toen - dan kreeg je 'straf' en dus geen informatie meer. Dat maakte niet zoveel uit, want er was altijd wel een tegenpartij. In een samenleving die zo doortrokken was van de politiek, was er altijd wel een politieke tegenstander die juist wél iets wilde zeggen." Dat politieke karakter wordt door Van Houwelingen tegenwoordig zeer gemist. "Er is zoveel veranderd in het Maar ik heb niet getwijfeld hoor. Journalistiek is een prima vak - ik heb nooit iets anders gedaan en ook nooit iets anders gewild Musis 86

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2008 | | pagina 86