alchemisten. Die collectie bevat een aantal hoogtepunten uit
de prentkunst, waaronder de gravure die is gemaakt naar de
tekening van het laboratorium van een alchemist door Pieter
Brueghel de Oude uit 1558. De originele tekening bevindt zich
in Berlijn, maar is door verschillende graflei 'in het koper
gezet', onder wie Hieronymus de Cock die het exemplaar in de
collectie Brinkman heeft gemaakt. Het is een van de eerste
afbeeldingen van de werkplaats van een alchemist, en Iaat niet
alleen diens laboratorium zien, maar ook de toestand van zijn
gezin. Door de armoede af te beelden die het gevolg is van de
alchemistische verdwazing vertoont hij de dwaasheid van de
alchemie in het bijzonder en van het najagen van
materialistische dromen in het algemeen. De alchemist heeft
alleen oog voor zijn eigen experimenten, en het ontgaat hem
volledig dat de beurs van zijn vrouw leeg is en zijn kinderen
tevergeefs naar eten zoeken. In de vista van de prent heeft
Brueghel afgebeeld hoe het gezin uiteindelijk in het armenhuis
belandt. Dat hij de alchemist een dwaas vindt benadrukt hij
door de knecht een zotskap op te zetten en de lezende man te
laten wijzen naar een tekst met het opschrift Alghe Mist, een
woordspeling uit de samenspraak Alchumista (goudmakerij)
uit de Colloquia familiaria waarin Erasmus de dwaas beschrijft
die alles over heeft voor het vinden van de Steen der Wijzen
om goud te kunnen maken. De spotprenten vormen een
vermakelijk deel van de collectie. Twee Engelse
spotprentenmakers die gebruik hebben gemaakt van de
alchemistische beeldtaal zijn James Gillray en Thomas
Rowlandson, allebei aan het eind van de 18de en in het begin
van de 19de eeuw. Gillray heeft in 1796 op zijn prent The
Dissolution de staatsman William Pitt afgebeeld als alchemist
die met een blaasbalg (de Engelse kroon) een oven opstookt,
waarop een grote distillatiekolf met daarin het Engelse
Parlement staat. Pitt hoopte door deze distillatie de ontbinding
(dissolution) van het Parlement te kunnen bewerkstelligen om
daarna nieuwe verkiezingen te kunnen uitschrijven en dan zelf
van hun geheimzinnige werk en hun slechte reputatie
de macht te in handen te krijgen. Ook Nederlandse professor Harry Snelders de publicistische rij sluit met een
spotprentenmakers hebben zich bediend van de alchemie. verhelderend overzicht van de collectie Brinkman. Het is een
Romeyn de Hooghe, bekend als de kunstenaar die knappe én prachtig boek, maar soms fronst de oplettende lezer zijn
perfide propagandistische prenten voor koning-stadhouder wenkbrauwen, bijvoorbeeld als hij bij kunsthistorica Clippel
Willem lil maakte, heeft omstreeks 1674 op Het groote leest dat David Teniers II de alchemist afbeeldt als een pseudo-
stookhuis. Der princen dezes tijds, in Europe, het Duitse wetenschapper met alle uiterlijke kenmerken van dien, zoals
keizerrijk met zijn bondgenoten voorgesteld als het werken exotische kleding, en de paardenschedel die symbool staat
met een drietal ovens, en de zachtmoedige Johan Braakensiek voor de geestelijke hoogmoed en menselijke verdwazing, en
heeft op een prent voor De Amsterdammer in 1915 de aangeeft dat het alchemistische streven naar rijkdom en roem
belasting voorstellen van minister van Financiën M.W.F. Treub niet naar God voert (p. 32), terwijl professor Snelders (p.79)
bespot door hem af te beelden als alchemist. juist benadrukt dat dezelfde Teniers de alchemist vertoont als
Spotprentenmakers gebruikten de alchemie als metafoor voor serieuze onderzoeker in zijn laboratorium, zonder enige vorm
ijdele politieke hoop. van bedrog of geldzucht. De woning van de kunstgeschiedenis
kent vele kamers, maar deze lijken zich toch in verschillende
De collectie Brinkman is op de tentoonstelling in het woningen te bevinden. De lezer en beschouwer moet zelf
Jenevermuseum voor het eerst in Nederland integraal te zien. maar oordelen. Daarvoor worden hem voldoende instrumen-
Bij de coproductie met het Nationale Jenevermuseum in ten aangereikt. Een ronduit gemiste kans is het ontbreken van
Hasselt is ook een bundel verschenen, waarin professor een lijst van alle prenten in de collectie Brinkman, genummerd
Eric van Schoonenberghe het ontstaan van de alchemie en de en voorzien van de titel, de naam van de maker, de techniek
evolutie daarvan in de Nederlanden behandelt, kunsthistorica en het jaar van publicatie. Er worden nog wel prenten aan de
Karolien de Clippel het beeld van de alchemist in de collectie toegevoegd, maar in zo'n fraai en breed opgezet
zeventiende-eeuwse schilderkunst van de Lage Landen boek, dat ook nog als catalogus dient bij de eerste Nederlandse
beschrijft, schilderijenconservator Arie Wallert van het presentatie van de gehele collectie had zo'n overzicht niet
Rijksmuseum in Amsterdam uitlegt wat de alchemisten hebben mogen ontbreken. Dat alles neemt niet weg dat de twee
betekend voor de kleur op schilderijen en miniaturen, Kevin jenevermusea de prentenliefhebbers in België en Nederland
D'heedene de alchemie in een filosofisch kader plaatst en met deze tentoonstelling een groot plezier doen.
99 Musis