De Huishoudschool tegen de vlakte Hans van der Sloot Volgens Bert van Bommel mogen de Vlaardingse bestuurders blij zijn dat ze over meer dan één hersencel beschikken. Dit schrijft hij althans op de website Zwartwitte Vlaardinger aan Arie Ouwendijk als mede-connaisseur van de oude vissersstad en medebeschermer van al wat voor de boeggolf van deze turbulente tijden aan erfgoed kan worden weggegraaid. Van Bommel heeft het dan over de sloop van de voormalige huishoudschool aan de Van Hogendorplaan. Dat valt met die hersens dan nog reuze mee, ben je als Schiedammer al snel geneigd te denken. Alleen.wat verschilt de Vlaardingse politiek van de Schiedamse is dan onmiddellijk de vraag. Weinig, afgaande op de berichten in de krant en de periodieke live-uitzendingen van de beraadslagingen van onze gemeenteraden. In woord bedoeld om de burger bij de politiek te betrekken en te interesseren in het bestuur van hun beider steden, in werkelijkheid een ontluisterend vertoon van zelfingenomenheid en onvermogen om zich met iets groters dan het onbetekend detail bezig te houden. Bert van Bommel is als monumentenbeschermer, - een onbezoldigde Junctie die in Vlaardingen de positie van missionaris nog het dichtst benadert - woest op zijn gemeentebestuur. Zag het college nog maar enkele maanden geleden kans om met handlichten van de procedure de voormalige ambachtsschool aan de Deltaweg ten behoeve van prestigieuze woningbouw soldaat te maken, thans ging de beuk in de voormalige huishoudschool. En met vreze mag de toekomst tegemoet worden gezien van het - al eveneens voormalige - sportpark dat de Shell de gemeente Vlaardingen in de vroege jaren vijftig cadeau deed, het station Vlaardingen Oost, als één van de best bewaarde kleine ontwerpen van de spoorwegarchitect Van der Gaast en de voormalige fabriekshallen van Huig Maaskant achter het Cincinnatigebouw. AI deze gebouwen - die even zovele kwalificaties als monument verdienen of in het minste geval als industrieel archeologisch erfgoed bescherming rechtvaardigen - staan in de directe omgeving van de gesloopte huishoudschool. En al deze gebouwen vormen tezamen op Vijfsluizen een monumentaal trapveldje waarop de gemeente Vlaardingen met het stationnetje links en de metrohalte rechts een aardige winst bij elkaar denkt te kunnen spelen. Nu is de monumentendiscussie in Vlaardingen een zwaar beladen thema, hetgeen niet alleen het stadsbestuur te verwijten valt, maar evenzeer mag worden aangerekend aan de monumentenbeschermers met Bert van Bommel als tirailleur in de voorste loopgraven. Cruciaal daarin is het gegeven dat Vlaardingen zich beroept op een schat aan erfgoed uit de Wederopbouwperiode - dus grofweg de periode 1946 tot 1970. Enkele jaren geleden is door restauratiearchitect Bert van Bommel en architect Rikkert Wijk de Inventarisatie Wederopbouw geschreven waarmee heel wat bouwwerken plots enige lokaal- monumentale glans verwierven Echter...., het hele begrip Wederopbouwarchitectuur is eigenlijk een krakende en redundante parafrase. Geen architectuurcriticus of-historicus kan ermee uit te voeten. Het is een niks, minder nog dan een open deur. De Amsterdamse- en Delftse school, het Functionalisme, het Nieuwe Bouwen en het Rationalisme om maar een paar richtingen te noemen, zijn stijlbegrippen. De 'wederopbouw' benoemt daarentegen een periode. De officieel door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap gehanteerde definitie luidt als volgt: 'Het erfgoed van de Wederopbouw omvat de resultaten van (steden)bouwkunst en landinrichting uit de periode 1940-1965 en sluit daarmee aan op het jongere erfgoed uit de periode 1850-1940. De Wederopbouw omvat zowel het feitelijke herstel van de oorlogsschade in de bestaande omgeving als het naoorlogs herstel van de algemene bouwproductie en de daarmee gepaard gaande omvangrijke stads- en dorpsuitbreidingen (vroeg-naoorlogse wijken), aanleg van haven- en industriegebieden, infrastructurele werken, herinrichting van het landelijk gebied en wederopbouw van boerderijen. Ook de interieurs en de toegepaste kunst in en aan architectuur uit de periode 1940-1965 behoren tot het onderzoeksgebied'Hoort de wind waait door de bomen. En door het gedachtegoed van de hooggeleerde commissie die er drie jaar over heeft mogen doen om deze nieuwe kleren van de keizer te ontwerpen. Vlaardingen heeft een niet onaanzienlijk aantal bouwwerken uit deze periode. Soms verbonden met (elders) klinkende namen. Want in waarde en waardering is er natuurlijk een tussen het stedenbouwkundig ontwerp van de Westwijk van Van Tijen tegenover de onbeschaamde glamour van het Groothandelsgebouw dat hij samen met Huig Maaskant ontwierp. In het geval van de Huishoudschool aan de Van Hogendorplaan hebben we het niet over een ontwerp dat zich kan meten met bijvoorbeeld het monumentale Bouwcentrum van Joost Bokx, het Stadhuis van IJmuiden van Dudok of Bakema's aankomsthal en werkplaats voor de Holland Amerikalijn in Rotterdam. Van Bommel cs hebben gelijk als zij wijzen op de veelheid aan erfgoed uit de wederopbouwperiode in Vlaardingen. De slopers echter ook waar zij vraagtekens zetten bij de - nog onbevestigde - waarde van dit bezit. Want wat Vlaardingen ontbeert is een objectieve kwalitatieve waardering van de bouwwerken uit de wederopbouwperiode. De door Bert van Bommel op internet geplaatste kritiek op de sloop van het schoolgebouw, mist de rationele grond waarop een discussie mogelijk zou zijn. Hij speelt daarmee de slopers nu en in de toekomst in de kaart. Zijn verwijten aan het adres van het Vlaardings gemeentebestuur zijn een emotionele uitval; 'Tegen zoveel domheid kan toch geen enkel zinnig mens meer op. Het staat ongeveer gelijk met het uitleggen van de relativiteitstheorie aan een groep zuigelingen. Laat ze zich op het stadhuis maar vergenoegd wentelen in het waanidee dat ze meer dan één hersencel hebben. Om van oude dingen te genieten hoef je niet in Vlaardingen te blijven (beter niet zelfs!). Zolang je maar je ogen sluit zodra je de gemeentegrens passeert en de plaatselijke kranten ongelezen bij het oud papier doet, valt er merkwaardigerwijs zelfs in Vlaardingen te leven'. Ook bij deze gedachte van Bert van Bommel kan een geboren Schiedammer zich best iets voorstellen. Hetgeen niet wegneemt dat zijn strijd om behoud van het architectonisch en stedenbouwkundig erfgoed Don Quichotte-achtige trekken krijgt. Ook al veronderstelt hij op aannemelijke gronden dat de lokale politicus ook werkelijk de opvatting is toegedaan: 'Met één hersencel red je het wel'. 109 Musis

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2008 | | pagina 109