2
voor vrouwenzaken
als rode draad
4~*
sp>'
fg
(fCL
v
meisje van nog geen twintig te vroeg. Na de oorlog waren
overal spoedopleidingen voor onderwijzer(es)In Rotterdam
was een particuliere opleiding die mensen met ULO toeliet.
Die heb ik gevolgd en in 1950 was ik bevoegd onderwijzeres,
maar nog wel zonder alle bij-aktes. Ik heb toen vijf jaar in
Zevenhuizen gewerkt en in die tijd mijn aktes gehaald. Je had
toen eerste, tweede en derdeklas gemeenten, en de hoogte
van je salaris was afhankelijk van de klasse van de gemeente.
Zevenhuizen was derde klasse en ik wilde graag wat meer
gaan verdienen. Schiedam was een eersteklas gemeente en
daar zocht de Jan Ligthartschool aan het Frans Halsplein een
onderwijzer(es). Ik heb gesolliciteerd, het schoolhoofd en de
gemeentelijke onderwijsinspecteur kwamen kijken hoe ik les
gaf, en ik kreeg de baan. Zo ben ik in Schiedam terecht
gekomen.
Ik kom uit een sociaal-democratisch nest. De noodzaak van
emancipatie is me daar met de paplepel ingegeven en de strijd
voor vrouwenzaken loopt als een rode draad door mijn hele
bestaan. Toen ik in Schiedam hoorde dat wethouder Sabel
(PvdA) van onderwijs graag een vrouwelijk schoolhoofd wilde,
heb ik direct gesolliciteerd. De reactie van de rijksinspecteur
was een koude douche: 'ze hebben in Schiedam nog nooit een
vrouw als hoofd benoemd, en dat zijn ze nu ook niet van plan.
Kom maar naar Rotterdam, daar lukt het wel'. Ik was toen al
actief in de afdeling van de Partij van de Arbeid en heb meteen
aan een raadslid verteld dat ik had begrepen dat de
gemeentelijke inspecteur zou zorgen dat er geen vrouw
"Het is natuurlijk aardig, als mensen je een plezier willen doen
met zo'n onderscheiding, maar voor mij hoeft het niet. Ik kom
uit een goed nest, had lichamelijk en geestelijk de juiste
conditie, had een goede en interessante man en heb altijd
werk kunnen doen, dat ik boeiend en belangrijk vond. Dat is
geen verdienste. Integendeel ik ben door dat alles meer dan
voldoende beloond. Het heeft allemaal meegezeten. Ik kom uit
Den Haag, uit het Laakkwartier, waar ik op een openbare
lagere school zat, een monteressori-achtige school, wat goed
bij me paste, omdat je weektaken kreeg. Ik had die meestal
halverwege de week klaar en ging dan lezen. Omdat thuis
enige financiële inbreng wel nodig was, ben ik naar de ULO
gegaan en daarna meteen gaan werken. Dat was in de oorlog.
Toen werden diensten uit de grond gestampt, waarvoor veel
personeel nodig was, dat dan ook uit alle hoeken en gaten
werd aangesleept. Zulk personeel was nauwelijks gemotiveerd.
Het werk was saai en het doel ook niet positief. Zo'n dienst
was de distributie. Daar was ik jongste bediende bij de 'sectie
zeep'. Ik ben maar kort gebleven en gaan werken bij De
Nederlanden van 1845, een verzekeringsmaatschappij, waar ik
op de 'afdeling wiskunde' premies en reserves uitrekende.
Als vrouw had je weinig maatschappelijk perspectief. Ik had in
1945 eigenlijk mijn plafond al bereikt en dat vond ik voor een
benoemd werd. Dat hielp en ik werd hoofd van de Theo
Thijssenschool aan het Edisonplein. Ik was het eerste
vrouwelijke schoolhoofd bij het openbaar onderwijs in
Schiedam, en daar ben ik mijn hele leven trots op geweest.
Dat heeft meer voor me betekend dan mijn wethouderschap
en alle eerbetoon dat me ten deel is gevallen. Het was een
noodzakelijke doorbraak, en ik heb die voor elkaar gekregen.
De sociaal-democratie en de vrouwenbeweging lopen als rode
draden door mijn leven. Mijn ouders waren overtuigde
SDAP'ers. Ze liepen met een gebroken geweertje, tot 1938,
toen met de Kristalnacht in Duitsland de jodenvervolging
begon. Toen hebben ze het afgedaan. Ik was lid van de AJC
(Arbeiders Jeugd Centrale) en ben in 1946 in Den Haag bij de
Partij van de Arbeid gegaan. Dat sprak vanzelf, en dat heeft me
ook gevormd, wat niet wil zeggen dat ik klakkeloos achter
alles aan liep. Ik heb gehoopt en ook gedacht dat de
maatschappij na de oorlog humaner en geëmancipeerder zou
worden, en dat de PvdA een echte doorbraakpartij zou
worden. Dat is allemaal niet gebeurd en vooral de emancipatie
van vrouwen is een harde en lange strijd geweest. In Schiedam
ben ik in 1955 politiek actief geworden, maar ik zat nog in het
bestuur van de AJC en moest veel het land in. In Schiedam was
ik vooral belast met de feesten en partijen binnen de partij.
115 Musis
s