umentaal tekenen In het Stedelijk Museum
Aji V.N.
Een eerste blik op het werk van Aji V.N. (Kerala, India, 1968) is
zelden genoeg. Hoewel de composities veelal sober zijn, zijn
het tegelijk zoekplaatjes waarbij de beschouwer wordt
gevraagd mee te dwalen in poëtisch uitgestrekte
landschappen. De kleuren zijn zacht zelfs als het gaat om
zwart. Maar een skelet verscholen in het geel en oranje van de
woestijn buigt die zachte harmonie tot wrede werkelijkheid.
Net zoals de stekelige punten van de planten de lijnen
contrasteren. Details zijn plotse stoorzenders in een vredig
geheel. De zoete beelden hebben daardoor een bittere
bijsmaak.
Aji V.N. tekent al op jonge leeftijd en de keuze voor de
kunstacademie was een logische stap. Houtskool op gekleurd
papier en waterverf zijn de materialen waarmee hij zijn eigen
handschrift ontwikkelt. Zijn thema's variëren van menselijke
figuren, bos, woestijn, zee tot lucht. Reizend tussen India en
Rotterdam (letterlijk en figuurlijk) bewaart Aji de beelden in
zijn hoofd om deze noch plaatsgebonden noch
cultuurgebonden. Echter wie ooit heeft kennisgemaakt met
Kerala en met name de uitzonderlijke natuur van deze Indiase
deelstaat kan een een zeker geval van herkenning niet
onderdrukken.
Hans de Wit
Hans de Wit (Eindhoven, 1952) tekent ondefinieerbare
organische vormen. De beelden tonen een versmelting van
natuur en machines, bijna altijd verrijkt met kronkelige
groeiseis. De tekeningen zijn intens, monumentaal en
fantasievol. Hoewel raadselachtig, dringt er een realiteit
doorheen; een kunsthistorische en een hedendaagse. De
complexe voorstellingen die hij nu maakt zijn zeer
gedetailleerd uitgewerkt. De betekenis is niet eenduidig, het
tijdsbeeld evenmin.
Hedendaagse associaties wisselen zich af met futuristische
creaties. Virtuoos tekent de kunstenaar deze beelden op
papier, waarbij de maat vrijwel altijd gelijk is: 148 x 260 cm.
In een dromerige maar tegelijkertijd dreigende sfeer als
tekende hij met houtskool en pastel cicaden, deze met
geheimzinnigheid omgeven insecten die eerst jarenlang als
larven onder de grond leven om -in Zuid Europa - in hun
laatste levensfase met soms oorverdovend lawaai af te sluiten.
Robbie Cornelissen
Robbie Cornelissen (Utrecht, 1954) weet wat diepte is. Zijn
tekeningen getuigen ervan.
Zelfs als er sprake is van een tekenblad vol langgerekte
horizontale lijnen, voel je als beschouwer dat het zindert onder
het potlood. De diepte kan architectonische vormen
125 Musis