Op dit moment is Gerard bezig met het vergroten van negatieven uit zijn archief. "Er komen echt juweeltjes boven. Ik heb zo veel gemaakt dat ik sommige ben vergeten, maar nu ik ze weer zie weet ik direct weer waar ik ze gemaakt heb." Hij wijst op een foto waarop mannen met helmen in een vlechtwerk van betonijzer een gigantisch dok bouwen voor de reparatie van mammoettankers. "Kijk eens hoe klein die mannetjes zijn en van de Arbo-wet was toen natuurlijk nog geen sprake." Zijn foto's verkopen goed, vooral de foto's van de Rotterdamse havens vinden gretig aftrek. "Rotterdammers zijn chauvinistisch hoor, die willen graag een mooie foto van de haven". Gerard heeft in de loop der jaren een eigen klantenkring opgebouwd. Hij verkoopt het zelf, maar ook via een interieurwinkel die zijn werk in de showroom heeft hangen. Daarnaast maakt hij werk in opdracht. Dat varieert van een bedrijf dat graag foto's wil van het pand door Gerards fotografenogen gezien, en particulieren die hun mooie badkamer op zijn manier vereeuwigd willen zien. Maar ook maakte hij foto's van hele sterke touwenknopen die op het punt staan te breken voor een advocatenkantoor dat veel echtscheidingszaken doet. Ook Marjo maakt sinds 1993, naast haar autonome werk, werk in opdracht. Haar werk heeft sinds de autobiografische periode een ontwikkeling doorgemaakt waarmee ze zich steeds meer naar buiten richt. In eerste instantie letterlijk, de muren van haar interieurs weken en de plafonds klapten open. Na bestudering van het werk van Piet Mondriaan komen er lege kleurvlakken in haar werk en verschuift de aandacht van het klassieke midden naar de randen van het schilderij. Haar schilderijen zijn nog steeds groot, maar hebben nu meer het karakter van een collage. Maar ook in figuurlijke zin richt Marjo zich naar buiten. De aandacht voor de mens, en dat wat hem bezighoudt, haalt ze nu niet meer uit herinneringen uit haar eigen leven, maar uit dat van anderen. Marjo schildert portretten, maar niet in de traditionele zin, het zijn eerder persoonlijke schilderijen. "Ik praat met de opdrachtgever om er achter te komen wat voor die persoon belangrijk is. We zoeken samen foto's en beelden uit van dierbare personen en situaties", vertelt Marjo. "Zelf voeg ik ook beeldelementen toe, die ik vind passen bij de persoon en de uitgangspunten van het schilderij. Ik gebruik symbolen, zoals een schaal, als een verbindend element, of een papieren bootje, dat nooit echt kan varen en daardoor symbool staat voor dromen en verlangens." Gerard en Marjo van Soest zijn altijd met hun werk bezig. Gerard is veel op pad en heeft altijd iets te zien, of hij nou uiteindelijk een foto maakt of niet. Hij kijkt met zijn fotografenoog in kaders, 'iets is altijd een mogelijke foto'. Marjo gaat elke ochtend om een uur of tien naar haar atelier en komt rond een uur of zes weer terug. Eén avond in de week, vroeger waren het er drie, geeft Marjo les aan de Koninklijke Academie voor Beeldende Kunsten in Den Haag. Het vak koptekenen heeft zij lange tijd als roostervak gegeven. De laatste jaren is het tekenen autonoom geworden, waarbij de 'kop' nog steeds een grote rol speelt in haar lessen. "Ik vind het heel uitdagend om te doen. Ik leer mijn studenten het belang van goed en bewust kijken, het werkelijk kunnen waarnemen vind ik een belangrijke basis voor het kunstenaarschap. Ik wil dat ze de rol van de beeldende intuïtie leren kennen, en dat ze kritisch naar zichzelf kunnen kijken. Ik wil ze beeldend zelfvertrouwen geven. Het gaat er niet om of ze iets moois maken, als ze maar iets wezenlijks maken, iets noodzakelijks. Je moet als kunstenaar iets te vertellen hebben". Musis 138 Waalhaven Rotterdam, Gerard van Soest

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2008 | | pagina 138