In memoriam Jan Schaper
Onverwacht, ondanks zijn hoge leeftijd, overleed vrijdag
11 april de cineast en fotograaf Jan Schaper. Jan woonde -
alweer sinds jaren - in het Zakkendragershuisje, ooit het
centrum van de door hem opgerichte Open Studio, een
acteerschool, maar bovenal centrum voor het uitdragen van
Jans kritische film- en wereldbeschouwingen en de veelvuldige
gedachtewisselingen tussen hem en de - in de loop der tijd -
talloze bezoekers van het huis.
De naam van Jan Schaper zal in Schiedam altijd verbonden
blijven met de strijd om het behoud van de 'Brandersbuurt'.
Een door hem bedachte naam voor het oude stadsdeel ten
noorden van de Dam en Noordvest met z'n smalle straten,
stegen en hofjes waar ooit de brandersknechts temidden van
tientallen grotere en kleinere jenevergerelateerde bedrijven
stonden. Een schilderachtige buurt, door Ferdinand Bordewijk
uitvoerig beschreven in zijn Verbrande Erven, waar de
jeneverfusten als een rij van zwarte wachters op de kade
stonden, de mandenvlechter en capsulefabrieken nog in vol
bedrijf waren en op gezette tijden de vertrouwde geur van
spoeling en jenever boven het water hing.
Officieel had Jan Schaper niets van doen met de acties rondom
de Brandersbuurt. De avond van het geruchtmakende treffen
tussen actievoerders en de geëmotioneerde burgemeester
Harm Roelfsema in de Korenbeurs bracht Jan Schaper rustig
door in het Zakkendragershuisje. Als reden gaf hij op dat hij
wilde voorkomen dat de aandacht te zeer op hem zou worden
gericht, terwijl het een initiatief was dat zonder uitzondering
door alle regelmatige bezoekers van het Zakkendragershuisje
gedragen werd. Hoezeer hij zich bij de strijd om de
Brandersbuurt betrokken voelde bleek echter toen Musis dertig
jaar na dato een dubbelinterview publiceerde met Jan Schaper
en Harm Roelfsema waaruit bleek dat beiden in hun
standpunten nog geen millimeter tot elkaar waren gekomen.
Jan Schaper zou daarmee de inspirator blijven van
verschillende kraakacties in dit gedeelte van de stad, waarvan
die van de voormalige mouterij De Goudsbloem door de groep
rond Bertus Noteboom, Ria Tobé, Hans de Ruiter en Marjan
Meijer met een blijvend resultaat zou worden bekroond.
De in 1921 in Den Haag geboren Jan Schaper trad direct na de
Tweede Wereldoorlog in dienst van de Rotterdamse redactie
van Het Vrije Volk. Tien jaar later exposeerde hij in 't
Achteronder aan de Witte de Withstraat een reeks foto's van
een naoorlogse Rotterdamse generatie die hoop, geloof en
onschuld vertegenwoordigde. Het fotograferen van deze
'nieuwe jeugd' midden Jaren Vijftig was voor Schaper een
voedingsbodem voor zijn eigen visie.
Inmiddels had hij in 1950 een prijs gewonnen die hem in staat
stelde een jaar samen te werken met de Duits-Amerikaanse
regisseur Robert Siodmak. Terug in Nederland en gevestigd als
cameraman behoorde Jan Schaper tot de televisiejournalisten
die door hun indringende, documentaire stijl en het voor
zichzelf laten spreken van de beelden een pioniersfunctie
hebben vervuld. Dat hij het geluk had het sensationele eerste
concert van de Rolling Stones vast te leggen, alsmede de
registratie van het eerste televisie-interview met Koningin
Juliana, versterkte zijn bekendheid slechts, evenals de beelden
van dominee Jesse Jackson en zijn registraties van de oorlog
in Vietnam.
Als filmer maakte Schaper drie grote documentaires, de
stadsportretten 'Vlaardingen Koerst op Morgen' (1955),
'Rotterdam, Stad Zonder Hart' (1966) en 'Schiedam Kiest voor
het Water' (1967). Het uitgangspunt van de films is het
gegeven dat de historische stad wordt onderworpen aan de
krachten van de nieuwe tijd, van wederopbouw en
stadsuitbreiding. Schaper toonde zowel de historische als de
eigentijdse kwaliteiten van de stad en gaf daarin een duidelijke
eigen mening. In Schiedam bracht hem dat in conflict met de
pas aangetreden burgemeester Harm Roelfsema, die na het
zien van de film in woede ontstak. Waar Schaper een
stadsportret presenteerde, had Roelfsema een promotiefilm
verwacht en decreteerde daarom dat dit wanproduct nooit
vertoond zou mogen worden. De waardering voor de film won
het op den duur echter van de burgemeesterlijke
verontwaardiging. En nog maar enkele maanden geleden trok
het Jenevermuseum met de presentatie van het gehele drieluik
Vlaardingen-Rotterdam-Schiedam enkele honderden
filmliefhebbers.
De films en de fotografie van Jan Schaper ademen dezelfde
sfeer als die van Ed van der Elsken, Eddy Posthuma de Boer en
Johan van der Keuken. Door zijn niet aflatende kritische
instelling en betrokkenheid bij zijn vakgebieden wist Jan
Schaper ook anderen - collegiaal - te inspireren. In navolging
van Henri Cartier Bresson zocht hij 'het beslissende moment'.
Dit maakte de registratie van het eerste concert van de Rolling
Stones in Nederland ook tot een film die tot op dit moment
blijft boeien. Niet omdat Schaper hier de komst van een viertal
wereldsterren voorspelde, maar door de manier waarop hij
met uiterste precisie de momenten vastlegde waarop de
vernielingen begonnen en de verbazing van Mick Jagger dat
diens muziek zoveel onbeheersbare emoties kon oproepen.
Twee fotografen met wie Jan Schaper graag samenwerkte
waren Hans Visser, een fenomenaal fotograaf die op latere
leeftijd de camera echter inruilde voor een bestaan als
duikinstructeur aan de Italiaanse kust en Robert Collette, die
als voetbalfotograaf de absolute top wist te bereiken.
Na jaren van stilte zou de waardering voor het werk van Jan
Schaper nog toenemen. Zijn fotodocument 'Gebeurde in
Rotterdam' waarin hij de Rotterdamse Lijnbaanjeugd
portretteerde, werd in 2004 opnieuw gepresenteerd door de
Rotterdamse galerie Cokkie Snoei. In 2005 draaide op het
Internationaal Filmfestival in Rotterdam de documentaire
'Jan Schaper - de stad, het licht en de film', in 2006 vertoonde
de Artotheek Den Haag binnen het kader van een
tentoonstelling van de fotografie van Robert Collette de
prachtige beelden van hun beider film 'De laatste man' over de
legendarische keeper Jan van Beveren en het Jenevermuseum
tenslotte bood in 2007 de vertoning van alle drie de delen van
zijn filmportret van de Maassteden Rotterdam, Schiedam en
Vlaardingen. Het waren alle eerbewijzen aan een pionier van
de televisiejournalistiek. En allen die Jan Schaper hebben
gekend zullen kunnen onderschrijven dat dit hem deugd moet
hebben gedaan. Hoewel hij natuurlijk op elk van de
presentaties wel het nodige aan te merken zal hebben gehad.
Want tot op het laatst van zijn leven bleef hij overtuigd,
kritisch en bovenal gedreven.
147 Musis