weer
terug bij af. Bij zijn bootjes
de Engelse Oostkust. Bekend omdat de componist Benjamin
Britten er woonde. Maar Stigter genoot er vooral van de
tientallen op het strand getrokken vissersboortjes.
Kleine schuitjes, precies het formaat waar hij van houdt.
Zulke bootjes verbeelden een ambachtelijke omgang met de
zee. Van die inhalige trawlers die in één tocht een halve
oceaan leegschrapen moet hij niets hebben. "Dat zijn geen
schepen. Dat zijn beesten," zegt hij afkeurend.
Een aantal van de scheepjes in Aldeburg heeft hij geschilderd.
Het plan om er meer te maken moest hij laten varen. Toen hij
laatst weer in hetzelfde stadje was, viel er geen schip meer te
bekennen. "Ze zijn zeker op zee", dacht hij nog naïef. Maar de
serveerster van de pub waar hij een biertje dronk, hielp hem
snel uit de droom. "Er zijn hier geen vissers meer," zei ze.
"De boten zijn allemaal naar de schroot."
Een bekend scenario, eigenlijk. In Normandië en Bretagne
maakte hij hetzelfde mee. "Daar kon je in de jaren zestig en
zeventig net zo veel vissersbootjes schilderijen als je wou.
De havens lagen er vol mee. Nu liggen er alleen nog jachtjes.
De vissers zijn verhuisd naar Noord-Frankrijk. Ze hebben hun
schuitjes verkocht en maatschapjes gevormd en groepsgewijs
grote trawlers aangeschaft. Want dat wil Brussel.
Schaalvergroting."
Jammer. Het is toch een cultuur die verdwijnt. Misschien is het
verdwijnen van dingen waar hij van houdt wel de reden
waarom hij schildert. "Misschien schilder ik wel geschiedenis,"
zegt hij. "Ik probeer het authentieke vast te leggen. Ik weet dat
veel van wat ik schilder, er straks niet meer is."
149 Musis