Het authentieke, die aanduiding neemt een centrale plaats in zijn idioom in. Hij had een groot huis in Maasland met authentieke 17e eeuwse meubelen, De Zeeman is een authentiek pand dat het waard is om in de huidige staat te blijven voorbestaan, wat zonde dat er door de woningbouw niets van het authentieke Buizengat is overgebleven. Maar als weemoed zijn drijfveer is, weet hij dat goed te verbergen. Of het is weemoed van een aangename soort. Een schilderij van Joop Stigter roept maar bij hoge uitzondering sombere gevoelens op. Hij gebruikt lichte, heldere, soms uitgesproken weelderige kleuren. Op veel van zijn werk is de hitte van de zon bijna lijfelijk te voelen. En is het op een doek al eens avond, dan hangt er nog een weldadige warmte in de lucht. Dat zie je reeds in zijn vroege werk. Dat havengezicht uit de late jaren vijftig - een trawler en een bunkerboot in de Vlaardingse KW-haven bij ondergaande zon - verschilt niet wezenlijk van dat onlangs voltooide doek met vissersschepen in de haven van Lauwersoog bij avond. Op beide schilderijen wordt de vergankelijkheid een beetje uitgelachen. De zon zakt weg achter de horizon, maar waarom verzuchten dat er alweer een dag voorbij is? Morgen wordt vast weer net zo'n een mooie dag als vandaag! Stigter is een sfeergevoelig mens. Hij zoekt het subtiele. Grote nooit de neiging gehad zelf te gaan varen. Maar het zeemansleven zit wél in de familie. "Aan mijn moeders kant waren het allemaal vissers en boetsters." Eén voorvader aan die zijde heeft loggers gebouwd bij Figee aan het Buizengat. Aan de kant van zijn vader waren het allemaal boeren. Ook van die cultuur heeft hij veel meegekregen. Hij is graag buiten. Vroeger maakte hij lange wandelingen door de polder. "En dan maar vogeltjes kijken." Maar er zijn zoveel authentieke elementen uit de polder verdwenen, dat hij zich er niet meer zo thuis voelt. Toen hij nog maar net in de kunst begon en geen cent te verteren had, bewoonde hij met zijn toenmalige vrouw voor vijf gulden in de week een eenvoudig huisje in de Maaslandse eendenkooi. Afgelegen, maar romantisch. En hij kon er ongestoord werken. Met altijd vogels om zich heen. "Het was een feest als de dotters bloeiden. Er zaten toen nog roerdompen en kemphaantjes in de polder. En zwarte stems." Het was ook wel eens afzien. Bij slecht weer naar de stad voor een boodschap was geen doen. In de extreem strenge winter van '63 lag de sneeuw een meter hoog rond het huis. "Zodra je de voordeur opende, renden de waterkippen massaal naar binnen, in de hoop iets te eten te vinden." Zijn credo is altijd geweest dat als je een interessant leven Hij gebruikt lichte, heldere, soms uitgesproken weelderige kleuren. Op veel van zijn werk is de hitte van de zon bijna lijfelijk te voelen. En is het op een doek al eens avond, dan hangt er nog een weldadige warmte in de lucht woorden gaat hij liever uit de weg. Hij praat bedachtzaam, neemt de tijd om duidelijk te formuleren. Dat nadenkende zie je terug in zijn werk. Hij uit zich niet in wilde, onbeheerste gebaren, maar in zorgvuldig weergegeven impressies in trefzekere kleuren. "De sfeer van een plek bepaalt wat er op het schilderij komt," zegt hij. Waarbij hij een sterke voorkeur heeft voor de scheepvaart. De visserij met name. Er zijn maar weinig Europese vissershavens waar Joop Stigter niet met zijn schetsboek aan de waterkant heeft gezeten. Schepen oefenen een onweerstaanbare aantrekkingskracht op hem uit. Een schip is een magische verschijning. Opeens ligt het in een haven, daar blijft het een paar dagen, en dan is het weer weg, bestemming onbekend. Al heet de onderneming van Joop en Miet De Zeeman, hij heeft wilde leiden, je risico's niet uit de weg moet gaan. Proberen te leven van de kunst was zo'n risico. Hij maakte in die periode in opdracht van het gemeente-archief tekeningen van Vlaardingse straatbeelden die op het punt stonden ten onder te gaan in de sloopdrift van burgemeester Heusdens en wethouder De Bruin. Het archief wilde die stadsgezichten bewaren en betaalde dertig gulden per tekening. Van één tekening konden Joop en zijn vrouw weken leven. En hij tekende graag. "Al sinds de kleuterschool," zegt hij. Naar de academie is hij nooit geweest. "Ik ben een echte autodidact. Ik ben maar gewoon begonnen. Wat ik niet wist, heb ik van anderen geleerd. Door te vragen en te kijken. Ik denk dat het zo 't beste beklijft." Een bepaalde leermeester had hij niet, al herinnert hij zich een kunstschilder in Musis 150 Stilleven, foto Jan van der Ploeg

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2008 | | pagina 150