Mieke van Laren, zangeres te Schiedam,
In het huis aan de Schiedamse
Prof. Kamerlingh Onneslaan
staan haar koffers bijna gepakt.
Zangeres Mieke van Laren (40)
vertrekt de volgende dag naar
Frankrijk voor een tournee met
het veelvuldig gelauwerde,
professionele kamerkoor Cappella
Amsterdam. Mieke heeft er
duidelijk zin in, ze straalt.
Zingen speelt een belangrijke rol
in haar leven, het liefst doet ze
dat met anderen. Cappella
Amsterdam stelt haar in staat om
dat op een hoog niveau te doen
en brengt haar bovendien op
plaatsen van de wereld waar ze
nooit eerder was.
"Het zingen bij Cappella vormt inmiddels wel de hoofdmoot,
ik geef nog maar één dag per week les". Mieke geeft zangles
bij de Stichting Kunstzinnige Vorming To Be in Dordrecht.
Daarnaast zingt ze ook als solist, maar dan wel het liefst in
ensembles. Op dit moment vormt ze met haar broer Arjan
Roos, professioneel slagwerker bij o.a. Holland Symfonia en
Orkest van het Oosten, een bijzonder duo, namelijk van zang
en marimba. "Een nogal ongebruikelijke combinatie", geeft ze
toe, "maar de een zong en de ander was nu eenmaal
slagwerker. Er bestaan wel stukken hoor voor zang en
slagwerk, het is meestal wel modern. Maar ook liederen van
Strawinsky doen we, dan vervangen we de pianobegeleiding
door marimba. Dat kan niet altijd, want de piano heeft
natuurlijk een veel groter bereik."
Mieke van Laren groeide op in een muzikaal gezin in
Rotterdam. "Mijn moeder was moeder van het gezin en zong
als amateur. Mijn vader was een vurig musicus en dirigeerde
verschillende koren. Naast muziek, nam hij ons mee naar
ballet en toneel. Wij, de kinderen, vonden het heel
vanzelfsprekend dat er veel opzij gezet werd voor de muziek,
verjaardagen werden bijvoorbeeld niet gevierd". Mieke was
tweede in een gezin met vier kinderen, waar naast muziek en
kunst de gereformeerde kerk en school een belangrijke rol
speelde. "Ik hield me meestal afzijdig, had niet veel vrienden,
ik was eigenlijk altijd iets aan het maken".
Aanvankelijk wilde Mieke beeldend kunstenaar worden.
Ze studeerde Tekenen en Textiele Werkvormen aan de leraren
opleiding, en vervolgens Tekenen en Schilderen aan de
Hogeschool voor de Kunsten in Tilburg. "Ik had graag in
Amsterdam verder gestudeerd bij Ateliers '63, nu bekend als
De Ateliers, waar Mariene Dumas les gaf. Uiteindelijk heb ik
dat toch niet gedaan, ik was 24 jaar en omdat ik geen
tekenlerares wilde worden moest ik op zoek naar iets anders".
Op aanraden van haar zanglerares, de sopraan Hanneke
Kaasschieter, verruilde Mieke na tien jaar het koor van haar
vader, voor de Laurenscantorij in Rotterdam. Dat bleek
achteraf een bepalende beslissing. "Barend Schuurman was
daar dirigent. Hij zei me eens dat ik mooi kon zingen en vroeg
of ik daar ook professionele ambities mee had. Het was niet
eerder in me opgekomen, maar zijn vraag zette me wel aan
het denken." Omdat ze haar studiebeurs al had gebruikt, kon
ze alleen nog maar staatsexamen doen bij de Schumann
Academie. "Dat betekent dat je je eigen onderwijs bij elkaar
zien te brengen, een eigen netwerk moet opbouwen en
oefenpodia vinden. De Laurenscantorij speelde ook hierin een
belangrijke rol. Er zongen namelijk veel studenten en docenten
van het Conservatorium van Rotterdam en bovendien mocht ik
soms solostukken zingen".
Maar ook bracht Hanneke Kaasschieter Mieke in aanraking
met andere docenten. Voor de interpretatie en expressie van
muziek, kortom het muzikale, ging ze naar tenor Hein Meens.
"Ik heb veel van hem geleerd, dat muziek van binnenuit moet
komen, vanuit je hart, dat je heel eerlijk muziek moet maken.
Maar ook dat muziek altijd betekenis heeft en dat je in het
zingen nooit oppervlakkig mag zijn". Van zangpedagoge
Froukjre Holtrop Cilly Dorhout leerde Mieke hoe het theoretisch zat, hoe het
Musis 170