aardige man. Dat
wilde hij ook
niet zijn.
Die dozen zijn er nog. Het hele archief uit die tijd is bewaard
gebleven en zal ongetwijfeld ergens moeten worden
ondergebracht omdat bijna alles ook betrekking heeft op z'n
films die momenteel al allemaal zijn overgebracht naar het
Rotterdams Gemeentearchief'.
Christine: "We werkten ons te pletter. En helemaal toen Jan
ook het Zakkendragershuisje van de gemeente Schiedam
in huur had gekregen om daar de Open Studio te vestigen.
Niet alleen moest door Jan het geld worden verdiend om
z'n eigen producties te kunnen realiseren, maar ook de
huur van het pand aan de Schiekade in Rotterdam en het
Zakkendragershuisje in Schiedam moest worden opgebracht.
Daarnaast moesten natuurlijk alle ingehuurde faciliteiten voor
de films worden bekostigd.
Dat Zakkendragershuisje trok een zware wissel op ons.
Niet alleen op Jan, mij en de medewerkers ook op de groep
die acteerlessen volgde in de Open Studio. In het huisje was
het een volstrekte puinhoop. Dat had één voordeel, als je door
de rotzooi heen keek, zag je dat het interieur nog precies zo
was als ten tijde van het zakkendragersgilde. Maar dat gold
natuurlijk ook voor het feit dat er geen enkele fatsoenlijke
voorziening was: geen keuken, mondjesmaat elektriciteit en
geen trappen - die zijn er trouwens ook nooit gekomen. Zelfs
toen Jan al ver in de tachtig was liep hij de oud Jacobsladders
nog op en af. De verpleegster van thuiszorg durfde hem niet te
volgen. Christine: "Tienduizenden steentjes hebben we afgebikt
en schoongeborsteld. Een ongelofelijke klus. En dan nog de
balken.
181 Musis