Eenmaal begonnen wist hij van geen ophouden. Ik kan me
nog goed herinneren dat we met die film van Schiedam bezig
waren. Pauzeren of zelfs maar de tijd nemen om tussendoor
iets te eten was er niet bij. Nee...., we hadden licht.
Die kans mochten we niet laten lopen. Mistflarden boven de
Lange Haven, zo'n beeld trof je voorlopig niet meer, de boten
bij Wilton die nog stoom afbliezen, schepen bij tegenlicht,
mensen in de deuropening van een distilleerderij; Hij bleef
maar doorgaan. En wij maar sjouwen met die loodzware
apparatuur en die onhandelbare houten statieven. Vaak was
je uren bezig met het opstellen en uitlichten om na een paar
shots het hele gedoe weer op te breken om elders aan de slag
te gaan. We waren blij als we op zo'n draaidag even een kop
koffie bij La Venezia mochten drinken, hoewel dat voor Jan
niet nodig was. Die was liever nog even doorgegaan".
Voor Jan Schaper maakte het geen verschil onder welke
omstandigheden hij aan het werk was en wie hij daarbij voor
de lens had. Als vaste filmer voor VARA's Achter het nieuws
en documentairemaker voor onder andere de NCRV en de NOS
kwam hij op veel verschillende plaatsen in zo mogelijk nog
meer verschillende omstandigheden. Dus bleef Jan Schaper
gewoon Jan Schaper toen hij de registratie deed van het eerste
televisie-interview dat Koningin Juliana de NOS toestond.
Christine herinnert zich de opnamen als de dag van gisteren.
"Op een gegeven moment had de koningin het wel zo'n beetje
gehad met dat gedoe voor de camera. Dus besloot ze tot een
kopje thee, waarmee iedereen van harte instemde.
Was het niet omdat het filmen knap vermoeiend was onder
die warme lampen, dan wel omdat je geen 'nee' zegt tegen de
koningin. Zo niet Jan die het licht en de camera- instellingen
wilde controleren en zo nog het één en ander te doen had en
wiens hoofd - dat zag je - helemaal niet stond naar en gezellig
kopje thee. Met als gevolg dat de koningin een kwartiertje
later plots in de deuropening van de opnameruimte stond,
moederlijk in haar handen klapte en riep 'kom mensen, een
beetje opschieten anders is de thee straks koud.'
Het intermezzo met Juliana was overigens best gezellig.
Zij wilde van alles weten over het maken van een film.
En Jan antwoordde. Waarbij hij tevens de kans schoon zag om
weer 'ns breed uit te pakken. Hij ried Juliana aan om - met al
die adviseurs en ministers om zich heen - toch vooral het boek
'The medium is the message' van Marshall McLuhan te lezen.
Dat was Jan. Nooit een saai moment. Nooit een ogenblik van
rust. Hoe onbelangrijk of triviaal misschien ook. Jan wist er
altijd een verhaal van te maken. En niet zelden met applaus
als afloop omdat de mensen het zo mooi vonden wat hij had
gezegd". Aanvankelijk begon Christine met de eenvoudigste
werkzaamheden: het klaarzetten van het licht. En zorgen dat
de kabels goed gelegd waren en het liefst tegen de uiterste
wanden van de ruimte. Christine: "Jan zag kans om al filmend
overal over te struikelen. Waarbij ik dan de schuld kreeg
omdat hij ergens een lamp had gewild." De onhandigheid van
Jan zou hem in de vroege jaren zeventig noodlottig worden.
Christine: "We waren bezig met het inrichten van de boerderij
nabij Schoonhoven om daar al onze activiteiten onder te
brengen toen Jan dat ongeluk kreeg. Vanaf acht meter viel hij
uit de nok van de schuur op de betonnen vloer. Dat hij het
heeft overleefd mag een wonder heten. Hij had een zware
schedelbasisfractuur waarbij zich een luchtbel in de hersenpan
had gevormd. Plus een gebroken gezicht, verbrijzelde botten,
een voet waar niets meer van heel was om maar een paar
dingen te noemen. Twee maanden heeft 'ie van niets geweten.
En daarna kwam dat hele moeilijke traject van revalideren
waarbij hij werkelijk wonderen heeft verricht. Z'n ene voet
was volkomen kapot, maar hij moest en hij zou weer op
schaatsen staan om te bewijzen dat hij ook die handicap had
overwonnen. Verder dan een paar passen kwam hij niet..., hij
kon trouwens niet of nauwelijks schaatsen, maar hij leverde
het 'm toch maar. Helaas is het alleen met werken nooit meer
in orde gekomen. Dat is ook de reden geworden dat wij elkaar
gedurende lange tijd uit het oog zijn verloren. Na die val en na
een lange periode van revalideren, lukte het niet meer om het
filmen weer ter hand te nemen. Ik moest doorgaan.
Ooit was ik de jongste geluidsvrouw van Nederland.
De jongste was ik als geluidsvrouw van Jan, de oudste als
medewerker van heel wat verschillende cameramensen in
Hilversum. Maar op een gegeven moment zie je jezelf dan
toch als een vrouw van in de vijftig achter een cameraman
rennen van net even in de twintig. Op zo'n moment moet
je stoppen. Jan had zich intussen helemaal in Schiedam, in
het Zakkendragershuisje teruggetrokken. Waar hij nog net
de groeiende erkenning voor zijn werk en zijn inzet voor de
Brandersbuurt heeft mogen smaken. Hij genoot ervan, al liet'ie
dat aan niemand merken. Want zo was het niet."
183 Musis