f
Gijs Konings
Op een zorgeloze zondagavond werd ik met ene Jan Schaper
geconfronteerd, op zolder in een 'Zakkendragershuisje'.
Who cares, We waren met een groep jongelui en zouden iets
over acteren mee gaan maken. Het was wellicht 1969 en wie
deed ons wat? In schoolse onverschilligheid gehuld, met maar
een beetje spanning op de kaken, zagen we met z'n twintigen
vanaf onze wat ongemakkelijke eikenhouten stoelen een, in
't zwart gekleed, persoon met woeste blik en dito kapsel voor
ons verschijnen. Nooit zou ik toegeven dat ik geïmponeerd
was door de man; en zeker niet door zijn oefeningetjes.
Op de vloer, vijf meter met een kopje naar een tafel lopen.
Ha, ha. Tot ik aan de beurt was. "Je hangt de clown uit om de
lachers op je hand te krijgen. Ik vroeg je om gewoon met een
kopje naar de tafel te lopen... verder niets"
En dat 'Verder Niets' raakte deze onaantastbare jongen tot
in m'n ziel. En de fascinatie voor 'wat ben je als je niet een
pose aanneemt' deed mij steeds weer teruggaan naar het
Zakkendragershuisje. Naar Jan.
Ik ben er acht jaar bij geweest. 'Open Studio Filmproducties'.
Met Jan waren er Christien (natuurlijk Christien), Hans de
Ridder, Bob Buytink, Robert Collette en dan ik.
Ik nam de telefoon op, stofzuigde de gangen en de trappen
iedere dag (film en stof van grof gestucte muren, weet je wel),
laadde de camerasets in de citroëns DS, vulde de cassettes
met film en wachtte, wachtte soms tot diep in de nacht tot de
laatste DS weer thuis was.
Steeds weer nieuwe koffie zetten in het stenen potje, beetje
suiker op de bodem, grof gemalen koffie erop, eerste een paar
druppeltjes heet water om het maalsel te laten wellen en dan
met dunne straaltjes verder opgieten, zodat het water steeds
weer nieuwe kanaaltjes maakt door de koffie naar de pot.
Mijn koffie was de beste die er is. leder half uur een nieuwe
pot. Als ik ze dan, door het raam op de eerste verdieping aan
de Schiekade in Rotterdam, beneden aan zag komen rijden,
had ik snel een paar koppen heerlijk verse koffie klaar en
terwijl zij daar van genoten, laadde ik de auto uit.
"Jongen, je bent gekl Wat doe je daar eigenlijk? Je verdient er
niks. Heb je wel eens vrij? Het is slavernij. Probeer iets van je
leven te maken. Studeren!".
Je hebt leiders en je hebt volgers. Daar zijn er overigens heel
veel van. Ik ben een volger. Jan is een leider. Het kenmerkende
aan een leider is zijn onnavolgbaarheid.
Vergeleken bij Jan, ben ik een bange man. Maar ik doorzie een
hoop en ik heb van hem geleerd de kunst me te laten leiden.
Door de omstandigheden, intuïtie.
Ik ben nu cameraman, geen filmer, maar cameraman. Ik neem
het op voor iemand.
Dat deed ik de eerste keer voor Jan's film voor de Gasunie.
Het verhaal was, dat wanneer de Gasunie bij boeren over
het land kwam, om een leiding aan te leggen, het er heel
heftig aan toe kon gaan, maar het uiteindelijk weer goed
kwam. De film liet alles zien. Ik trof een weerbarstige boer
die toevallig aan het hooien was. Hij zat op een wagen met
grote ronddraaiende harken, getrokken door twee dampende
paarden. Aan de horizon zag ik de gekleurde armen van de
Gasunie-grijpers driftig heen en weer draaien.
Een zwerm vogels erboven Dat waren mijn eerste shots,
na acht jaar koffie zetten. Het werd de opening van de film:
'Vreemde Vogels Over Je Land'. Kort daarop heb ik Jan
verlaten.
Wat heb ik daar nou eigenlijk geleerd?
Alles ging vanzelfsprekend. Niets was gewoon. Achteraf
gezien ben ik wijzer geworden, dan met welke studie dan ook.
Het gaat over verantwoordelijkheid.
Niet verantwoord bezig zijn, zoals nu in onze samenleving
geleerd wordt, maar jezelf verantwoordelijk stellen voor wat je
doet. Mensen opwachten is ze Thuis Laten Komen.
Een reportage filmen is van binnenuit de beweging vastleggen.
Zien wat er gaande is. En zeggen wat je ziet.
Dat is het milieu van Jan Schaper. God wat ben ik blij dat ik
erbij was.
191 Musis
Naar Jan
Oefenruimte in het Zakkendragershuisje, collectie Bertus Notenboom
- Gemeentearchief Schiedam