Met Jan Schaper op
de bres tegen het
oprukkende beton
De jeugd wilde zichzelf
kunnen zijn in een sfeervolle
omgeving met boetieks en
terrassen. Het kwam er
tenslotte toch van. Dertig
jaar later
Peter de Lange
Ab Engelsman zat midden in een verhuizing toen hij hoorde
dat Jan Schaper was overleden. Hij vond het een rare
samenloop van omstandigheden. Een paar uur voor het
telefoontje dat hem van Schapers dood op de hoogte stelde,
was Engelsman bezig geweest zijn archief in verhuisdozen
te pakken. Daarbij was hij een knipselmap over Schaper
tegengekomen. In dezelfde map zat ook een luchtfoto van
de Schiedamse binnenstad. Onmiddellijk waren ook de
herinneringen boven gekomen aan het in de vroege jaren
zeventig mede door hem geïnitieerde Plan C dat een andere
kijk op de ontwikkeling van de Schiedamse binnenstad
ontvouwde dan de daarvoor door de stedenbouwkundigen
Fledderus en Van Gent in opdracht van het gemeenbestuur
ontwikkelde concepten. Maar tijd om lang stil te staan bij
die roerige periode uit zijn jeugd had hij niet, er moesten
nog stapels andere dozen voor transport worden klaargezet.
Wel ontstond een vaag plan om al die paperassen over
de Brandersbuurt eens te ordenen. Het ging tenslotte om
gebeurtenissen die medebepalend waren geweest voor zijn
latere carrière. De dood van Schaper versnelde het proces om
zijn herinneringen te ordenen.
Engelsman (1947) is geboren en getogen in Schiedam,
maar woont al vele jaren in Doom. Hij werd eind 2007
gepensioneerd als beleggingsexpert bij de ASN, vroeger
bekend als 'de rooie bank', waar vakbondsleden gewend
waren hun spaarcenten in bewaring te geven, en
tegenwoordig meer faam genietend als 'groene bank' wegens
het beleid om met name in milieuvriendelijke projecten te
beleggen. De verhuizing waarvan sprake is, voert Engelsman
en zijn vrouw niet terug naar Schiedam: ze blijven in Doorn.
Schiedam is voor hen vooral een stad waar ze oude bekenden
en vertrouwde plekjes bezoeken.
Jan Schaper was een van die oude bekenden, het
Zakkendragershuisje waar Schaper woonde een van die
vertrouwde plekken.
In 2006 zagen de bankier en de cineast elkaar voor het
laatst. Engelsman was in Schiedam voor de Historische
Bridgedrive. Dit toernooi deed ook het kroegje naast het
Zakkendragershuisje aan. In het voorbijgaan werd Engelsman
aangeroepen door een man die half uit het raam hing.
Jan Schaper. "Hij kende me nog. We hebben een praatje
gemaakt. Over niets in het bijzonder."
Toch was het een bijzondere ontmoeting. Beiden herinnerden
zich dat ze elkaar ruim veertig jaar geleden voor het eerst
hadden gesproken op precies dezelfde plaats. Ab (Appie,
Albert) Engelsman had net eindexamen HBS gedaan.
Aanleiding om Jan Schaper op te zoeken was een bericht in
een plaatselijke krant dat Schaper het Zakkendragershuisje
had gekraakt en als actiecentrum had ingericht.
De cineast, zo meldde de krant, had grootse plannen met de
Brandersbuurt. Hij verzette zich tegen het voornemen van het
gemeentebestuur om de sterk vervallen buurt met de grond
gelijk te maken en te vervangen door strakke nieuwbouw.
Hoe verkommert ook, de Brandersbuurt verdiende het
te worden behouden, betoogde Schaper. Zo'n historisch
stadsdeel, uniek in de wijde omtrek, gooide je niet op de
schroothoop, daar maakte je wat vanl Lelijkheid was er al
genoeg in de regio, waarom zou Schiedam het voorbeeld
van Rotterdam en Vlaardingen moeten volgen en zijn
identiteit begraven onder lawines beton? Het hart van het
oude Schiedam mocht niet worden verkwanseld aan de
betonboeren, het had de allure om uit te groeien tot een
regionaal centrum van kunst en cultuur.
"De Brandersbuurt moest het Montmartre van de Rijnmond
worden. Dat was Schapers ideaal," aldus Engelsman.
De naam Jan Schaper zei hem op dat moment niet veel -
een filmer, toch? Maar de doelen die de man zichzelf stelde,
leken hem de moeite waard. Samen met een paar vrienden
toog Engelsman naar het Zakkendragershuisje voor een
persoonlijke ontmoeting met het orakel van de Brandersbuurt.
De datum kan hij zich niet herinneren, zelfs het jaar staat
hem niet scherp meer voor de geest. Het moet '66 of '67 zijn
geweest. Behalve met Schaper, maakten ze kennis met diens
levensgezellin Christine van Roon en zijn assistent Hans
de Ridder. Ze ontmoetten er ook een aantal leeftijdgenoten
die zich in het Zakkendragershuisje hadden verzameld
omdat ze zich eveneens tot Schapers denkbeelden voelden
aangetrokken. Er werd veel gediscussieerd, maar ook hard
gewerkt: "Om het pandje op te knappen, hebben we dagenlang
muren staan afbikken. Christine zorgde voor koffie en thee."
Rond het Zakkendragershuisje hing een sfeer van verzet.
Voor degenen die zich daar hadden verzameld, was het gezag
van autoriteiten niet vanzelfsprekend. Over een zo ingrijpend
plan als de sloop van een complete buurt had de bevolking
toch zeker ook wel iets te zeggen? Engelsman:
"Er ontwikkelde zich een geest van verzet tegen de kaalslag.
Je kunt echt niet zeggen dat heel Schiedam warm liep voor het
idee om van die buurt een artistiek centrum te maken.
Het was een relatief kleine groep mensen die daarvoor
knokte. We verzonnen allerlei acties om de aandacht op ons te
vestigen. En uiteindelijk kregen we toch onder de bevolking de
handen op elkaar."
Ach ja, die acties...
Musis 194