Ik genoot vooral van de verbondenheid, die ons in staat stelde vrijelijk en onafhankelijk met elkaar te praten zakelijkheid," zegt hij. Treffender kan hij zijn loopbaan niet samenvatten. Hij begon op afdeling effecten van Bank Mees Hope in Schiedam, werd daarna (in Utrecht) vakbondsbestuurder van de Algemene Bond Mercurius, die later opging in FNV, was directielid van VARA tv, directeur van de Rode Hoed in Amsterdam en tenslotte beleggingsspecialist bij de ASN. Met zo'n achtergrond is het niet verwonderlijk dat Ab Engelsman behoorde tot de Schiedamse jongeren die zich aansloten bij Jan Schaper. "De acties rond de Brandersbuurt boden mij de gelegenheid me actief met de samenleving bezig te houden," zegt hij. De doelstellingen van de Schaper-beweging waren niet van romantiek ontdaan, erkent hij: "Want goed beschouwd was er helemaal niks in de Brandersbuurt. Het meeste wat er stond was verwaarloosd aggenebbisj spul. Alles moest worden gerenoveerd en opgeknapt." Toch was juist dat armetierige aanzien meteen ook de kracht van de buurt. De bedompte huisjes waar de allerarmsten uit de jeneverindustrie hadden gezwoegd om het hoofd boven water te houden, symboliseerden voor Schaper cum suis een vorm van kleinschaligheid die in hun ogen verre te verkiezen viel boven de megalomane denkbeelden van het college van b en w en op winst beluste projectontwikkelaars. De jongeren in Schiedam waren niet de enigen die in het verweer kwamen tegen een toekomst die werd beheerst door grootschaligheid, functionaliteit en consumptie. Engelsman: "Achteraf kun je denk ik wel zeggen dat we vooruitliepen op Vaststellen in hoeverre deze man het latere leven van Ab Engelsman heeft beïnvloed, is niet eenvoudig. "Laten we zeggen dat mijn jeugd in Schiedam vorm heeft gegeven aan de gebeurtenissen rond de Nieuwmarktbuurt in Amsterdam, waar oude maatschappelijke structuren werden opgeofferd voor de aanleg van de metro. Soortgelijke sentimenten speelden toen overal in het land. De sporen ervan kun je in bijna iedere Nederlandse stad terugvinden. Overal werd in die jaren gesloopt om er lelijke nieuwbouw voor in de plaats te zetten." De discussies in het Zakkendragershuisje, waarbij massa's pinda's en liters jus d'orange werden genuttigd, stonden hoofdzakelijk in het teken van de wereldverbetering. Maar kritisch nadenken was niet het enige dat Jan Schaper zijn apostelen leerde. Hij gaf ook acteerlessen, zegt Engelsman. "Van die trainingen heb ik veel opgestoken. Ik heb van Jan geleerd hoe ik buiten mezelf kan treden om mezelf in een situatie te zien. Daar heb ik als vakbondsman veel voordeel van gehad." Zijn vermogen om anderen te prikkelen tot onafhankelijk denken en gedurfde standpunten in te nemen, maakte van Schaper een inspirerende man, meent Engelsman. Sommigen vereerden hem als een goeroe. Van dat sfeertje hield Engelsman zich zo veel mogelijk afzijdig. "Ik wilde niet te close worden. Ik genoot vooral van de verbondenheid, die ons in staat stelde vrijelijk en onafhankelijk met elkaar te praten. Een leider met volgelingen, dat is niet in de eerste plaats het beeld dat mij van Schaper bijstaat, al was er inderdaad een groep die heel dicht tegen hem aanleunde." Schaper was in hoge mate eigenwijs. Hij wist alles beter. Hij schiep er genoegen in om anderen uit te schelden of te vernederen, zonder hen een kans op een weerwoord te geven. "Hij was een moeilijk mens," zegt Engelsman. "Voor zichzelf én voor anderen. Maar die eigenwijsheid maakte hem tegelijk heel bijzonder. Hij was een zeer authentiek mens." mijn leven. Ik ben altijd maatschappelijk betrokken geweest en gebleven. Maar dat dank ik niet alleen aan Jan Schaper. Dat heeft ook alles met mijn opvoeding te maken." Tussen Ab Engelsman en Jan Schaper ontstond een zekere verwijdering toen de strijd om de Brandersbuurt politieke trekken begon te krijgen. "Jan haakte af toen het politiseerde," zegt Engelsman, die later een van de mensen was achter het goed doordachte (Binnenstads)Plan C, dat het om politieke redenen zou afleggen tegen de varianten A en B. Voor de Brandersbuurt was in twee fasen het Vierpleinenplan bedacht. Het eerste plan getekend door de architecten Van Eek en Bannenburg werd door wethouder Van Kinderen als een waardeloos vodje papier tafel geveegd, herinnert Engelsman zich. "Na een kwartier stonden we weer buiten. Het was ook een knullig, nauwelijks onderbouwd plan. Maar de tweede versie, kreeg van de gemeenteraad een jaar respijt om op haalbaarheid te worden onderzocht. Dat was wel een grote grap. De haalbaarheid van ons plan was groter dan dan de ideeën die de de ontwikkelaars aan de gemeente voorstelden." Achteraf moet Engelsman constateren dat er van geen van de plannen uit die tijd iets terecht is gekomen. Met de Brandersbuurt is het nooit wat geworden. "Er is veel omver gehaald, en nooit iets zinnigs voor in de plaats gekomen. De nieuwbouw van Erskine is een totale mislukking. De huizen zien er niet uit en van de winkels is er nooit één in bedrijf geweest. Eigenlijk zou de hele buurt volgens een nieuw masterplan op de schop moeten worden genomen. Het is een gemiste kans, echt doodzonde. Als Schiedam indertijd een beetje durf had gehad, had daar nu een heel bijzondere wijk gestaan. Dat hadden Schaper en die brutale jongens en meisjes wel degelijk goed gezien." 197 Musis Jongeren verlaten het Zakkendragershuisje voor de 60 uur durende tocht rond de Brandersbuurt, 1967

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2008 | | pagina 197