dezelfde redelijkheids-oplossing, waarvan hij in
1967 al voorstander was, maar die toen, door de
wederzijdse escalatie geen kans maakte'.
Want daarvan was Putter overtuigd: Herstel was
mogelijk geweest in de stegen tussen de Dam,
Achter de Teerstoof, het Groenweegje en de
Verbrande Erven. 'Daar' zei hij Henk Slechte,
Sterker nog, de partijen die op dit punt een (politieke) erfenis
te verdedigen hadden; de Partij van de Arbeid, de PSP en de
Communistische Partij Nederland, hoorden juist aanvankelijk
tot actievoerders voor behoud. Met Gerard Verhulsdonk (WD)
en I. Gerding (PSP) behoorde het CPN raadslid Eef Collé tot de
felste verdedigers in de gemeenteraad en de PvdA haalde zelfs
haar coryfee C. Egas uit Den Haag om het gemeentebestuur te
overtuigen van de intrinsieke waarde van het buurtje.
Dertig jaar na dato vertrouwde Jaap Putter in 1998 Musis in
een interview met Henk Slechte toe nog altijd vertederd te
kijken naar de restanten van de Brandersbuurt.
Henk Slechte: 'Ook de sloop van de huizen aan de Raamgracht
(de Raam voor Schiedammers èn voor het officiële
straatnaamregister) beschouwde Putter toen en nu als
onnodig. Het was een schilderachtige plek en de huizen
waren in redelijke conditie De voormalige hoofdingenieur
en plaatsvervangend brandweercommandant is in zijn
hart nog steeds architect. Van wat er nu nog staat zou
hij een prachtige woonwijk met veel (historische) sfeer
willen maken. Dan moeten de nog aanwezige voormalige
bedrijfspanden wel in die woonfunctie geïntegreerd worden.
Zo pleit de ontwerper van de brandweerkazerne voor
'was een aantal panden wel te redden geweest,
zij het voor veel geld. Gemeentewerken heeft op
mijn voorstel nog voorgesteld om steeds twee
éénkamerwoninkjes samen te voegen tot één
woning. Dat zou 60.000 gulden per nieuwe woning
gekost hebben. Ik kreeg geen gehoor en daar
was de sfeer ook niet meer naar. Die hadden de
twistende partijen grondig verpest. Ik ben ervan
overtuigd dat de actievoerders meer mensen
hadden meegekregen en ook veel resultaat hadden
kunnen boeken als ze anders geopereerd hadden.
Door hun fanatieke gedrag radicaliseerden ze hun
gemeentelijke tegenstanders en wonnen ze geen
medestanders onder de gewone burgerij. Als men
beter naar elkaar geluisterd had, hadden toen
hele stukken van de Brandersbuurt gered kunnen
worden'.
In de woorden van oud-burgemeester Harm Roelfsema klinkt
in hetzelfde nummer van Musis nog altijd wrok door.
'Ik kon best begrip opbrengen voor het idee om het verleden
te behouden En dan die meneer Schaper. Hij was mijn
tegenpool. Dat begon al met die film van hem. Toen hij
mijn mening vroeg, heb ik eerlijk geantwoord dat de inhoud
namelijk 'Schiedam kiest voor het water' out was. Schiedam
heeft nooit voor het water gekozen, wel Rotterdam. Ik
heb weinig waardering voor hem door die actie voor de
Brandersbuurt. Want deze groep heeft, toen wij ze één jaar
de tijd gaven om een plan te maken, geen realistische versie
kunnen maken'. Wat Roelfsema verzuimde te zeggen, was
dat een onderzoeksgroep van de Wageningse Universiteit in
die periode een haalbaarheidsstudie verrichtte, die door hem
als 'studentenwerk' als niet-serieus werd afgedaan en dat
Gemeentewerken zich op last van hogerhand verre van de
actievoerders moest houden, terwijl deze dienst - serieuzer
dan menigeen dacht of wilde geloven - de plannen op hun
merites bekeek, op haalbaarheid onderzocht, planologisch
toetste en varianten bedacht.
Wat de vraag: 'Wat ging er mis tot op de dag van vandaag
Musis 204
Achter de Teerstoof en huidige situatie, foto's collectie Bertus
Noteboom, gemeentearchief Schiedam en Cornelia Montfoort