Ze maakte duidelijk dat het uitgangspunt hoe dan ook is dat die collectie in een museale context te zien is voor jonge en oude en autochtone en allochtone Schiedammersmaar ook voor niet- Schiedammers die de stad bezoeken en willen weten wat de geschiedenis van deze stad heeft bepaald en waarom hij er uitziet, zoals hij er uitziet Rond de grote tafel in de lunchkamer van het stadskantoor was een gezelschap verzameld dat voor weinig verrassingen zorgde, of het moest barometermaker Andreas Rose zijn, die vindt dat Schiedam, Nederland en de wereld op een barometermuseum zitten te wachten, en voorstelt dat zelf te gaan exploiteren in de Korenbeurs. Hij bood grootmoedig aan de historische collectie, door hem verder consequent 'antiek' genoemd, er bij te nemen. Opvallend afwezig waren de vertegenwoordigers van het volk, de goede niet te na gesproken, want er waren drie raadsleden, twee van de PvdA en één van het CDA. Eén van de PvdA raadsleden meldde echter er namens het Coöperatiemuseum te zijn en, om belangenverstrengeling te voorkomen, in de raad niet te zullen meepraten. Toen waren er dus nog maar twee, en die deden wat raadsleden bij zo'n gelegenheid doen: goed luisteren en waar nodig een vraag stellen. De rest van het gezelschap bestond uit oprecht bewogen burgers, vertegenwoordigers van 'de betrokken partijen', zoals het Stedelijk Museum, het Jenevermuseum, en het Gemeentearchief, en een verslaggever van de lokale pers die principieel weigerde de presentielijst te tekenen. Niet dat het hem veel heeft geholpen, want uit zijn bijdrage in de Maasstad is gebleken wie hij is en dat hij er was! José Heskes vatte de notitie voor haar tafelgenoten samen, met de nadruk op de opties voor het toegankelijk onderbrengen van de historische collectie. Ze maakte duidelijk dat het uitgangspunt hoe dan ook is dat die collectie in een museale context te zien is voor jonge en oude en autochtone en allochtone Schiedammers, maar ook voor niet-Schiedammers die de stad bezoeken en willen weten wat de geschiedenis van deze stad heeft bepaald en waarom hij er uitziet, zoals hij er uitziet. In de notitie zijn de randvoorwaarden uitgewerkt voor het permanent tentoonstellen van de historische collectie, en de scenario's daarvoor geschetst, met bij ieder scenario de voors en tegens. De oplettende lezer én kenner van de discussie tot nu toe, kon begrijpen dat het Stedelijk Museum geen serieuze optie was, maar het Jenevermuseum dat wel is. Daar is al een museale infrastructuur, daar is ruimte, daar is het jenevergedeelte van de collectie - en dus een deel van de geschiedenis van Schiedam - al aanwezig, daar is een bredere focus dan jenever mogelijk en wenselijk, en daar kan dus een zinvolle integratie tot museum van de hele Schiedamse geschiedenis worden vormgegeven op een plek die voor Schiedammers en niet-Schiedammers goed toegankelijk is. Met de stelling dat het ontwikkelen van het Jenevermuseum tot Historisch Museum tot een tweede krachtige museumorganisatie in Schiedam zal leiden, was de toon voor de middag gezet, want dat betekent de integratie van de geschiedenis van het Schiedamse gedistilleerd in die van Schiedam, en dus ook het einde van het Jenevermuseum als branchemuseum. Het werd een leerzame maar ook vruchtbare middag, waarin de meeste neuzen in dezelfde richting leken te wijzen, al had één neus daarbij wel enige hulp nodig. Natuurlijk wilde een bevlogen burgeres dat de historische collectie een plaats zou krijgen in het Stedelijk Museum. Ze verwachtte dat daarmee de gemiddelde bezoekduur aan het museum langer zou worden, omdat niet alle bezoekers zijn gediend van de moderne kunst die daar al sinds 1954 217 Musis Zakmes Wilton Fijenoord, relatiegeschenk jaren '50, collectie Gemeentearchief, foto Jan van Kampenhout

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2008 | | pagina 217