als hoofdgerecht op het menu staat en na de herinrichting nog prominenter aanwezig is. Hoofdconservator en vervangend directeur Ludo van Halem legde haar uit dat in de recente museumpraktijk kunst en gewone geschiedenis nu juist uit elkaar worden gehaald, tot ieders profijt en meestal ook genoegen. Hij noemde als recent voorbeeld het voormalige Gemeentemuseum in Arnhem, dat nu niet voor niets Museum voor Moderne Kunst heet, en als voorbeeld van een museum waar geschiedenis en kunst nog niet gescheiden zijn, het Centraal Museum in Utrecht. Hij voegde daaraan licht boosaardig toe dat het daar dan ook niet goed gaat, daarmee een causaal verband suggererend dat er niet is! Overigens juichte Ludo van Halem elk woord in de notitie van harte toe. Het kon niet beter: de zolders van het museum zijn ongeschikt, en een eigen plek voor de historische collectie doet recht aan de geschiedenis van Schiedam. Die is op die zolders niet en in het museum aan de Lange Haven wél zichtbaar voor Schiedammers en toeristen. Zo'n collectie is een ambassadeur voor de stad, bevordert binnen de stad de samenhang tussen de burgers en helpt bij het bepalen van de stedelijke identiteit. Een wantrouwige luisteraar zou zich haast gaan afvragen waarom het museum dan niet geïnteresseerd was in het schitterende tegeltableau van Gusto uit 1910, dat het museum vorig jaar nog is aangeboden, maar goed, voor kniesoren was deze middag geen plaats. Ook directeur Guido Beauchez van het Jenever-museum had zo zijn eigen redenen om grote kansen te zien in de komst van de historische collectie, en verwachtte de historische collectie in de opstelling te kunnen opnemen zonder schade voor de identiteit van het museum, dat natuurlijk wel een paar tekortkomingen heeft. Er is geen klimaatbeheersing en de formatie ontbeert een cultuurhistorische conservator, maar dat is allemaal niet onoverkomelijk, want bij zulke grote operaties hoort meestal een bruidschat. De komst van de historische collectie opent weidse perspectieven voor het museum, want aldus Guido Beauchez, 'aanvullend op haar eigen gedistilleerd collectie kan zij benut en ingezet worden om de sociaal economische, alsmede cultuur historische context te belichten, waarin de gedistilleerdindustrie haar opgang, bloei en neergang in Schiedam beleefde'. Daarmee voedde hij gemeentearchivaris Laurens Priester die had moeten aanhoren hoe Ludo van Halem het meeste gras voor zijn voeten wegmaaide. Vooral toen Guido Beauchez doorging over de gedistilleerde identiteit van het Jenevermuseum, openden zich voor Laurens een nieuw speelveld. Hij was - met alle hem passende ambtelijke bescheidenheid - zichtbaar aangenaam verrast geweest over het karakter van de notitie die duidelijk was en wars van iedere opdringerigheid, en sloot zich opgewekt aan bij Ludo van Halem. De bal die Guido Beauchez zorgvuldig voor het doel had gelegd, schoot Laurens moeiteloos in. De historische collectie was niet bedoeld om de identiteit van het Jenevermuseum te versterken, maar die van Schiedam, én om van dit museum een Schiedams Historisch Museum te maken, waarin alle aspecten van de geschiedenis aandacht krijgen, en die bestaat nu eenmaal uit heel veel meer dan alleen jenever. Wat te denken van de middeleeuwse dames Aleida en Liduina, de rol van Schiedam als vissersstad en, na de teloorgang van de jeneverindustrie, de scheepsbouw? Kortom hier was nog een historische wereld te winnen. Hij prees het beheer door het Stedelijk Museum, maar wees wel op de meerwaarde van samenwerking met het Gemeentearchief: de combinatie van de meerdimensionale objecten van de historische collectie en het 'platte' materiaal van het archief kan tot heel erg mooie en verrassende resultaten leiden! Het optimisme van de andere aanwezigen kende nauwelijks grenzen. W.J.M. Groenendaal van de Stichting Liduina was blij dat een historische autoriteit als de gemeentearchivaris de nationale heilige zo'n eervolle plaats in de lokale geschiedenis toedacht en PvdA raadslid Coby Delarie, maar aanwezig namens het Coöperatiemuseum, ziet de collectie graag naar het Jenevermuseum komen om de basis van dat museum te verbreden en samen mooie educatieve dingen te doen voor jong en oud. Ook voorzitter Trudy van de Akker van de Historische Vereniging omarmt de notitie stevig. Zij vindt er veel in terug van de inbreng van de Historische Vereniging, en geeft de beleidsvoorbereiders en beslissers nog een paar mooie gedachten mee. Een beetje eigentijds historisch museum gebruikt natuurlijk de digitale mogelijkheden van onze tijd om zijn Musis 218 Fauteuil Gebroeders De Wit, foto Jan van Kampenhout

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2008 | | pagina 218