1 L_J 1 L i L ft HET LANT VANBELOFTE De oplettende lezer kon begrijpen dat het Stedelijk Museum geen serieuze optie wasmaar het Jenevermuseum dat wel is. Daar is het jenevergedeelte van de collectie - en dus een deel van de geschiedenis van Schiedam - al aanwezig presentatie ook aantrekkelijk te maken voor de allochtone medeburger en diens (klein)kinderen. Zij ziet het museum daarom ook als ontmoetingsplek voor culturen. Natuurlijk zou met een historisch museum in de Korenbeurs pas echt een droom waarheid worden, maar die is lang geleden van de hand gedaan, en ook de voorzitter van de historische vereniging beseft - ondanks haar euforie - dat er iets te wensen moet overblijven. Ook zij gebruikte de - door Guido Beauchez gevreesde - woorden: als het aan de Historische Vereniging ligt wordt het Jenevermuseum omgevormd tot Historisch Museum Schiedam, natuurlijk met behoud van de bijzonder belangrijke jeneverpoot. Raadslid Ada Valk (CDA) deed wat een raadslid bij zo'n gelegenheid hoort te doen. Ze had in de notitie de archeologie gemist, en vroeg zich af of alles wat beroeps- en amateur-archeologen in de afgelopen decennia uit de Schiedamse grond hebben gehaald, tot de historische collectie behoort, of bij het BOOR (Bureau Oudheidkundig Bodemonderzoek Rotterdam) is ondergebracht. Vervolgens wilde ze weten of aan de archeologie ook een rol in het nieuwe museum is toebedacht. Het antwoord was geruststellend, want het overgrote deel van het Schiedamse archeologische erfgoed wordt inderdaad bij het BOOR gewetensvol bewaard, maar er gebeurt verder niets mee, en dat maakt het zinnig om bij het maken van een historische opstelling die voorwerpen terug te halen, die voor zo'n opstelling nuttig en wellicht zelfs onmisbaar zijn. Op dit ene punt wordt de notitie aangevuld. Aan het eind van de eerste ronde leek het duidelijk dat alle neuzen misschien wel in de richting van het Jenevermuseum als toekomstige locatie van de historische collectie wezen, maar dat de directeur van dat museum niets voelde voor een eventuele transformatie tot historisch museum. Sterker nog, hij bevestigde de indruk dat hij er van uitgaat dat er weinig meer te gebeuren staat dan het binnen brengen van dozen met historische spullen, waaruit hij kan uitzoeken wat de jeneveropstelling verbreedt en versterkt, dat alles met behoud van de eigen identiteit, en wellicht met een aangename bruidschat. Guido Beauchez had zich voorbereid en wees er met steeds meer nadruk en getallen op dat de jenevercomponent in de totale collectie, ook na de samenvoeging, zal overheersen, zeker met alle aanwinsten die het museum al heeft verworven en bezig is te verwerven. Hij benadrukte ook dat het publiek van buiten Schiedam het museum bezoekt vanwege de associatie met het begrip jenever en niet omdat het niet kan wachten kennis te nemen van de geschiedenis van Schiedam. Kortom de kreet 'Historisch Museum Schiedam' kan hem niet echt bekoren. De middag was niet bedoeld als een discussiemiddag tussen vakgenoten, maar werd dat alsnog, toen Ludo van Halem en Laurens Priester inbrachten dat het niet om een 'jenever plus' museum gaat, maar om een museum dat alle aspecten van de Schiedamse geschiedenis laat zien. Dat daarin de geschiedenis van het gedistilleerd een hoofdrol speelt is evident, maar vóór de jenever had Schiedam ook al enige eeuwen geschiedenis achter de rug en na de teloorgang van de gedistilleerdindustrie aan het eind van de 19de eeuw, is nog een kleine eeuw geschiedenis van de scheepsbouw gevolgd. Het is onmogelijk al die eeuwen geschiedenis te verengen tot het spannende en marketingtechnisch handige verhaal van het gedistilleerd. Ook Liduina is van wezenlijk belang voor de historische beeldvorming van Schiedam en de scheepsbouw heeft net zulke diepe wortels in de Schiedamse gemeenschap als de jenever. De hereniging van de historische collectie met het eerder naar de Lange Haven vertrokken jenevergedeelte én de inbreng van het gemeentearchief kan eindelijk de historische verbreding teweeg brengen die liefhebbers van de Schiedamse geschiedenis graag willen, maar niet alleen zij, want de kennis van de geschiedenis van de stad waar je woont is een bindmiddel tussen alle burgers die in een moderne stad overal en nergens vandaan komen. Met de wijze woorden van Trudy van den Akker dat je zonder kennis van het verleden het heden niet kunt begrijpen, lijken uiteindelijk alle neuzen in dezelfde richting te wijzen: naar een Historisch Museum Schiedam aan de Lange Haven. Nu de raad nog. 219 Musis u 1

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2008 | | pagina 219