Het Museum en Schiedam hebben veel aan Ton de Swart als cultuurwethouder te danken. Je kunt als directeur veel willenmaar om iets te bereiken wordt ook aan bestuurszijde inzicht en doorzettingsvermogen gevraagd bestuurszijde inzicht en doorzettingsvermogen gevraagd". De voordelen van de verzelfstandiging zijn voor haar duidelijk genoeg. Natuurlijk vallen de woorden; 'vergroten van de slagkracht' en 'efficiënter en meer bedrijfsmatig werken', zoals deze nu eenmaal behoren tot de standaardvocabulaire bij verzelfstandigingprocessen. "Maar", zegt ze ook, "Een ambtelijke organisatie kent nu eenmaal een andere dynamiek dan een publieksorganisatie. Daarin verschillen bijvoorbeeld diensten als Sport- en recreatie, de bibliotheek en het museum niet zo heel veel van elkaar. Ik heb het even niet over het collectiebeheer, die taak is door de gemeente aan ons overgedragen en die voeren wij in opdracht uit, maar over het gegeven dat voor ons de publiekgerichte, museale taken bovenaan staan. Het gemeentebestuur onderkent dit gelukkig ook en heeft daarom het besluit genomen zich te beperken tot de regie. Wat dat scheelt....? Tot voor kort waren we verplicht om voor elke beslissing van enige betekenis (en minder) overleg te voeren met de afdeling cultuur, direct met de wethouder of met de ambtenaren van de verschillende afdelingen. Voor een ambtelijke organisatie is dat de gewoonste zaak van de wereld. Voor een publieksinstelling een ramp, want dat gold niet alleen voor mij of Ludo, maar voor iedereen die iets vanuit het museum moest of wilde ondernemen". cultuur, als van bevordering van het bezoek aan Schiedam een essentiële bijdrage levert aan de kwaliteiten van deze stad. Dan heb je het over vijfenzeventig procent van veertigduizend bezoekers. Daarin verschilt het Stedelijk Museum Schiedam in niets van de musea elders in den lande. Maar toch had je soms problemen met het overbrengen van die betekenis op de collega's op het Stadserf en de politiek. Met de verzelfstandiging zullen die vragen van weleer niet verdwijnen. Alleen zijn de verhoudingen veranderd. Wij kunnen ons nu meer richten op waarvoor we zijn; het maken van mooie tentoonstellingen, het bieden van een podium aan jonge zich nog ontwikkelende kunst en het zoeken van samenwerking. Zonder die privatisering, waarmee het gemeentebestuur natuurlijk al veel eerder rekening hield, zou het veel moeilijker zijn geweest om bijvoorbeeld met de CoBrAcollectie in te gaan op het verzoek van de Spaanse bank Caixanova om in La Coruna een tentoonstelling te organiseren of met de Lucebert-tentoonstelling naar Napels te reizen". Ook Jacob Wiersma legt de nadruk op de tijdwinst door een soepeler draaiende organisatie, gestructureerde verhoudingen. Wiersma: "De Raad van Toezicht staat op grotere afstand dan de ambtelijke organisatie vroeger, maar kan toch sneller en vooral flexibeler opereren. Er zit een groot verschil tussen toetsing en toezicht, laat ik het zo stellen. En dat heeft ook betrekking op het meer inzetten op een derde geldstroom, waartoe de directie grotere vrijheden heeft dan voorheen, het aangaan en entameren van samenwerkingsvormen met anderen en zelfs het doen en afhandelen van subsidieverzoeken. Door de privatisering wordt het museum in de gelegenheid gesteld om zelfstandig te handelen". Diana Wind: "Overdreven gezegd voelt het wel een beetje als een verlossing. De relatie tot zover ik hem heb beleefd is altijd plezierig geweest, hoewel nooit helemaal vrij van spanningen. We stellen natuurlijk ook hoge eisen en zijn werkelijk van mening dat het museum zowel vanuit het oogpunt van de Ook het bedrijfsleven als toegang naar de derde geldstroom zal met de verzelfstandiging ingenomen zijn, is haar stellige overtuiging: "Wij hebben over steun door lokale en regionale bedrijven nooit te klagen gehad. Maar natuurlijk kregen we wel regelmatig het argument te horen dat het museum als gemeentelijke instelling eigenlijk niet bij particuliere ondernemingen aan mocht kloppen om geld. Nu wordt het makkelijker om over structurele ondersteuning te praten en bovendien aan te kloppen bij de grote fondsen die in het verleden wel van harte hun steun aan projecten gaven, maar waarbij we niet konden aankloppen om meer structurele subsidies of ondersteuning van langlopende initiatieven die niet meteen aan het publiek zichtbaar kunnen worden gemaakt. Nu kunnen we zelfstandig onderhandelen. Dat betekent niet per se dat alles nu makkelijker wordt. Maar wel dat heel veel zaken soepeler kunnen worden opgelost, dat de bevoegdheden duidelijk zijn vastgelegd, er een goed subsidieconvenant is, dat de lijnen korter zijn geworden en een geweldige tijdwinst wordt geboekt doordat het museum niet langer gedwongen is deel te nemen aan de bestaande vergadercultuur. Als ik nu voor werk naar het buitenland moet, ben ik daarover slechts verantwoording schuldig aan onze eigen organisatie. En hoef ik niet meer langs het college en de verschillende diensten en afdelingen met de vraag of het misschien zou mogen". 227 Musis

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2008 | | pagina 227