Leven van de
kerk en de
jeneverindustrie
Ze noemden zichzelf geen kunstenaars,
maar ambachtslieden in de toegepaste
kunst. Evenzogoed schiepen ze een als
samenwerkende broers een immens
oeuvre waarin praktisch geen enkele
discipline uit de klassieke beeldende kunst
ontbreekt. Bijzondere mensen waren
het, de vader en oom van José en Theo
Gootjes. Het Schiedamse gemeentearchief
zal nog jaren dagwerk hebben aan alleen
al het inventariseren en documenteren
van de stapels ontwerpen en tekeningen
waarvan in deze Musis een bescheiden
samenvatting.
Peter de Lange
Met de gebrandschilderde ramen in het huis van José en
Theo Gootjes is iets eigenaardigs aan de hand. Anders dan
je zou verwachten, zijn ze niet gemaakt door José's vader,
de glazenier André Henderickx. Ze komen uit Brussel, uit
een fabriek die in de negentiende eeuw aan de lopende band
glasinloodramen met heiligenvoorstellingen leverde aan
nieuw gebouwde katholieke kerken. De ramen van José (66)
en Theo (66) zaten ooit in de vensters van de Liduinakerk in
Schiedam. Gootjes vond ze bij het opruimen van het atelier
van zijn schoonvader en diens acht jaar jongere broer en
vennoot, Frits Henderickx, toen deze als laatstlevende in
1990 het glazeniersbedrijf sloot. De Henderickxen waren de
makers van onder andere de befaamde gebrandschilderde
ramen met de St. Liduinavoorstellingen in de in 1969
gesloopte Frankelandsekerk. Dit hoogtepunt van Schiedamse
glaskunst, geplaatst in 1953, was maar kort te bewonderen
en is tegenwoordig enkel nog op foto's te zien; de ramen zelf
werden bij de sloop met bruut geweld uit de kerk verwijderd
en samen met ander puin gebruikt voor het ophogen van een
weg bij Schipluiden. Niemand had het geld willen verschaffen
om ze voorzichtig uit hun sponningen te halen. "Zo ging dat in
de Beeldenstorm van de jaren zestig," zegt Gootjes berustend.
Op het toppunt van hun roem, van de Wederopbouw tot aan
de jaren tachtig, vervaardigden de gebroeders Henderickx
glasinloodramen voor kerken overal in Nederland. Werk uit
hun atelier aan de Oude Sluis is te vinden in gebedshuizen
van het protestante Emmeloord tot in het katholieke
bedevaartsoord Bosschenhoofd. Zelfs op Aruba werd een
kerk met hun kunst verfraaid. Maar hoeveel gekleurd glas er
ook door de handen van haar vader is bewerkt, José heeft er
niet één scherfje van in haar bezit. Ze bewaart wel een hele
reeks andere voorwerpen die getuigen van het veelzijdig
kunstenaarschap van André Henderickx.
Zo staat in de woonkamer een van klei gebakken kinderkopje.
Het lijkt een klein, eenvoudig dingetje, maar de argeloosheid
en de blijdschap die alleen een kind kan uitstralen zijn zo
raak getroffen, dat niemand eraan twijfelt dat hij oog in oog
staat met kunst van grote klasse. José laat het beeldje graag
aan bezoekers zien, want zij stond als baby van 16 maanden
model voor het portret, dat gemaakt werd door haar in 1980
overleden vader. Het beeldje behoort tot haar dierbaarste
bezittingen, samen met de bronzen kop van haar grootmoeder,
die ook door André werd gemaakt. Als jongeman kraste en
krabde hij het origineel met een aardappelschilmesje en een
theelepeltje uit een ruw blok gips, in de woonkamer bij zijn
moeder, die weinig geduld had om lang model te zitten en
telkens opstond om een of ander huishoudelijk karweitje te
doen.
Het klassiek vormgegeven portret is een bewijs temeer dat
André Henderickx kon toveren met ieder materiaal dat hij in
handen kreeg. José haalt een sigarenkistje voor de dag, dat een
collectie door André bewerkte kiezelstenen bevat. De stenen
werden verzameld op vakantie in Wales en thuis met groot
gevoel voor detail uitgesneden, gepolijst en omgewerkt tot
medaillons, waarbij Henderickx de kleur en de tekening van
de steen als uitgangspunt nam voor het portretgenre. Uit een
zachtroze steen werd een Romeinse kop tevoorschijn gehaald,
een ovale zwarte kiezel bleek uitermate geschikt om een
heilige in uit te snijden.
Veel van wat André Henderickx maakte, zijn glasinloodramen
om mee te beginnen, had op een of andere wijze een raakvlak
met de katholieke kerk of ademde een religieuze sfeer. Gezien
de achtergrond van de familie is dat niet verwonderlijk.
De Henderickxen komen oorspronkelijk uit België, uit een
katholiek dorp even ten noorden van Antwerpen.
Musis 228