1 André en Frits leefden van de kerk en de drank, vat Theo Gootjes de situatie samen. Het doet middeleeuws aan, de rijken en de clerus die de kunst onderhouden. In 1947 vestigden de twee glazeniers zich aan de Oude Sluis, in een pand van distillateur Wenneker, die tevens een belangrijke opdrachtgever was en voor wie ondermeer etiketten voor jenever- en likeurmerken werden ontworpen. José bewaart in haar collectie een ingelijste foto van een reliëf dat haar vader maakte voor het Wennekerpand. Het stelt een groepje arbeiders voor, ieder in een andere productiefase bezig met de bereiding van de jenever. Ook dit is weer overduidelijk een kunststuk. "Wenneker zal er niet veel voor hebben betaald," schat Theo Gootjes. Uit de familieverhalen is bekend dat Frits en André als zoveel kunstenaars niet erg bedreven waren in het tegen de juiste prijs verhandelen van hun werk. José: "Pa was helemaal niet zakelijk, hij was altijd bang om geld te vragen." Het gezin had het dan ook niet breed. Hoewel André vier kinderen had en Frits en zijn vrouw Annie kinderloos waren, kregen beide gezinnen evenveel huishoudgeld betaald uit de gemeenschappelijke verdiensten. "We hadden te eten, maar we leefden meestal op de pof," vertelt José. "Gelukkig was mijn moeder costumière. Zij naaide onze kleren. Dat scheelde veel geld." Kinderbijslag was voor kunstenaars, die werden beschouwd als kleine zelfstandigen, niet weggelegd. Ze moesten maar zien hoe ze de eindjes aan elkaar knoopten. Als het huishoudgeld op was, moest José soms een voorschotje gaan halen bij haar oom en tante, want die beheerden de kas. Een gênant karweitje vond ze dat. Om het gezin draaiende te houden, ging José op haar veertiende werken, hoewel ze liever de verpleegopleiding was gaan doen. In tijden dat grote opdrachten uitbleven, probeerden Frits en André met de meest uiteenlopende klusjes geld te verdienen. Door St.Liduina-medaillons te maken voor Belgische bedevaartgangers, die voor het kapelletje aan de Nieuwe José en Theo Gootjes, foto Cornelia Montfoort Musis 230

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2008 | | pagina 230