Zweet en jenever
Met de tentoonstelling Zweet en jenever schetst het
Schiedamse Jenevermuseum tussen 12 september en
7 december 2008 een beeld van het leven rondom en in
de branderijen en distilleerderijen vanaf circa 1890 tot
ongeveer 1960. Het thema van Open Monumentendag 2008
is 'Sporen' en terecht vraagt het Jenevermuseum aandacht
voor de Sporen die de gewone werkman uit de meest
roemruchte periode in de geschiedenis van Schiedam heeft
nagelaten.
Zakkendragers omstreeks 1890. Collectie Gemeentearchief Schiedam
Het is veelzeggend dat tussen de vele
honderden - uit het Gemeentearchief of
particuliere verzamelingen - bekende
foto's die betrekking hebben op de
Schiedamse gedistilleerdindustrie, zich
slechts een handvol afdrukken bevindt,
dat ons een blik gunt in de branderij.
En wat we te zien krijgen is weinig
opwekkend. A. de Koning, directeur
van de gelijknamige branderij, later
opgegaan in de combinatie
Bols De Koning, heeft ooit de moeite
genomen om van de werkzaamheden
in diens mouterij en branderij een
fotografisch verslag te laten maken. De
foto's, onderdeel van de collectie van
Lucas Bols B.V., laten de knechts echter
op hun voordeligst zien, keurig gekapt
en met schone kleding en een fris
voorschoot, waar gewenst.
De werkelijkheid - zeker aan het begin
van de twintigste eeuw - was anders.
Het werk was eentonig, zwaar en zeker
niet van gevaar ontbloot.
De werkdag - als al van een dag kon
worden gesproken in de branderijen
waarin het daglicht nauwelijks
binnendrong - begon voor de
brandersknechts om ongeveer twee uur
nachts met het opstoken van de ketels,
het warmen van het water voor het
beslag, het scheppen van de natte gist
en het laden van de ketels.
Op zichzelf waren de werkzaamheden
niet bijzonder ingewikkeld en vroegen
niet meer aandacht dan het bewaken
van het proces.
Zwaar was het werk door de
Musis 258