Hij kreeg eerst nog de verant woordelijkheid over al het lege goed, en vanaf 1951 werd hij chauffeur. Het chauffeurswerk was afwisselend, maar zwaar. De vaten moesten over een plank de vrachtwagen in- en uitgerold worden. Pas na verloop van tijd beschikte Merks over een steekwagen. 'Voor die tijd namen we vaak kleine monsterflesjes mee voor de loodsbaas. Dan was het nooit een probleem om een heftruck te lenen.' Na twee jaar chauffeuren, werd Merks chef van de fabriek. Omdat er veel met glas gewerkt werd, moest hij eerst nog wel zijn EHBO-diploma halen. Merks: 'Als er trouwens eens iets brak, mocht je het niet zelf opruimen. Eerst moest de ambtenaar komen kijken in verband met de accijns.' Merks begon om 8.00 uur en had dan van 10.15 tot 10.30 uur pauze om te roken, want dat mocht niet in de fabriek. Dan was er schaft van 12.30 tot 13.00 uur en om 17.00 uur was de werkdag afgelopen, 's Middags was er geen pauze meer. Wel werd er twee keer per dag een glaasje geschonken. Wie dat wilde, kon om 12.00 uur en om 16.00 uur in de rij gaan staan. Niet zitten, het ging echt alleen om een snelle teug jenever. De arbeidsomstandigheden waren over het algemeen goed. Na enig aandringen verzorgde directeur Van de Leede bijvoorbeeld een warme hap voor arbeiders die moesten overwerken. Merks: 'De sfeer was gemoedelijk. Als we een jubilaris hadden, dan werd het schaftlokaal versierd met bloemen, kwam er een sigaartje op tafel en mocht iedereen een paar borrels pakken. De directeur waarschuwde zijn werknemers ook wel: "Mij drink je niet arm, maar je eigen gezin wel." Er bestond trouwens wel onderscheid bij feestjes, tot voordeel van het kantoorpersoneel. Was er iemand jarig, dan kregen zij gebak en in de fabriek kregen ze een "spritskoekie".' Van Asten werkte 51 uur en verdiende fl. 2,50 per week. Hij had één week vakantie in het jaar, geen snipperdagen. Als hij jarig was, moest hij naar kantoor komen en kreeg hij twee kwartjes opslag. Toen hij trouwde in 1946, was zijn loon gestegen tot fl. 29,00. Van Asten werkte van 7.30 tot 17.00 uur, met 's morgens een half uur pauze en 's middags een uur schafttijd. Er werd dagelijks een mosterdglaasje jenever geschonken aan de werknemers. Zij kregen ook twee flessen jenever in de maand, voor de niet-drinkers een prettig ruilmiddel. Van Asten: 'Zeker in de oorlog was het heel wat waard en kreeg je zo fl. 60,00 voor een fles, of een partij vlees.' Die eerste jaren verrichtte Jaap van Asten vooral zwaar lichamelijk werk. De vaten moutwijn van Hollandia moesten van de Korte Haven naar het Entrepot gerold worden, over de Westvest en de Lange Nieuwstraat. Niet Rooms, geen betrekking Jaap van Asten (geb. 7-4- 1924, Schiedam) Jaap van Asten was in 1938 veertien jaar oud en wilde aan het werk in een distilleerderij. Zijn vader praatte eens met Piet van Gent, maar omdat hij niet katholiek was, ging dat niet door. Hij kon wel als spoeljongen terecht bij Adriaan van den Eelaart aan de Korte Haven. Daar waren vier werknemers: een oude baas en drie knechten. van Asten, foto Jan 273 Musis C BI PI-OM II

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2008 | | pagina 273