De hardste eis voor de man of vrouw die verantwoordelijk wil zijn voor een lokaal historisch museum: je moet van de stad houden, je moet hem door en door kennen, en je moet hem op de voet volgen, haast van dag tot dag. Hans Walgenbach heeft in de afgelopen bijna tien jaar wel heel veel geleerd, over de geschiedenis van Rotterdam, maar ook over de specifieke organisatorische en inhoudelijke eisen die een lokaalhistorisch museum stelt, en die geheel anders zijn dan die van een kunstmuseum. Dan gaat het wat hem betreft niet in de eerste plaats om de historische kennis, want die is altijd wel te vinden, bij een groot museum in de wetenschappelijke staf en bij een klein (er) museum in het gemeentearchief, of bij een historische vereniging. Hans heeft nog iets anders geleerd, en dat beschouwt hij inmiddels als de hardste eis voor de man of vrouw die verantwoordelijk wil zijn voor een lokaal historisch museum: je moet van de stad houden, je moet hem Hans Walgenbach, foto Jan van der Ploeg Een nieuw op te starten historisch museum moet zichzelf kunnen profileren. Dat kan alleen, als de collectie een eigen plek en vooral een eigen beheerstatus heeft. In het geval van Schiedam zou dat, volgens Hans Walgenbach, betekenen dat de historische collectie wordt losgemaakt van die van het Stedelijk Museum, zodat beide musea zich met hun eigen kracht en kerntaken kunnen profileren, en er twee museale instellingen ontstaan met elk een eigen gezicht en verantwoordelijkheid In het Stedelijk Museum gaat het om de hedendaagse kunst en om niets meer of minder dan de kunst. In het Historisch Museum zijn de geschiedenis van Schiedam en de processen die daarmee verband houden het uitgangspunt. Daar gelden geen kunsthistorische uitgangspunten of criteria. Integendeel, een schilderij kan op grond van kunsthistorische criteria terecht worden afgewezen, maar op grond van historische juist een uiterst belangrijk object zijn, omdat het topo-grafische en/ of historische informatie toevoegt en in de stedelijke context een wezenlijke aanvulling van de collectie is. door en door kennen, en je moet hem op de voet volgen, haast van dag tot dag. En hij weet dat het volgen van de stad geen sinecure is. Iedere stad heeft een eigen karakter en iedere stad is voortdurend in beweging. Alles wat in die stad gebeurt, is gerelateerd aan dat karakter of wordt er later aan gerelateerd. Zeker een stad als Schiedam is door de eeuwen heen - met enige regelmaat - in veel opzichten veranderd en heeft daardoor opvallende en afwijkende cesuren in zijn geschiedenis. Iedere nieuwe hoofdindustrie leidde immers tot nieuwe inwoners. Dat vraagt van de man of vrouw die een historisch museum beheert een apart soort empathie als extra museale eigenschap. En die staat los van kennis. 301 Musis

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2008 | | pagina 301