Onthulling van de vloed palen door Aad Wiegman en Leen Droppert, foto Jan van der Ploeg
Wiegman reageerde niet onwelwillend op het idee om ook
elders in Delfland vloedpalen naar Vlaardings model te
plaatsen. "We kunnen wel denken dat we veilig zijn achter de
Maeslantkering omdat die het zeewater tegenhoudt, maar wat
doen we als tegelijk met het zeewater het peil in de rivier stijgt
door hevige neerslag?" Optimisten die denken dat het allemaal
wel zal loslopen, werden door Wiegman opgeroepen eens een
bezoek te brengen aan het Watersnoodmuseum in Ouwerkerk.
In dit musuem roepen films, foto's, krantenberichten en andere
documenten een onthutsend beeld op van de verwoestingen
die de dijkdoorbraken in februari 1953 aanrichtten. "Er waren
veertienhonderd doden. Van sommige slachtoffers werd
alleen hun paspoort teruggevonden. Als je zo'n gegeven op je
laat inwerken, krijg je een indruk van het leed dat water kan
aanrichten. Dan besef je dat wij in deze laaggelegen gebieden
niet waakzaam genoeg kunnen zijn."
Nergens in deze regio is zo'n waarschuwing beter op zijn
plaats als in de Vettenoordsepolder. Het zou daarom van visie
getuigen als Wiegman de suggestie van Jeroen ter Brugge om
geld beschikbaar te stellen voor restauratie van de oudste,
meest uitgesleten vloedsteen uit de Vettenoordsepolder serieus
in overweging nam.
De toenemende regenval vormt voor de laagst gelegen
woonwijk van Vlaardingen misschien wel een veel groter
bedreiging dan de stijging van de zeespiegel, meent de
hoogheemraad. De polder beschikt over onvoldoende
voorzieningen om grote hoeveelheden regenwater snel af
te voeren. Een gemaal is in de wijk niet te vinden en de
ondergrond heeft maar beperkte mogelijkheden om het
regenwater op te nemen. Van de 90 hectare die de polder
beslaat, zijn er 64 verhard. Met andere woorden: de afwatering
komt volledig voor rekening van de riolering.
Dat kan bij extreme neerslag leiden tot capaciteitsproblemen
en overstort noodzakelijk maken. Overtollig rioolwater
wordt dan geloosd op oppervlaktewateren zoals singels en
vijvers. Om die onhygiënische situatie te voorkomen gaat
de gemeente Vlaardingen nieuwe watergangen graven
van de Vettenoordsepolder naar de Babberspolder en naar
Vlaardingen-West. In Vlaardingen kent de strijd tegen het water
geen einde.
Leen Droppert herinnert zich dat in het schuurtje van zijn
ouderlijk huis altijd een emmer met klei gereed stond.
Alle buren hadden zo'n voorraadje klei bij de hand. Het spul
was bedoeld om de naden van de vloedplanken mee dicht te
smeren als de straat weer eens blank stond. Het is wel ironisch
te bedenken dat het in zekere zin uitgerekend de wateroverlast
was die zijn beeldend vermogen hielp ontwaken. "Want het kan
haast niet anders of ik heb met die klei poppetjes geboetseerd."
Overigens heeft hij in zijn latere loopbaan als beeldhouwer
nauwelijks met klei gewerkt, en ook dat heeft te maken met
wateroverlast. "Die emmer was afgedekt met een natte dweil.
Dat veroorzaakte een smerige lucht."
Water kruipt waar het niet gaan kan. Het is een element dat
zijn bestaan nog dagelijks beïnvloedt. Want wateroverlast
doet zich voor op grote én kleine schaal en kan vele
vormen aannemen. Leen Droppert mag dan reeds lang de
Weteringstraat hebben verruild voor een rustieke boerderij,
het water zit hem nog steeds op de hielen. In zijn woonstede
met het jaartal 1744 in de gevel kruipt het vocht in de muren
omhoog. Dat bezorgt de 78-jarige kunstenaar klachten over
stramme botten. Daarom heeft hij sinds kort een vochtvreter in
zijn woonkamer staan. "Je wilt niet weten hoeveel liters water
zo'n ding in korte tijd verzamelt."
323 Musis