349 Musis Constant, Les expulses, 1999, olieverf op linnen, 149 x 143 cm, langdurig bruikleen Trudy Nieuwenhuys - van der Horst Vanaf 1952, wanneer hij houtsnedes maakt voor de grafiekmap Het uitzicht van de duif, wordt de figuratie in zijn werk steeds sterker gestileerd. Grillige kleurvlakken grijpen in elkaar en in 1953 komt hij tenslotte bij een zuiver geometrische abstractie uit. Dan maakt hij ook zijn eerste ruimtelijke constructies, aanvankelijk opgebouwd uit rechthoekige vlakken van beschilderd metaal en plexiglas. Al snel ontdekt hij de mogelijkheden om dit relatief nieuwe materiaal te buigen en te vervormen. In combinatie met gebogen ijzerdraad ontstaan wervelende constructies, waarvan twee in langdurig bruikleen zijn zoals de Nébuloses mécaniques (1958) maar tegelijk ook de eerste modellen van New Babylon. Met dit werk verkent Constant de ruimtelijke werking van kleur, daartoe mede geïnspireerd door zijn contacten met architecten als Aldo van Eyck en Gerrit Rietveld. Met hen werkt hij samen door enkele van hun architectonische ontwerpen van kleur te voorzien. Het krijgt een theoretische neerslag in Constants beschouwing Voor een spatiaal colorisme (1953), waarin hij een belangrijke rol voor de schilderkunst in de gebouwde omgeving bepleit. De eerstvolgende vijftien jaar is zijn streven gericht op een Synthese der Kunsten. Het latere schilderij Adieu la P. (1962) laat duidelijk zien dat Constant de op zichzelf staande schilderkunst toen afwees. Wanneer Constant in 1966 zijn tentoonstelling in het Nederlands paviljoen voor de Biënnale van Venetië inricht en tijdens een pauze de Galleria dell'Accademia binnenloopt, wordt hij diep getroffen door de Piëta van Titiaan (1570-1577). Geïnspireerd door het sublieme colorisme van Titiaans meesterwerk komt de schilderkunst in de late periode (van 1969 tot 2005) opnieuw centraal te staan. Aanvankelijk schildert hij - in het verlengde van de architectuur van New Babyion - vanaf 1969 labyrintische ruimtes, opgebouwd uit lijnen, rasters en gekleurde vlakken. Voorbeelden hiervan zijn uit het bruikleen De stoel (1971) en Les touristes (1972). Midden jaren zeventig trekt Constant opnieuw de aandacht met schilderijen op basis van een complexe literaire en politiek kritische iconografie, waaronder het bruikleen Cyrano declare son amour (1976). Daarna verdwijnen de kleurvlakken die de ruimte in het schilderij in sterke mate bepalen, om als het ware op te lossen in een ruimte die puur door kleur wordt gemoduleerd. In 'De late periode' (1969-2005) manifesteert Constant zich als de kritische kunstenaar die hij altijd is geweest, wars van heersende modes

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2008 | | pagina 349