Hans van der Sloot, mediatycoon zonder kapsones
Peter de Lange
Hij slaat geen bal, maar kon het
tennisgevoel perfect onder woorden
brengen. Zijn fictieve personage
de kunstcritica Bettine Schade
van Westrum waarvoor hij school,
maatschappelijke status, huwelijk en
werkkring in Brussel uit zijn duim zoog,
kwam sommigen zo levensecht voor,
dat ze beweerden bij haar in de klas te
hebben gezeten. Het reclametalent van
Hans van der Sloot is onloochenbaar.
Hij werkte tussen 1970 en 1990 als
tekstschrijver voor tal van prominente
reclamebureaus. Toch wogen
journalistiek en geschiedenis hem altijd
zwaarder.
In het begin van de jaren '90 zette hij het commercieel
schrijven definitief aan de kant, zegt Van der Sloot daags na
zijn 65e verjaardag. Deze keuze zal te maken hebben met de
tijd waarin hij opgroeide, met het maatschappelijk bewustzijn
dat hem werd bijgebracht en activiteit in de kringen van
provo's, krakers en kabouters. En door zijn ouders, die
overtuigd communist waren. "Tot op de barricaden!" Dat
waren de laatste woorden van zijn moeder. Maar Hans van
der Sloot is geen straatvechter. Hij houdt te veel van mensen.
Als hij ze te lijf moet gaan, doet hij dat liever met woorden.
Gedrukte woorden. Het medium waarin hij die woorden
gebruikt kan variëren. Krant, tijdschrift, boek - maar het liefst
van alle toch het tijdschrift.
Het was waarschijnlijk om die reden dat de historicus Han
van der Horst hem tijdens de viering van het tienjarig bestaan
van Musis 'de laatste mediatycoon van Schiedam' noemde.
Een leuk compliment. Maar het klopt alleen in de zin dat Van
der Sloot een gedreven journalist en verwoed bladenmaker is.
Want bij een tycoon stel je je een goed geklede bink voor, een
zakenman met een dure auto en een huis van Hollywoodse
afmetingen. En dat deel van het signalement past helemaal
niet bij de volksjongen die Hans van der Sloot is.
Op de dag dat hij AOW-gerechtigd werd ontving hij van
Musis 378