De vaste klanten van De Ster, circa 1950
Hij riep zijn vrouw, en samen hebben ze de dames en
heren voorzien van alles wat die wensten. Volgens de krant
verdiende Jan Janse een stedelijke onderscheiding, 'omdat hij
Schiedam een stuk vooruitgeschoven heeft op het gebied van
de kunst'. Er waren ook nog Schiedammers in de zaak en een
leraar van de Academie in Rotterdam, maar tot verbazing van
de journalist, niemand van de Schiedamse kunstenaarsgroep
S 45. Toen kunstcriticus en -verzamelaar Cees van der Geer
in 1965 verderop aan de Buitenhavenweg zijn Galerie Punt 4
had geopend, kwamen ook de kunstenaars die daar openingen
bezochten of exposeerden graag naar het café van Jan Janse
dat daarmee in de jaren 1950 en '60 een echt kunstenaarscafé
was.
S 45
Van die Schiedamse kunstenaarsgroep was nota bene dochter
Ria van de waard van De Ster het eerste vrouwelijke lid.
S 45 was in 1945 opgericht om de bestaansmogelijkheden
van de beeldende kunstenaars te bevorderen door samen te
exposeren. Tot de leden van het eerste uur hoorden Jaap de
Raat, Herman Sey, Albert Slot, Kees van Haasteren, Herman
Paradies, Jan Wiegman, Goof Smit, Piet van Stuivenberg
en Frits Henderickx. Ria Janse kwam min of meer toevallig
in de kunst terecht. Ze ging naar de Catharinaschool in
de Westmolenstraat, een katholieke school van de zusters
dominicanessen, die in 1989 is gesloten, waarna kunstenaars
er hun intrek namen. Daarna ging ze naar de openbare Rijks
HBS, een schok voor de zusters die nog een novene voor haar
hebben gedaan. Ria was een gewoon meisje uit een gewoon
middenstandsgezin, en dus ging ze na de HBS naar Schoevers
en op kantoor werken. Eén ding wist ze al snel zeker, dat wilde
ze niet tot haar 65ste doen. Omdat ze graag tekende, ging ze
op tekenles bij 'juffrouw' Corrie Joppe aan de Oostsingel die
voor de oorlog les gaf voor f 2,50 per avond, inclusief thee en
koekjes. Ria d'r leven heeft veel toevalligheden gekend, want
daar tekende ook Theresia (Theet) van der Pant die - veel
later en mede op instigatie van Ria - het prachtige beeld van
Vrouwe Aleida zou maken dat sinds 1998 bij de ruïne van
het Huis te Riviere staat. Toen Corrie Joppe lerares werd aan
de academie in Rotterdam, nam ze Ria mee. Ze werd in de
oorlog ingeschreven, maar kon pas in 1945 met haar opleiding
beginnen, en werd toen ook in Schiedam meteen gevraagd als
lid van S 45.
Ria Janse volgde de dagopleiding decoratieve nijverheid, de
veelzijdigste die de academie toen kende. Ze leerde tapijten
ontwerpen, glas-in-lood maken, pottenbakken, en natuurlijk
tekenen en schilderen. Kortom, wat tegenwoordig met een
mooi Nederlands woord design heet. Ze koos hiervoor, omdat
iedere vorm van - toegepaste - kunst haar fascineerde. Dit was
de ideale basis voor haar latere werk in Museum Boijmans van
Beuningen, maar dat kon ze toen nog niet weten. Ria woonde
nog thuis en had een eigen kamer in de dakkapel van De Ster,
geen atelier maar gewoon een kamer waar ze in alle rust
kon tekenen en ontwerpen. Eén van haar eerste werken was
een litho voor de trouwerij van een vriendin, waarvoor ze het
Hooglied gebruikte. Ze tekende thuis op een steen en nam die
mee naar de academie waar ze de litho kon afdrukken. Tijdens
haar opleiding kreeg ze een wonderlijk verzoek. Conservator
Daan Schwagermann had iemand op bezoek gehad met een
oude en smerige koperen plaat in een krant verpakt. Ria weet
het nog als de dag van gisteren. Schwagermann zei: 'jij zit
op die etsklas in Rotterdam, kun je hier wat mee?' Ze is toen
zes weken bezig geweest om de plaat schoon te maken. Toen
hij weer inkt pakte, bleek dat het de koperen plaat van de
kaart van Jacques de Gheyn uit 1598 was. Ze heeft afdrukken
gemaakt voor de belangrijkste donateurs van het museum, en
daarna begon de plaat aan een triomfantelijke loopbaan als
bron voor de topografische geschiedenis van Schiedam.
Ria slaagde in 1949.
Haar loopbaan als actieve kunstenaar heeft niet lang geduurd.
Musis 390