Ria woonde nog thuis en had
een eigen kamer in de dakkapel
van De Ster, geen atelier maar
gewoon een kamer waar ze
in alle rust kon tekenen en
ontwerpen.
Ria Janse, werkend aan de lithosteen in haar kamer boven Café De Ster
Ze exposeerde met S 45 in het Stedelijk Museum, maar dat
werd er niet gemakkelijker op, toen dat onder Pierre Janssen
en Hans Paalman grotere pretenties kreeg dan alleen het
exposeren van het werk van de lokale kunstenaars. Ze was lid
van S 45 en deed mee aan de groepsexposities, maar ze was
niet erg actief. Ze deed opdrachten voor geboortekaartjes en
ex-librissen, maakte een schilderij van Maria met kind voor
een familielid en voerde opdrachten uit voor 'haar' kerk, de
kerk van Onze Lieve Vrouw Visitatie aan de Nieuwe Haven die
sinds 1933 Liduinakerk heette, en in Schiedam vooral bekend
was als de Frankelandkerk.
Die kerk is in 1969 respectloos gesloopt. Dat was een
noodzakelijke bezuiniging, maar het had wel anders gekund.
Ria denkt met afgrijzen terug aan de manier waarop dat
gebeurde. Vandalen mochten de prachtige ramen van de kerk
kapot slaan, terwijl de broers Henderickx hadden aangeboden
deze zorgvuldig te verwijderen. Het kerkbestuur had geen
greintje cultureel benul.
Op de dag dat de parochianen afscheid van hun kerk namen,
bleven die lang en geëmotioneerd in de kerk. De volgende
dag was het gebouw een venduhuis waar je erwtensoep kon
kopen. Vreselijk. Ria begrijpt dat één kerk moest verdwijnen,
maar ze begrijpt niet waarom dat niet de Singelkerk is
geworden, want de Frankelandkerk was veel beeldbepalender.
Educatie in Boijmans
Ria Janse was en is gelovig. In 1950 - een heilig jaar - ging
ze met twee vriendinnen van de academie naar Rome. Ze
gingen als pelgrims, wat betekende dat ze gingen lopen en,
als het zo uitkwam, liften. De bedevaart naar Rome duurde
drie maanden. Toen Ria na die drie maanden thuis aanbelde,
zei haar vader: 'Jeane, zet de soep op, daar komt een skelet
binnen'. In 1951 heeft Ria met dezelfde vriendinnen naar
Fatima gelopen en gelift, en in 1952 zijn ze naar Israël
geweest. Het waren prachtige tochten, waarop Ria veel leerde,
en nadacht over haar toekomst. In 1952 vroeg een collega van
de academie of ze op freelancebasis in Museum Boijmans van
Beuningen rondleidingen wilde geven. De inspecteur van het
onderwijs vond dat vooral leerlingen van het (M)ULO meer
culturele bagage moesten krijgen. Het was een populaire
opleiding voor jongens en meisjes uit de burgerij, en inspecteur
Van Doorn vond dat talenkennis en boekhouden niet genoeg
waren voor mensen die een middenpositie in de maatschappij
gingen bekleden. En dus gingen in 1952 drie kunstenaars in
Boijmans een paar uur per week rondleidingen geven. Dat
was een zware klus, want ze moesten het museum en zijn
collecties leren kennen, van oude tot moderne kunst, maar ook
meubels en gebruiksvoorwerpen.
Voor Ria ging een wereld open, die haar leven heeft bepaald.
Dat was niet in de eerste plaats de collectie, maar meer wat
ze later in een interview noemde 'een denkproces op gang
brengen, het publiek over vooroordelen en drempels helpen.'
In dat interview in de Vara Gids legde ze het in 1972 duidelijk
uit: 'veel mensen kunnen alleen denken in taal, in woorden.
391 Musis