Ria is niet bang
uitgevallen. Ze voelde dat
het moment rijp was voor
een historische vereniging
en heeft dat moment ook
gegrepen.
Ze zijn gewend om alleen op de nuchtere inhoud van het
woord te letten. Ze hebben met de beeldende taal héél weinig
ervaring, in een museum voelen ze zich onwennig, ze zoeken
naar de dingen die ze kennen, je moet ze eerst een gevoel
geven van herkenning voordat je ze nieuwe dingen aanbiedt.'
Wie nu op een zondagmiddag in Boijmans over prachtige
maar zeer verschillende tentoonstellingen als Charley Toorop
en Erasmus in Beeld dwaalt, en om zich heen kijkt en luistert,
begrijpt wat Ria Janse toen bedoelde. Ze heeft haar leven
aan dat ideaal gewijd, en daarvoor in 1972 als eerste de J.B.
Broekszprijs gekregen, die VARA voorzitter J.B. Broeksz bij
zijn pensionering heeft ingesteld om mensen te eren, die er in
waren geslaagd 'kunst voor een groter publiek bereikbaar en
toegankelijk te maken'. De prijs wordt nog steeds toegekend,
bijvoorbeeld aan Paul Witteman voor De zaak Stinissen en het
programma 26.000 Gezichten over afgewezen asielzoekers.
Ria Janse stond in 1952 als aankomend 'pedagogisch
medewerkster' aan de wieg van de educatieve dienst van
Boijmans van Beuningen, die ze tot grote professionele bloei
heeft gebracht. Dat betekende het einde van haar actieve
kunstenaarschap, maar het begin van een loopbaan die zij als
levenswerk heeft ervaren.
Historische Vereniging
Haar nieuwe baan betekende voor Ria niet het einde van haar
betrokkenheid bij Schiedam. Integendeel. Haar familie was
fervent aanhanger van en vaak actief speler bij Hermes DVS,
waar vooral haar zwager Manus Stolk triomfen vierde als
cricketer en voetballer. Zelf had ze weinig met sport, maar als
het om de familie ging, zoals een wedstrijd tussen de elftallen
van de families Van Lingen en Janse of het kampioenschap
van Hermes met een glansrol voor zwager Manus, was Ria
present. Echt op haar plaats voelde ze zich in de kunstwereld
en in de kerk. Dat interpreteert ze ruim. Toen zij bij de
viering van het 700-jarig bestaan van Schiedam in 1975 werd
gevraagd als één van de twee feestredenaars in de Grote Kerk,
deed ze dat graag en met verve. Burgemeester Lems vond
het maar griezelig. Hij had nooit van haar gehoord, ze was
vrouw en ze had geen tekst die op papier stond. Ria is niet
bang uitgevallen, en toen ze er eenmaal stond en het contact
met haar toehoorders voelde, heeft ze gewone Schiedamse
verhalen verteld, die de mensen herkenden. Ze voelde dat het
moment rijp was voor een historische vereniging en heeft dat
moment ook gegrepen. Samen met haar goede vriend Cees
van der Geer en Frans Geerdes heeft ze toen de Historische
Vereniging Schiedam opgericht. Het ijzer was heet en Ria vond
dat je het dan ook moest smeden. Ze was de eerste voorzitter,
maar heeft die functie maar een paar jaar uitgeoefend, omdat
ze voor een grote reorganisatie in Boijmans stond en vindt dat
ze maar één ding voor 100% kan doen.
Ria Janse heeft veel voor Schiedam gedaan. Het wapenfeit
waarop ze met de meeste voldoening terugkijkt, is dat het
haar met de Stichting Opbouw Schiedam, waarvan ze vanaf
1982 bestuurslid is, gelukt is om beelden in Schiedam te laten
plaatsen van de twee grootste vrouwen uit zijn geschiedenis,
Aleida en Liduina. Ze is blij dat het is gelukt de twee vrouwen
van Schiedam blijvend te eren met mooie beelden. Mooie
beelden, want ze stelt hoge eisen, en de kwaliteit staat voorop.
Ria heeft de Stichting Opbouw Schiedam ervan overtuigd dat
een stad zijn grote vrouwen moet eren met beelden van grote
artistieke kwaliteit. De tijd was misschien nog niet helemaal
rijp, maar Ria weet als geen ander dat die er wel geleidelijk
rijp voor gemaakt kan worden, en dat heeft ze gedaan. Het
beeld van Aleida is gemaakt door Theet van der Pant. Het
heeft de plek gekregen die het verdient, bij het huis dat Aleida
zelf heeft laten bouwen, maar die plek zou wel wat beter
onderhouden kunnen worden. Toen Ria de geesten ook rijp
had gemaakt voor een beeld van Liduina, vond Theet van
der Pant zichzelf daarvoor te oud, maar haar leerling Judith
Pfaeltzer kon het ook en wilde het graag doen. Het prachtige
beeld is er gekomen. Het heeft de mooiste plaats gekregen, die
Ria zich kon voorstellen: op het kerkhof bij de Grote Kerk, de
buurt waar Liduina werd geboren en waar haar lijden begon
na haar val op het ijs. De nu protestantse kerk heeft Liduina tot
haar ziekte bijna dagelijks bezocht, en ze is er na haar dood
begraven. Ria Janse houdt van kunst, is gelovig katholiek en
is een betrokken Schiedamse. Met dit beeld op deze plaats
is voor haar een diepe wens in vervulling gegaan. Zij vindt
zichzelf geen 'grote' vrouw van Schiedam maar ze is er wel
één.
393 Musis