Museumvondsten
De Heilige Vincentius van Paulo
Maritiem Museum Rotterdam
Rond het midden van de 19e eeuw levert Schiedam een niet
onverdienstelijke bijdrage aan de vaart op Indië. De stad
bekleedt, in aantallen schepen en tonnage, na Amsterdam,
Rotterdam en Dordrecht de vierde plaats. De jeneverexport
zal hier zeker een rol hebben gespeeld, naast het algemene
vracht- en personenvervoer. Eén van de reders actief in de
Indische handel is J.H. van Gent. In 1850 koopt hij zijn eerste
schip, de Louisa Prinses der Nederlanden. Bij de Schiedamse
scheepswerf 'De Lelie' van G. Lindeman aan de Buitenhaven
laat hij vervolgens tussen 1850 en 1856 zes schepen bouwen:
de Stella Maris, Heilige Willibrordus, Sint Jan, Heilige
Vincentius van Paulo, Heilige Liduina en de Patriarch Samhiri.
Dat hij een vroom katholiek is, blijkt wel uit de namen die hij
voor zijn schepen kiest.
Maar het geloof gaat verder; hij ontslaat kapitein Borger van
de Stella Maris, koud terug van een geslaagde reis, 'wegens
vloeken'. In 1861 verkoopt hij zijn vloot barken en brikken
aan zijn stadgenoot J.D. Meijer en sterft het jaar daarop,
vermoedelijk onderweg op bedevaart, tijdens de reis naar het
Heilige Land.
De aquarel in de collectie van het Maritiem Museum
Rotterdam toont de Heilige Vincentius van Paulo (vernoemd
naar de Heilige, die in de 19e eeuw naamgever van allerlei
liefdadigheidsinstellingen was). De bezaanmast voert de
nummervlag (R27) van kapitein K.H. de Groot, wiens naam
onderaan vermeld staat. Het op 1858 gedateerde kunstwerk is
anoniem, maar doet erg denken aan de aquarellen van Jacob
Spin.
Musis