5 Musis Bert (61) dit tragische ongeval toe. ,,De Noordzee lag er vol mee. Het was net na de Eerste Wereldoorlog." Bert stond tientallen jaren aan de leiding van de vermaarde ijssalon, nadat hij die van zijn eveneens Bert geheten vader had overgenomen. Inmiddels is een vierde generatie Van der Windt achter de toonbank aangetreden in de persoon van Rick van der Windt en zijn vrouw Mable. Bert geeft een ruwe schets van het prille begin. Hoe zijn opa en oma in een pakhuis aan de Stationsstraat "met een pannetje melk en een houten kuip die met zout en ijsblokjes werd gekoeld" aan het experimenteren gingen om een nieuwe broodwinning te creëren. Het echtpaar moet aanleg hebben gehad voor de ijsbereiding. Binnen niet al te lange tijd wisten ze een product samen te stellen dat voor de eenvoudige vissersbevolking smakelijk én betaalbaar was. Wagenmakerij Verhulst bouwde een ijscocar en daar trokken vader en zonen de stad mee in om de handel uit te venten. Met verbijsterend succes. „In 1921 hadden we al vier wagens rijden," vertelt Bert. In het winterseizoen, als de ijshandel stil lag, schakelde de firma Winzo (Van der Windt Zonen) over op het bakken van boterkoeken en banketstaven voor bedrijfskantines. Ook deze lekkernijen werden door vader persoonlijk aan de man gebracht. Op zijn caddy doorkruiste hij de hele regio tot in het Rotterdamse havengebied toe en hij kwam pas thuis als hij los was. „Hij was een ondernemer in hart en nieren," zegt achterkleinzoon Rick bewonderend. Die kwalificatie gaat op voor meer van zijn voorvaderen. Handigheid in zaken zit de familie in de genen. De Van der Windts worden al eeuwen tot de categorie der vrije jongens gerekend. Hoewel sommigen emplooi vonden in de visserij of de kuiperij, kwamen de meesten toch aan de kost in de handel, weet Bert uit de overlevering. Hij bezit een Vlaardingse beroepengids uit de jaren dertig. „Daarin zijn een heleboel Van der Windts opgenomen. Als beroep staat bij bijna allemaal vermeld: koopman," zegt hij trots. Het curieuze aan het geslacht is voorts dat er wereldwijd slechts één familie van die naam bestaat. „Als je Van der Windt heet, kom je uit Vlaardingen, een andere mogelijkheid is er niet," zegt Bert. Rick vertelt dat een van zijn verwanten de stamboom heeft uitgeplozen. Daaruit zou blijken dat de geschiedenis van de familie in Vlaardingen teruggaat tot tenminste het eerste kwart van de zeventiende eeuw. Maar vader en zoon Van der Windt zijn ervan overtuigd dat er voor die tijd ook al voorouders in de vissersstad hebben gewoond, zij het dat zij mogelijk een andere of aanverwante naam droegen. Rick: „In de Grote Kerk ligt een voorouder begraven met de naam Du Vent." Dat kan duiden op een Franse afkomst - waarmee de mythe van een oud Vlaardings geslacht is doorgeprikt. Maar het kan ook domweg betekenen dat deze vroege Van der Windt zijn naam om welke reden ook had verfranst. Deze onduidelijkheid laat ruimte voor de speculatie dat de Van der Windts tot de Vlaardingse oerfamilies behoren, zoals Bert veronderstelt. Tot zijn spijt verbleef hij ten tijde van het stadsbrede DNA-onderzoek naar de oer-Vlaardinger in 2007 in het buitenland, anders had hij vast en zeker wat wangslijm afgestaan - en wie weet was het geslacht Van der Windt dan wel in hetzelfde rijtje geëindigd als de huizen Drop en Bot, waarvan de wortels in Vlaardingen wetenschappelijk bewezen duizend jaar teruggaan. Tegenover de ongewisheid van de afkomst, staat de zekerheid dat Winzo zich tot de oudste ijssalons van Nederland mag rekenen en dat de vier generaties die het bedrijf tot nu toe hebben beheerd, de familie een onuitwisbare plaats in de plaatselijke geschiedenis hebben bezorgd. In het geheugen van oudere Vlaardingers neemt de Winzo-ijskar in het straatbeeld dezelfde plaats in als de toren van de Grote Kerk. Beide zijn niet weg te denken. Op menig kiekje dat in de vorige eeuw tijdens de zomermaanden in Vlaardingen werd genomen, duikt zo'n ijscowagen op. Geen publieksevenement tussen maart en oktober, of Winzo was van de partij. In dat opzicht kan deze ijsfamilie wedijveren met de familie Harteveldt, die in het warme snacksegment al tientallen jaren een vergelijkbare positie inneemt. Winzo had jarenlang een kar gestationneerd tegenover de ingang van scheepswerf HVO en ook bij de Visbank was een vast verkooppunt gevestigd, in een voormalige vrachtauto van de kunstmestfabriek ENCK, nadat die eerst voor de mobiele ijsverkoop was omgebouwd door wagenmakerij Verhulst. Vlaggetjesdag was ondenkbaar zonder een ijscocar van Winzo, zoals het Haring- Bierfeest - waarvan Winzo als mede-oprichter aan de wieg stond - dat later ook was. In de hoogtijdagen van de ijsverkoop op straat had de firma ruim twintig wagens in bedrijf, die elk hun eigen vaste wijk bedienden, en deels ook bemand werden door vaste verkopers zoals Wim Klos en Cor Overveld - namen die vergrijsde Vlaardingers als een begrip in de oren klinken. Rick: „Als iemand in de familie een zekere leefijd had bereikt, kreeg-ie een eigen kar." Bert: „Ik was 13 toen ik voor 't eerst achter zo'n ding liep. Mijn vader was twaalf." Hij herinnert zich dat meerdere Rick en Bert van der Windt, foto Jan van der Ploeg

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2009 | | pagina 5