Sober en doelmatig, Blik op de
toekomst, oog voor het verleden.
Jeroen ter Brugge
Twee ogen blijven je aankijken. Waar in het nog niet eens zo verre verleden verdachten
en veroordeelden een balkje over de ogen kregen, zijn hier juist twee helblauwe kijkers
te zien, terwijl het meeste van het gezicht is weggelaten. Twee ogen die je daarmee
nieuwsgierig maken.
Als er één verschil tussen de recente beleidsnota's archeologie van de beide Maassteden
is, dan wel de boodschap van deze. Daar waar de Vlaardingse Krabbeplasmanuit de
bronstijd je indringend aankijkend uitnodigt kennis te nemen van de vruchten van het
haringstedelijk bodemarchief, biedt de Schiedamse nota een voor de leek weinigzeggend
blootgelegd fundament. Maar is het Schiedamse beleid daarmee van mindere kwaliteit?
21 Musis
Regelmatig bericht Musis over de
resultaten van het archeologisch
onderzoek in zowel Vlaardingen als
Schiedam. De cijferaars zullen hebben
opgemerkt dat het aandeel Vlaardingen
daarbij steevast groter is dan het
Schiedamse. Of dat een afspiegeling
is van de archeologische potentie van
de beide gemeenten is maar zeer de
vraag. Natuurlijk heeft Vlaardingen zijn
'Vlaardingen Cultuur', de aanduiding
voor een archeologische periode in de
Nederlandse archeologie vernoemd
naar de type-site Vlaardingen, maar
evenzogoed had er een 'Schiedam
Cultuur' geweest. Bijvoorbeeld als er
begin jaren vijftig, tijdens het graven
van een bouwput voor een nieuw dok
van Wilton-Fijenoord, gelegenheid
was geweest de spaarzame maar zeer
bijzondere vondsten zorgvuldig op
te graven. Het aardewerk dat werd
verzameld, is ouder dan het later
ontdekte Vlaardingse materiaal en had
bij een gecontroleerde opgraving tot
spectaculaire resultaten kunnen leiden.
Maar zo ging het in de jaren vijftig lang
niet altijd, of beter gezegd, meestal niet.
De scherven werden bijeengeraapt,
summier beschreven en leiden nu een
anoniem bestaan in het depot van het
Rijksmuseum van Oudheden in Leiden.
Dat het nog geen tien jaar later in
Vlaardingen anders liep, had niet te
maken met een beter beleid; dat bestond
er sowieso nog niet. Frappant genoeg
speelde wat nu het verschil tussen de
beide steden uitmaakt, ook toen al een
rol: publiciteit en uitstraling. Niet dat
het graven van het Wiltondok makkelijk
te combineren viel met archeologisch
onderzoek, maar Vlaardingen pakte de
kans wel.
Oer-Vlaardinger Eduard Zuiderent. Foto: Heieen Verdonk
Beide vondsten haalden kort na
ontdekking het nieuws. In Schiedam
bleef het bij de vermelding in enkele
kranten, in Vlaardingen greep het
dynamische college van burgemeester
en wethouders de vondsten aan om
zich op de kaart te zetten. Ondanks
dat één van Nederlands grootste
nieuwbouwwijken uit de grond gestampt
moest worden, werd geld, tijd en
gelegenheid gecreëerd om Vlaardingen
ook de uitstraling van een stad met
een verleden te geven. Zonder deze,
misschien opportunistische, aanpak,
die wettelijk absoluut niet afgedwongen
kon worden, was er nooit een
Vlaardingen Cultuur gekomen en was
het waarschijnlijk toch de 'Hekelingen
Cultuur' geworden waar een paar jaar
eerder vergelijkbare vondsten waren
gedaan.
Terug naar 2009. De archeologische
potentie van Schiedam en Vlaardingen
verschilt, vanuit een helikopter
bekeken, niet wezenlijk. De geologische
en de daarmee in belangrijke mate
samenhangende historisch-geografische
omstandigheden zijn vergelijkbaar.
Onder het aardoppervlak van de beide
gemeenten bevinden zich donken
(rivierduinen uit het einde van de
laatste ijstijd en de periode die daarop
volgde) waarop de steentijdmens
zich bij voorkeur en hoog en droog
vestigde. Beide gemeenten hebben
een prehistorisch kreeklandschap en
kenden perioden waarin veenkussens
de geliefde vestigingsplaatsen waren.
De Romeinse Tijd heeft in die zin
absoluut geen voorkeur voor de ene
of de andere plaats, waarvan toen
overigens nog geen enkele sprake was.