Gejuich
De metaalconstructie
die de kern vormt van
het Plantagepodium
werd geschonken
door Dok- en
Werfmaatschappij
Wilton Fijenoord, voor
de bouw bracht de
firma Leenderts het
-ook toen bescheiden
- bedrag van 16.320
gulden in rekening.
31 Musis
In het daaropvolgende jaar bracht
de Schiedamse Gemeenschap de
noodzaak van een vervangend podium
ter sprake. Deze moest de bouwvallige
houten muziektent in de Plantage
vervangen. Noch de kranten, noch de
SG kwamen terug op de teleurstellende
ontwikkelingen in 1951. Integendeel,
alsof er niets aan de hand was
geweest weerklonk gejuich. 'Teneinde
te voorzien in de nood, die op korte
termijn dreigde te ontstaan door het
wegens bouwvalligheid uitvallen van
de enige muziektent in Schiedam, die
in de Plantage, en tevens een blijvende
oplossing te vinden voor het bij elke
feestviering weer naar voren komend
probleem van een goed podium, heeft
de Schiedamse Gemeenschap besloten
in de Plantage een nieuw podium te
laten bouwen', schreef het Schiedams
Parool op 6 juni 1952. 'De opdracht
voor het maken van het ontwerp
hiervan werd opgedragen aan de
architecten ir. H Kammer en P.M. Pol.
De vereiste goedkeuringen werden
reeds verkregen en ook de aanbesteding
heeft inmiddels plaatsgevonden. Nog
voor de Vacantieweek op Donderdag 21
Augustus dient de bouw te zijn voltooid'.
Pol was een jong architect en H.
Kammer een expert op het gebied
van podiumbouw. Voorzien was niet
alleen in een podium maar ook in een
openluchttheater naar het model van het
Rotterdamse (openlucht) Dijkzigttheater,
dus met staan- en zitplaatsen die
berekend waren op maximaal
drieduizend bezoekers. De omwonenden
van de Plantage zouden het met dat
podium dubbel en dwars voor hun
kiezen krijgen.
Over het ontwerp was de krant vol
lof; 'Met hun beiden kwamen zij tot
een ontwerp dat geheel in de lijn der
verwachtingen van de opdrachtgeefster
lag. In plaats van de traditionele schulp
brachten zij een zelfs voor moderne
begrippen vooruitstrevend ontwerp
voor een podium, waarvan de structuur
in de eerste plaats werd afgestemd op
de omgeving, dat wil zeggen op de
groenbeplanting van de Plantage'.
De metaalconstructie die de kern
vormt van het Plantagepodium
werd geschonken door Dok- en
Werfmaatschappij Wilton Fijenoord,
voor de bouw bracht de firma Leenderts
het - ook toen bescheiden - bedrag van
16.320 gulden in rekening.
Ook in het blad van de Schiedamse
Gemeenschap klonk geen woord
van teleurstelling over het verleden
door. 'Dit zal', schreef de SG, 'een
openluchttheater worden, zoals men
moeilijk in den lande zó in het hart van
de stad en toch zo geheel in de natuur
zal vinden. De hoog opgaande oude
bomen omsluiten de ruimte, waar zeker
3000 mensen een zitplaats kunnen
vinden. De huizen van de Tuinlaan en
de Lange Nieuwstraat schermen de
flanken tegen de wind af en nog open
plekken zijn weet men in de toekomst
een zaalmuur van bomen Wat het
podium, als het op 1 Augustus klaar zal
zijn, gaat betekenen voor de Schiedamse
Gemeenschap en haar aangesloten
secties en verenigingen is moeilijk te
zeggen. Het zal, als de voortekenen
niet bedriegen, zo veelzijdig van
bruikbaarheid zijn, dat het in de loop
van het zomerseizoen wellicht zo vaak
in gebruik is, dat het gebruik tijdens de
Vacantieweek maar een bijkomstigheid
is'.
Die laatste hoop is helaas nooit in
vervulling gegaan. Met de zogenaamde
Vacantieweken - min of meer
vergelijkbaar met de Brandersfeesten
nu, alleen met een duidelijk accent
op cultuur en theater - werd het
podium wel gebruikt. Mede omdat de
Schiedamse gemeenschap in Willem
(toen nog 'O) Duys een gedreven
organisator had die opkomend talent
voor Schiedam wist te interesseren.
Voor de rest was de belangstelling
matig. De opvolger van SG-directeur
Piet Groenendaal, die als geen
ander voor het podium had geijverd,
Peter van den Boom, kan zich het
openluchttheater uitsluitend herinneren
als de parkeerplaats die het momenteel
nog steeds is. Met smaak haalt hij
een anekdote op waarin hij tijdens de
kerstweek een prachtige dennenboom
op de imperiaal van zijn auto trof die
een ander daar kennelijk was vergeten,
maar optredens kan hij nauwelijks
noemen behalve die enkele keer dat het
podium dienst deed tijdens het jaarlijkse
drumbandconcours.
Geheel ten onrechte verdween het
Plantagepodium als cultureel trefpunt
in de vergetelheid en werd gaandeweg
de hangplek die het heden ten dage nog
steeds is.
Dit neemt echter niet weg dat het
Plantagepodium als bouwwerk nog
steeds de moeite waard is. Door
constructie en verschijningsvorm
is het als openluchtpodium een
zeldzaamheid en in al z'n eenvoud
een klein, maar fraai voorbeeld van
wederopbouwarchitectuur.
Het is om die reden dat de Historische
Vereniging Schiedam - gesteund door
de Bond Heemschut - behoud van het
podium bepleit en het de status wil
verlenen van gemeentelijk monument.
'Handhaving', motiveert de Historische
Vereniging, 'moet te overwegen zijn, en
dan wellicht niet als podium, hetgeen
wij onhaalbaar achten, maar als
uitgangspunt voor een daar te vestigen
gelegenheid om te verpozen en wat te
eten of te drinken en zo van het park
te genieten. Nergens in de Plantage of
er rondom heen kan nu op die manier
van het park worden genoten. In het
land zijn veel voorbeelden te vinden,
waar mooie oude parken voorzien
zijn van een aantrekkelijke eet- en
drinkgelegenheid. Het terras kan, om
de zon te vangen, buiten het eigenlijke
podium gesitueerd worden, terwijl op
het podium een transparant afgesloten
binnenterras kan worden gecreëerd'.
Het is een suggestie die het voortbestaan
van een bescheiden, maar smaakvol
uitgevoerd bouwwerk, in de loop der
tijd letterlijk tot 'folly' (een nutteloos
bouwwerk dat alleen als vermaak een
functie heeft) is vervallen, maar toch
zoveel karakter heeft dat het behoud
ervan meer dan gerechtvaardigd
is. Een bestemming als eet- en
drinkgelegenheid in relatie met de fraaie
Plantage als stadspark en beeldentuin,
is in dit opzicht een vondst. Te hopen
is alleen dat de omwonenden van de
Plantage niet ook nu dwars gaan liggen.