een keer een olifant cadeau in de hoop,
dat hij dan zijn steun aan Jeremias zou
intrekken.
Vuurdood
Mede dankzij de steun van zijn
zwager kon Jeremias in Malakka de
dertigduizend gulden verveelvoudigen.
Hij verkreeg zelf de rang van extra-
ordinaris Raad van Indië, maar op den
duur kwam hij toch in de problemen.
Zijn oude beschermheer Joost Schouten
zette zijn homoseksuele praktijken
in het calvinistische Batavia voort
en werd deswege tot de brandstapel
veroordeeld. Vanwege zijn vele
verdiensten voor de VOC is hij bij wijze
van genade eerst gewurgd. Hieruit
bleek, dat het netwerk van Jeremias
aan invloed verloor. In 1646 kregen
zijn vijanden eindelijk vat op hem zelf.
Jeremias werd wegens particuliere
handel in al zijn functies geschorst.
Hij moest naar Batavia terugkeren om
daar rehabilitatie te regelen. Dat lukte
gedeeltelijk. De VOC droeg hem het
commando op over een retourvloot van
negen schepen naar Nederland. Dat
was heel eervol, maar het moest wel
een enkele reis vaderland zijn.
Jeremias van Vliet keerde met zijn
Catharina naar Schiedam terug, waar
hij op den duur werd opgenomen in
de regentenstand. Hij trad toe tot de
vroedschap en bekleedde de ambten
van schepen en burgemeester. Ook
na het overlijden van Osoet Pegua in
Zo lag er altijd een
schaduw over al het
goud, dat Jeremias
van Vliet tijdens zijn
avontuurlijk leven
verzamelde.
1659 bleven zijn dochters in Thailand,
al kreeg de oudste, Maria van Vliet,
toestemming om te huwen met een
onderkoopman van de VOC. Zo lag er
altijd een schaduw over al het goud,
dat Jeremias van Vliet tijdens zijn
avontuurlijk leven verzamelde.
In Thailand zijn de namen van Jeremias
van Vliet en Osoet Pegua nog steeds
bekend. Osoet Pegua geldt daar als
voorbeeld van een onafhankelijke
vrouw die niet over zich liet lopen.
Mathijs Gootjes, Tekeningen in balpen van
een 17de eeuwse man. Gemeentearchief
Schiedam, THA nr. 62192
Musis 6