De museumdirecteur en de ramen
van Jan Roëde
Hans van der Sloot
Foto's: Jan van Kampenhout
Nadat de kunstcollecties van het
voormalige Holy ziekenhuis in Vlaardingen
en het Schiedamse Schieland ziekenhuis
goeddeels een plaats hebben gekregen in
en rondom het nieuwe Vlietlandziekenhuis
is de beurt aan de kunstwerken die aard- en
nagelvast aan de gebouwen zijn verbonden.
Indien mogelijk natuurlijk. En indien
gewenst, hetgeen lang niet altijd het geval
is. Ook in Vlaardingen en Schiedam valt een
hele lijst samen te stellen van decoratieve
en monumentale kunst die uiteindelijk door
de slopershamer is geveld.
Gewoon niet waar
7 Musis
Zo niet de glasapplicatie van Jan Roëde die in 1970 in het
toenmalig Gemeenteziekenhuis werd aangebracht. Over dat
kunstwerk was heel wat te doen. De opdracht werd verleend in
het kader van de toen geldende éénprocentsregeling. Volgens
deze regeling moest bij de uitvoering van openbare gebouwen
één procent van de netto bouwsom aan kunst worden besteed.
Hoe en wat liet de regeling in het midden. Ook in de keuze
van kunstenaars werd de opdrachtgever vrij gelaten. Maar in
de druk bediscussieerde doch onbeschreven opvattingen van
de toen door flower-power en alternatief bestuur maakbaar
geachte samenleving, werd het een goed gebruik geacht om
hierin de lokale kunstenaars te betrekken.
Vandaar de kop in het Rotterdams Nieuwsblad van 20 februari
1969: 'Drie ton beschikbaar voor kunstwerken bij Gemeente-
Ziekenhuis' met daaronder 'Nog geen contact met Schiedamse
kunstenaars'. Met die drie ton sloeg de krant de plank mis. Die
som deed de ronde in het geruchtencircuit. In werkelijkheid
stond circa honderdduizend gulden ter beschikking. Nog een
flink bedrag en alleszins aanleiding om - zoals de krant deed
- te schrijven: 'Er is nog geen beslissing over de besteding
genomen, zodat men in kunstenaarskringen in spanning
verkeert over de te verlenen opdrachten. Met geen enkele
Schiedamse kunstenaar is tot nu toe contact opgenomen over
het leveren van een kunstwerk'.
Dat laatste klopte wel. Dit betekende echter niet dat er geen
beslissingen waren genomen of in ieder geval al enige tijd in
de maak waren.
Een dag na het verschijnen van het artikel in het Rotterdams
Dagblad lag er bij burgemeester Harm Roelfsema een brief op
de mat van C.H.A. Etman die zich afvroeg waarom niet meteen
bij de aanbesteding van het ziekenhuis contact was gelegd met
Schiedamse kunstenaars, terwijl hij in één adem door stelde
dat het geld - nu besteed aan het Stedelijk Museum - beter ten
goede kon komen aan de stadsverfraaiing.
Op 24 februari werd Etman bericht dat de gemeente dan wel de
Commissie Gemeenteziekenhuis zich over de kunstaankopen
zou buigen en daarover binnen niet al te lange tijd een
uitspraak zou doen. Op 17 april was er echter nog niet bekend
waarom Etman aandrong op haast en daarop als antwoord
kreeg: 'Deze Commissie heeft Uw brief om advies toegezonden
gekregen maar is nog niet met de studie omtrent de door U
aangesneden problemen gereed gekomen'. Dit laatste was
gewoon niet waar. Al in 1968 zal museumdirecteur Hans
Paalman over het maken van de glasappliques contact hebben
gehad met Jan Roëde, die hij al vanuit zijn vorige werkkring
bij de Dienst voor 's Rijks Verspreide Kunstvoorwerpen goed