Hun waardering voor uitgebreid tafelen kregen ze ook mee van thuis.
Hun uit Limburg afkomstige moeder Maria van Gassel kookte met
Bourgondische hand, ze maakte een onovertroffen wijnsoep en aan
haar tong in madeirasaus kon geen chef-kok tippen.
Musis 10
schoenmakersleerling begonnen 'Nardus' had het op latere
leeftijd geschopt tot mouterbaas bij distilleerderij F.P. Jansen en
verdiende een heel behoorlijk inkomen.
Mogelijk vond de zuinigheid zijn oorsprong in de sociale
achtergrond van het geslacht Hosman, waarschijnlijk
nazaten van rondtrekkende Duitse seizoenarbeiders die
een paar eeuwen terug emplooi vonden in de Schiedamse
jeneverindustrie. De familie lijkt een voorbeeld van ambitieuze
immigranten: vastbesloten zich door hard werken een hogere
status te verwerven. Hun geschiedenis staat maar deels
op papier. Behalve een stamboom teruggaand tot een 17e
eeuwse Horstman en een verwijzing naar een gelijknamige
boekhandelaar uit Osnabrück, zijn er alleen de onvolledige
kronieken van Bart en die beginnen bij Nardus' vader, geboren
omstreeks 1800 en van beroep koetsier bij de familie Nolet.
Nadat deze naamloze stamvader op betrekkelijk jonge leeftijd
was gestorven, hertrouwde zijn weduwe met een kuiper
genaamd Bouman. Bart Hosman beschrijft in zijn memoires
hoe dit eenvoudige gezin hechtte aan cultuur. Het beschikte
over twee uitgaven van het werk van Vondel, één 'vuile' voor
doordeweekse dagen en één schoon, zondags exemplaar, dat
op een tafeltje bij het raam lag.
De naam Hosman is onlosmakelijk verbonden met het rijke
roomse leven zoals Schiedam dat kende tot de jaren 1960.
De familie was streng gelovig. Sommige verwanten, zoals
grootvader Bart, sloegen geen mis over. "Verder hadden wij
drie ooms die pastoor waren en drie tantes die non waren.
Willibrord werd reeds als kleuter naar Rotterdam gestuurd
om daar op de step een paar punten brie te halen. Hij kwam
definitief in de zaak toen hij de kostschool in Oudenbosch had
afgemaakt en zijn dienstplicht bij de mariniers in Rotterdam
had vervuld. In zijn soldatentijd hield hij in de weekends het
uniform aan om daarin bestellingen te bezorgen. "Dan kreeg
ik meer fooi." Van de winkel van toen kent hij het complete
assortiment nog uit het hoofd. Idem de mimiek van de
clientèle. Hoe mevrouw Van Vollenhoven naar een bepaalde
soort honing vroeg. Of hoe Willem Duys een potje Engelse
marmelade bestelde. "Thick cut!"
Het verleggen van de Koemarktbrug, de opkomst van de
supermarkt en de ondergang van de scheepsbouw zorgden
ervoor dat de winkel vanaf de jaren 1960 aan belang begon
in te boeten. Fons vertelt dat zijn moeder het plan had een
ruimte te huren in de nieuw te bouwen winkelgalerij in de
Oranjestraat, maar dat Albert Heijn dat voornemen doorkruiste
door het bewuste pand op te kopen en er de allereerste
supermarkt van Nederland te beginnen.
Toen Schiedam tekenen van economisch verval begon te
vertonen, besloot de familie de bakens te verzetten en een
tweede zaak te beginnen in Vlaardingen. Die stad groeide
als kool en het Liesveld gold als één van de modernste
winkelcentra van Nederland. De Vlaardingse vestiging
bouwde inderdaad snel een goede reputatie op. De poging
daarentegen ook in Rotterdam vaste voet aan de grond
te krijgen, faalde jammerlijk. De van delicatessenhandel
De roomsheid droop er vanaf," aldus Fons. De sterke band
met de kerk kwam ook tot uiting in de klandizie, waarvan
de katholieke elite van Schiedam tientallen jaren de harde
kern vormde. Wél een elite met oog voor standsverschil,
herinneren de broers zich. Willibrord: "Als we de bestellingen
rondbrachten, ging bij de één een luikje in de voordeur open
en kreeg je te horen: leveranciers achterom! Een ander reikte
je terwijl je op het geld stond te wachten, een doek en een
busje koperpoets aan, om de brievenbus op te poetsen."
Het lijkt kleurrijk en afwisselend, zo'n leven tussen klanten van
allerlei pluimage en bovendien altijd voorraden heerlijk voedsel
om je heen. Maar het was dikwijls hard werken voor smalle
marges, verzekeren de gebroeders. Fons: "Vader nam de zaak
in 1926 over van opa Bart. Hij trouwde in 1934, midden in de
crisistijd. Mijn moeder kwam meteen in zware omstandigheden
terecht."
Ook op het leven van de zeven kinderen drukte de winkel een
stempel. Na de dood van hun vader was het opeens gedaan
met gezelligheid, het pianospel van moeder en de klassieke
muziek op de radio. Eén voor één werden de kinderen
ingeschakeld om de zaak draaiende te houden. Eendrachtig
werd vrijdagavond de suiker afgewogen en woensdagmiddag
de gember in potjes gedaan. Twee maanden na het overlijden
van zijn vader werd Fons van school gehaald. Een zus volgde
een paar maanden later.
Dupont overgenomen nering op de hoek van de Coolsingel
en de Oldenbarneveldtstraat werd ondanks het uitgebreide
assortiment kazen en wijnen en het schitterende interieur geen
succes.
Het is de enige mislukking in de reeks geslaagde
ondernemingen die de naam Hosman droegen. Buitengewoon
succesvol was Willibrord met de bistro en de auberge op de
hoek van de Lange Haven en de Korte Dam. De basis voor
dit befaamde restaurant, dat 24 jaar lang behoorde tot de
toonaangevende horecagelegenheden in de Rijnmond, werd
gelegd in sporthal Margriet tijdens de huishoudbeurs Inhabé.
Willibrord: "Wij hadden daar een delicatessenstand, de enige
stand op de hele beurs waar je iets kon eten. Het was dringen,
want iedereen mocht gratis proeven." Het daarop volgende jaar
bouwde Willibrord tijdens de beurs een klein bistrootje in de
hal. "Ik maakte gerechten klaar als slakken en kikkerbilletjes.
De hele hal stonk naar de knoflook." Ook dit keer kwam hij
handen te kort. Maar de deelname aan de beurs leverde nu wél
geld op, want anders dan in het voorgaande jaar liet Willibrord
zijn klanten gewoon betalen voor de consumpties. Er gingen
dagelijks zoveel porties slakken doorheen, dat 's avonds laat
de hele familie werd opgetrommeld om de slakkenhuisjes
schoon te spoelen zodat ze weer konden worden gevuld voor
de maaltijd van de volgende dag. Het jaar daarop huurde
Willibrord voor zijn bistro de hele kantine af. Het liep storm.