Hoe mevrouw Van Vollenhoven
naar een bepaalde soort honing
vroeg. Of hoe Willem Duys
een potje Engelse marmelade
bestelde. "Thick cut!"
11 Musis
oprichters van de Gastrovino-groep, een inkoopcombinatie
voor delicatessenwinkels, en begon na de oorlog Franse wijn
te importeren. Ik weet nog dat juist toen de eerste partij werd
afgeleverd, Rob Hoogerwerf binnenkwam, van Hoogerwerf,
Chabot, Visser, Van Straalen, Monsieur en Erkelens, een
sjieke wijnhandel verderop aan de Lange Haven. Hij bekeek
misprijzend de flessen van één gulden negenenzestig en zei
op zo'n geaffecteerd toontje tegen m'n vader: Ach, je kunt dat
wel proberen, maar na drie maanden is die wijn toch naar de
donder."
Die voorspelling kwam niet uit. Fons: "Het was missionarissen-
werk, maar alle flessen werden verkocht." Om zijn kennis
te verdiepen bezocht hij proeverijen en las hij boeken over
wijnbouw. Zo verzamelde hij materiaal voor de intensieve
voorlichtingscampagnes waarmee de verkoop van volgende
partijen wijn werd begeleid. "We hebben indertijd heel wat
wijnlezingen gegeven," zegt Willibrord.
Het klimmen der jaren heeft nauwelijks invloed op de culinaire
gedrevenheid van de gebroeders Hosman. Na het afstoten
van zijn bistro en zijn wijnhandel is Willibrord aan de Lange
Haven een 'cabinet' begonnen waar groepen kunnen tafelen
onder eikenhouten balken of op het zonovergoten terras. In de
riante keuken geeft hij wijn- en kookcursussen. Zijn broer, nog
dagelijks te vinden in de Vlaardingse wijnhal: "De liefde voor
lekker eten en drinken is ons met de paplepel ingegoten. Dat
houdt niet zomaar op."
Willibrord: "Hoe ouder ik word, hoe liever ik kook."
Fons: "Liefst met een mooi muziekje erbij!"
Fons en Willibrord Hosman
"Toen dacht ik: dit gaat goed, zo'n bistro kan ik natuurlijk
ook in de stad beginnen! Ik ging op zoek naar een geschikt
pand en kwam terecht in de Passage. Daar stond een winkel
leeg en ik maakte een verbouwingsplan. Maar eigenaardig:
niemand was enthousiast. Alleen burgemeester Te Loo zag het
zitten. Ieder ander die ik ernaar vroeg zei: begin er niet aan,
de Passage is een kind met een lam handje. De dag voordat de
verbouwing van start ging zag ik er vanaf. Ik had er gewoon
geen vertrouwen in."
Maar het plan voor een bistro liet hem niet los. Twee jaar
later, in 1973, nam een kennis hem mee naar het pand bij de
sluis en daar was het meteen prijs. Een bevriende particulier
hielp Willibrord aan het benodigde geld. Schiedam had er
een klasserestaurant bij, met authentieke Franse gerechten
en ingrediënten die de eigenaar wekelijks persoonlijk ging
uitzoeken in de Hallen in Parijs.
Voor de winkels had Willibrord geen tijd meer, die kwamen
volledig voor de verantwoordelijkheid van zijn broer. De
winkel in Schiedam liep naar het einde en werd gesloten,
de Vlaardingse vestiging floreerde. Daar werd de handel in
delicatessen voortgezet totdat Fons, op zoek naar een ruimte
voor de jaarlijkse kerstpakkettenhandel van Hosman Frères,
de leegstaande productiehal van de Hollandiamelkfabriek aan
de Oosthavenkade bezichtigde. De ruimte herinnerde hem aan
een Franse cave en hij kreeg een visioen waarin hij de kistjes
en dozen al zag staan. Fons, die het gezondheidsmatig wat
kalmer aan moest doen, nam een besluit. Hij zou zich voortaan
volledig op de wijnhandel gaan toeleggen. De winkel aan het
Liesveld werd verkocht.
Specialisatie in wijn was een oude droom, die terugging
op zijn tijd als leerling in de delicatessenwinkel van een
neef in Bussum. Daar mocht Fons als 15-jarige de nieuw
binnengekomen flessen in het stro leggen. Bij iedere
avondmaaltijd liet de neef hem weer een andere wijn proeven,
en nooit waren twee smaken gelijk. Fons viel van de ene
verbazing in de andere. "Ik heb daar ongelooflijk veel geleerd.
Albert Heijn mag dan roepen dat hij Nederland aan de wijn
heeft gebracht, mijn neef had daar al veel eerder een visie op."
De eer om het in die jaren op eet- en drinkgebied nog
volstrekt onderontwikkelde Nederland te verheffen komt
overigens ook zijn vader toe, vindt Fons. "Hij was een van de